Skip to the main content

Spelregels NBB

INTERNATIONALE SPELREGELS VOOR WEDSTRIJDBRIDGE
2017

Copyright © World Bridge Federation

Met dank aan de leden van de World Bridge Federation Laws
Committee: Max Bavin, Maurizio di Sacco, David Harris, Alvin
Levy, Chip Martel, Howard Weinstein, John Wignall, Adam
Wildavsky, Laurie Kelso (secretaris) en Ton Kooijman (voorzitter)

De World Bridge Federation is de Portland Club, de European
Bridge League en de American Contract Bridge League erkentelijk voor hun bijdragen aan de ontwikkeling van de spelregels in het verleden.

NADRUK VERBODEN

NEDERLANDSE TEKST

vastgesteld en gepubliceerd door de

NEDERLANDSE BRIDGE BOND en de VLAAMSE BRIDGE LIGA

3e druk 2017

Vertaling: Paul Meerbergen/Weko
Opmaak: Pien Steringa
Druk: Tekstbeeld Uleman print+media
© Utrecht, juni 2017

Nederlandse Bridge Bond
Kennedylaan 9 3533 KH Utrecht tel. 030-2759999
www.bridge.nl; nbb@bridge.nl

Titel: Spelregels voor wedstrijdbridge
ISBN/EAN: 978-94-91761-31-7

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotografie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Nederlandse Bridge Bond en de Vlaamse Bridge Liga.
Voorwoord

Bij de vertaling van de Spelregels 2017 is gestreefd naar een consistent geheel en een consequente vertaling van Engelse begrippen. Bij de definities en het trefwoordenregister zijn nieuwe termen toegevoegd voor zover deze ook in de Engelstalige versie zijn opgenomen. De officiële (Engelstalige) spelregels laten op diverse plaatsen een keuze voor een regeling aan de landelijke bonden. Er is voor gekozen deze keuzemogelijkheden in de vertaling op te nemen en de keuze van het Bondsbestuur aanvullend op te nemen. In de praktijk zal moeten blijken of de gebruiker met deze vertaling uit de voeten kan. Eventuele aanvullingen, wijzigingen of verduidelijkingen zullen door het Bondsbestuur via de gebruikelijke kanalen worden gepubliceerd.

Tenzij uit de context duidelijk anders blijkt omvat het enkelvoud ook het meervoud, het mannelijk ook het vrouwelijk en omgekeerd.

De Nederlandse Bridge Bond en de Vlaamse Bridge Liga hebben besloten de spelregels 2017 vanaf 1 september 2017 van kracht te laten zijn.

Inhoudsopgave

HOOFDSTUK I
Definities ………………………………………………………………………. 16
HOOFDSTUK II
Inleidende bepalingen …………………………………………………… 22
ARTIKEL 1 Het spel ……………………………………………………….. 22 A. Rangorde van kaarten en kleuren …………………………………. 22 B. De beeldzijde van de kaarten ……………………………………….. 22 C. De rugzijde van de kaarten …………………………………………… 22 ARTIKEL 2 De wedstrijdborden …………………………………………. 22 ARTIKEL 3 Schikking van de tafels ……………………………………. 23 ARTIKEL 4 Partners ………………………………………………………… 23
ARTIKEL 5 Aanwijzing van de plaatsen ……………………………… 23 A. Plaats bij aanvang van de zitting …………………………………… 23 B. Verandering van windrichting of tafel ……………………………… 23

HOOFDSTUK III
Voorbereiding en voortgang…………………………………………… 24
ARTIKEL 6 Het schudden en geven …………………………………… 24
A. Het schudden …………………………………………………………….. 24 B. Het geven ………………………………………………………………….. 24 C. Vertegenwoordiging van beide paren …………………………….. 24 D. Opnieuw schudden en geven ……………………………………….. 24 E. Keuzemogelijkheden van de wedstrijdleider ……………………. 25 F. Het dupliceren van een bord ………………………………………… 25
ARTIKEL 7 Controle van borden en kaarten ……………………….. 25 A. Plaats van het bord …………………………………………………….. 25 B. Het uit het bord nemen van de kaarten …………………………… 25
C. Het in het bord terugsteken van de kaarten …………………….. 26 D. Verantwoordelijkheid voor de gang van zaken …………………. 26
ARTIKEL 8 Volgorde van de ronden …………………………………… 26 A. Het rouleren van de borden en de spelers ………………………. 26 B. Einde van een ronde …………………………………………………… 26 C. Einde van de laatste ronde en van een zitting …………………. 26 HOOFDSTUK IV
Algemene bepalingen betreffende onregelmatigheden ……. 27
ARTIKEL 9 Gang van zaken na een onregelmatigheid………….. 27 A. De aandacht vestigen op een onregelmatigheid ………………. 27 B. Nadat de aandacht is gevestigd op een onregelmatigheid …. 27 C. Voortijdig herstel van een onregelmatigheid ……………………. 28
ARTIKEL 10 Het bepalen van een rechtzetting ……………………. 28
A. Het recht om te bepalen welke rechtzetting moet
plaatsvinden ………………………………………………………………. 28
B. Het ongedaan maken van het bepalen of afzien van
rechtzetting ………………………………………………………………… 28 C. Keuze na een onregelmatigheid ……………………………………. 28
ARTIKEL 11 Het verlies van het recht op rechtzetting …………… 28 A. Het ondernemen van actie door de niet-overtredende partij . 28 B. Straf na het verloren gaan van het recht op rechtzetting …… 29
ARTIKEL 12 Bevoegdheid van de wedstrijdleider naar eigen
goeddunken te handelen ……………………………………………… 29
A. Het recht om een arbitrale score toe te kennen ……………….. 29
B. Bedoeling van een arbitrale score …………………………………. 29 C. Het toekennen van een arbitrale score …………………………… 30
ARTIKEL 13 Onjuist aantal kaarten ……………………………………. 31
A. Geen bieding gedaan ………………………………………………….. 31
B. Ontdekt tijdens het bieden of spelen ………………………………. 32
C. Overtollige kaart …………………………………………………………. 32 D. Na afloop van het spel …………………………………………………. 32
ARTIKEL 14 Ontbrekende kaart ………………………………………… 32 A. Incomplete hand geconstateerd voordat het spelen begint … 32
B. Incomplete hand geconstateerd na de aanvang van
het spelen ………………………………………………………………….. 33 C. Informatie van toevoegen van kaart ……………………………….. 33
ARTIKEL 15 Verkeerd bord of verkeerde hand ……………………. 33 A. Kaarten van een verkeerd bord …………………………………….. 33 B. Verkeerd bord ontdekt tijdens de bied- of speelperiode …….. 34
ARTIKEL 16 Geoorloofde en ongeoorloofde informatie …………. 34 A. Gebruik van informatie door de spelers ………………………….. 34
B. Anderszins verkregen informatie van de zijde van de partner 35
C. Informatie uit ingetrokken handelingen …………………………… 36 D. Anderszins verkregen informatie uit andere bronnen ………… 36 HOOFDSTUK V
Het bieden…………………………………………………………………….. 38
DEEL I
Juiste gang van zaken ……………………………………………………. 38
ARTIKEL 17 De biedperiode …………………………………………….. 38
A. Begin van de biedperiode …………………………………………….. 38 B. De eerste bieding ……………………………………………………….. 38 C. Volgende biedingen …………………………………………………….. 38 D. Einde van de biedperiode …………………………………………….. 38
ARTIKEL 18 Bod …………………………………………………………….. 39 A. Juiste wijze ………………………………………………………………… 39
B. Het opheffen van een bod ……………………………………………. 39
C. Voldoende bod …………………………………………………………… 39 D. Onvoldoende bod ……………………………………………………….. 39 E. Rangorde van de speelsoorten ……………………………………… 39 F. Andere manieren ………………………………………………………… 39
ARTIKEL 19 Doublet en redoublet …………………………………….. 39 A. Doublet ……………………………………………………………………… 39 B. Redoublet ………………………………………………………………….. 40 C. Opheffing van doublet of redoublet ………………………………… 40
D. Scoreberekening van een gedoubleerd of geredoubleerd
contract ……………………………………………………………………. 40
ARTIKEL 20 Herhaling en uitleg van biedingen ……………………. 40 A. Bieding die niet duidelijk is verstaan ………………………………. 40 B. Herhaling van het bieden tijdens de biedperiode ……………… 40 C. Herhaling na de afsluitende pas ……………………………………. 40
D. Wie mag het biedverloop herhalen? ………………………………. 41
E. Verbetering van een fout in de herhaling ………………………… 41 F. Uitleg van biedingen ……………………………………………………. 41 G. Foutieve gang van zaken …………………………………………….. 42
ARTIKEL 21 Onjuiste informatie ………………………………………… 43
A. Bieding of spelen gebaseerd op verkeerd begrijpen
door de speler zelf ………………………………………………………. 43
B. Bieding gebaseerd op onjuiste informatie
van een tegenstander ………………………………………………….. 43 ARTIKEL 22 Einde van het bieden …………………………………….. 43
ARTIKEL 23 Vergelijkbare bieding …………………………………….. 44 A. Definitie …………………………………………………………………….. 44 B. Geen rechtzetting ……………………………………………………….. 44 C. Niet-overtredende partij is benadeeld …………………………….. 44 DEEL II
Onregelmatigheden …………………………………………………………. 44
ARTIKEL 24 Getoonde of voorgespeelde kaart
tijdens het bieden ……………………………………………………….. 44
A. Lage kaart niet voortijdig voorgespeeld ………………………….. 45 B. Eén honneur of een voortijdig voorgespeelde kaart ………….. 45 C. Twee of meer kaarten worden getoond ………………………….. 45
D. Partij van de leider ………………………………………………………. 45 E. Tegenspelers ……………………………………………………………… 45
ARTIKEL 25 Het wijzigen van biedingen, al dan niet
reglementair ………………………………………………………………. 45
A. Niet-bedoelde bieding ………………………………………………….. 45 B. Voorgenomen bieding ………………………………………………….. 46
ARTIKEL 26 Ingetrokken bieding, voorspeelbeperkingen ………. 46 A. Geen voorspeelbeperkingen …………………………………………. 46 B. Voorspeelbeperkingen …………………………………………………. 47
ARTIKEL 27 Onvoldoende bod …………………………………………. 47 A. Onvoldoende bod wordt geaccepteerd …………………………… 47 B. Onvoldoende bod wordt niet geaccepteerd …………………….. 47
C. Voortijdige vervanging …………………………………………………. 48 D. De niet-overtredende partij is benadeeld ………………………… 48
ARTIKEL 28 Biedingen die beschouwd worden als bieden
op de beurt ………………………………………………………………… 48
A. RT is verplicht te passen ……………………………………………… 48
B. Bieding door juiste speler maakt bieding voor de beurt
ongedaan ………………………………………………………………….. 48
ARTIKEL 29 Gang van zaken na een bieding voor de beurt ….. 49
A. Verlies van het recht op rechtzetting ………………………………. 49 B. Bieding voor de beurt wordt geannuleerd ……………………….. 49 C. Bieding voor de beurt is kunstmatig ……………………………….. 49
ARTIKEL 30 Voor de beurt passen …………………………………….. 49 A. RT is aan de beurt om te bieden ……………………………………. 49 B. Partner of LT is aan de beurt om te bieden ……………………… 49 C. Als de pas kunstmatig is ………………………………………………. 50
ARTIKEL 31 Bod voor de beurt …………………………………………. 50 A. RT is aan de beurt om te bieden ……………………………………. 50 B. Partner of LT is aan de beurt om te bieden ……………………… 51 C. Latere biedingen als de LT aan de beurt was om te bieden .. 51
ARTIKEL 32 Doublet of redoublet voor de beurt …………………… 51 A. RT is aan de beurt om te bieden ……………………………………. 51
B. Partner is aan de beurt om te bieden……………………………… 52
C. Latere biedingen als de LT aan de beurt was om te bieden .. 52
ARTIKEL 33 Gelijktijdig bieden …………………………………………. 52 ARTIKEL 34 Behoud van het recht om te bieden …………………. 52 ARTIKEL 35 Ontoelaatbare biedingen ……………………………….. 52
ARTIKEL 36 Ontoelaatbaar doublet of redoublet …………………. 53
A. De LT van de overtreder doet een bieding
voor de rechtzetting …………………………………………………….. 53
B. De LT van de overtreder doet geen bieding
voor de rechtzetting …………………………………………………….. 53 C. Onregelmatigheid ontdekt na de biedperiode ………………….. 53
ARTIKEL 37 Overtreding van de verplichting om te passen …… 53
A. De LT van de overtreder doet een bieding
voor de rechtzetting …………………………………………………….. 53
B. De LT van de overtreder doet geen bieding
voor de rechtzetting …………………………………………………….. 54
ARTIKEL 38 Bod van meer dan zeven trekken ……………………. 54
A. Spelen niet toegestaan ………………………………………………… 54 B. Bod en opvolgende biedingen geannuleerd ……………………. 54
C. Overtredende partij moet passen ………………………………….. 54 D. Mogelijk geen toepassing van de artikelen 26B en 72C ……. 54
ARTIKEL 39 Bieding na de afsluitende pas …………………………. 55 A. Biedingen geannuleerd………………………………………………… 55 B. Pas van een tegenspeler, bieding van de leider of blinde ….. 55 C. Andere bieding van een tegenspeler ……………………………… 55
ARTIKEL 40 Afspraken tussen de partners …………………………. 55
A. Systeemafspraken tussen spelers …………………………………. 55
B. Speciale afspraken tussen partners ………………………………. 56 C. Afwijking van het systeem en psychologische bieding ………. 57

HOOFDSTUK VI
Het spelen …………………………………………………………………….. 58
DEEL I
Juiste gang van zaken ……………………………………………………. 58
ARTIKEL 41 Het begin van het spelen ……………………………….. 58
A. Gedekte uitkomst ……………………………………………………….. 58
B. Herhaling van het biedverloop en het stellen van vragen ….. 58 C. Uitkomst wordt opengelegd ………………………………………….. 58 D. De hand van de blinde…………………………………………………. 59 ARTIKEL 42 De rechten van de blinde ……………………………….. 59 A. Onbeperkte rechten …………………………………………………….. 59 B. Beperkte rechten ………………………………………………………… 59
ARTIKEL 43 Beperkingen voor de blinde ……………………………. 59
A. Beperkingen voor de blinde ………………………………………….. 59 B. Straffen voor overtreding ……………………………………………… 60
ARTIKEL 44 Volgorde en verloop van het spelen …………………. 60 A. Voorspelen in een slag ………………………………………………… 60 B. Bijspelen in een slag ……………………………………………………. 61
C. Verplichting om te bekennen ………………………………………… 61
D. Niet kunnen bekennen …………………………………………………. 61
E. Slagen met troeven …………………………………………………….. 61 F. Slagen zonder troeven ………………………………………………… 61 G. Voorspelen na de eerste slag ……………………………………….. 61
ARTIKEL 45 Gespeelde kaart …………………………………………… 61 A. Spelen van een kaart …………………………………………………… 61 B. Het spelen uit de blinde ……………………………………………….. 61 C. Kaart beschouwd als gespeeld ……………………………………… 62 D. De blinde pakt een niet-aangeduide kaart ………………………. 62
E. Vijfde kaart in een slag ………………………………………………… 63
F. De blinde duidt een kaart aan ……………………………………….. 63 G. Slag dichtleggen …………………………………………………………. 63
ARTIKEL 46 Onvolledige of ongeldige aanduiding
van een kaart uit de blinde …………………………………………… 63
A. Juiste wijze om kaart uit de blinde aan te duiden ……………… 63 B. Onvolledige of ongeldige aanduiding ……………………………… 63
ARTIKEL 47 Terugnemen van gespeelde kaart ……………………. 64 A. Om te voldoen aan een rechtzetting ………………………………. 64 B. Om een onreglementair spelen te herstellen …………………… 65 C. Om een onbedoelde aanduiding te wijzigen ……………………. 65
D. Na wijziging van het spelen door een tegenstander ………….. 65 E. Wijziging van het spelen op basis van verkeerde informatie . 65
F. Anderszins terugnemen ……………………………………………….. 65
DEEL II
Strafkaart ………………………………………………………………………. 66
ARTIKEL 48 Tonen van kaarten door de leider …………………….. 66 A. Leider toont een kaart ………………………………………………….. 66 B. Leider legt zijn kaarten open …………………………………………. 66 ARTIKEL 49 Tonen van kaarten door een tegenspeler ………….. 66
ARTIKEL 50 Behandeling van een strafkaart ………………………. 66
A. Strafkaart blijft openliggen ……………………………………………. 67
B. Grote of kleine strafkaart ……………………………………………… 67 C. Behandeling van kleine strafkaart ………………………………….. 67 D. Behandeling van grote strafkaart …………………………………… 67 E. Informatie voortkomend uit een strafkaart ………………………. 68
ARTIKEL 51 Twee of meer strafkaarten ……………………………… 69 A. Beurt van overtreder om te spelen ………………………………… 69 B. Beurt van partner van overtreder om voor te spelen …………. 69
ARTIKEL 52 Verzuim een strafkaart te spelen of voor te spelen 70
A. Tegenspeler verzuimt strafkaart te spelen ………………………. 70 B. Tegenspeler speelt een andere kaart……………………………… 70
DEEL III
Onregelmatig voorspelen en spelen …………………………………… 70
ARTIKEL 53 Accepteren van voor de beurt voorspelen …………. 70
A. Voor de beurt voorspelen behandeld als juist voorgespeeld . 70 B. Juist voorspelen volgend op onregelmatig voorspelen ……… 71
C. De verkeerde tegenspeler speelt een kaart bij na een onregelmatig voorspelen door de leider ………………………….. 71
ARTIKEL 54 Voor de beurt uitkomen met de beeldzijde naar
boven ……………………………………………………………………….. 71
A. Leider legt zijn hand open ……………………………………………. 71 B. Leider accepteert uitkomst …………………………………………… 71 C. Leider moet uitkomst accepteren …………………………………… 72 D. Leider accepteert uitkomst niet ……………………………………… 72 E. Uitkomst door de verkeerde partij ………………………………….. 72
ARTIKEL 55 Voor de beurt voorspelen door de leider …………… 72
A. Voorspelen door de leider wordt geaccepteerd ………………… 72 B. Leider moet voorgespeelde kaart terugnemen ………………… 72 C. Leider zou informatie kunnen verkrijgen …………………………. 73 ARTIKEL 56 Voor de beurt voorspelen door een tegenspeler ….. 73
ARTIKEL 57 Voortijdig voorspelen of spelen ……………………….. 73
A. Voortijdig spelen of voorspelen in de volgende slag …………. 73
B. Partner van overtreder kan niet voldoen aan de rechtzetting 73 C. Leider of dummy heeft gespeeld …………………………………… 73 D. Voortijdig spelen als RT aan de beurt is ………………………….. 74
ARTIKEL 58 Gelijktijdig voorspelen of spelen ……………………… 74
A. Gelijktijdig spelen door twee spelers………………………………. 74 B. Twee of meer kaarten gelijktijdig uit één hand …………………. 74
ARTIKEL 59 Niet op de voorgeschreven wijze kunnen
voorspelen of spelen …………………………………………………… 75 ARTIKEL 60 Spelen na een onreglementair spelen ……………… 75 A. Spelen na een onregelmatigheid …………………………………… 75
B. Tegenspeler speelt voordat leider uit de juiste hand
voorspeelt ………………………………………………………………….. 75
C. Spelen door overtredende partij voordat een rechtzetting
is vastgesteld ……………………………………………………………… 76
ARTIKEL 61 Verzuimen te bekennen – informeren naar
een verzaking …………………………………………………………….. 76
A. Definitie van een verzaking…………………………………………… 76 B. Recht om te vragen naar een mogelijke verzaking …………… 76 C. Recht om slagen in te zien …………………………………………… 76
ARTIKEL 62 Herstel van een verzaking ……………………………… 76 A. Verzaking moet hersteld worden …………………………………… 76 B. Een verzaking herstellen ……………………………………………… 76 C. Volgende kaarten in die slag gespeeld …………………………… 77 D. Verzaking in de twaalfde slag ……………………………………….. 77
ARTIKEL 63 Voldongen worden van een verzaking ……………… 77
A. Verzaking wordt voldongen…………………………………………… 77 B. Verzaking mag niet hersteld worden ………………………………. 78
ARTIKEL 64 De gang van zaken na het voldongen worden
van een verzaking ………………………………………………………. 78
A. Automatische aanpassing van het aantal slagen ……………… 78
B. Geen automatische aanpassing van het aantal slagen ……… 78
C. Herstel van schade ……………………………………………………… 79
DEEL IV
Slagen …………………………………………………………………………… 79
ARTIKEL 65 Rangschikken van de slagen ………………………….. 79
A. Voltooide slag …………………………………………………………….. 79 B. Bijhouden van gemaakte slagen ……………………………………. 79
C. Ordelijkheid ……………………………………………………………….. 80 D. Overeenstemming over het eindresultaat ……………………….. 80
ARTIKEL 66 Inzien van slagen ………………………………………….. 80 A. In volgende slag nog niet gespeeld ……………………………….. 80
B. De eigen laatstgespeelde kaart …………………………………….. 80 C. Dichtgelegde slagen ……………………………………………………. 80 D. Na afloop van het spelen ……………………………………………… 80
ARTIKEL 67 Onjuiste slag ………………………………………………… 81 A. Hooguit één partij heeft in de volgende slag gespeeld ………. 81
B. Een speler van beide partijen heeft in de volgende slag
gespeeld ……………………………………………………………………. 81 DEEL V
Opeisen en afstaan van slagen ………………………………………… 82
ARTIKEL 68 Opeisen en afstaan van slagen ………………………. 82 A. Omschrijving van opeisen van slagen (claim) ………………….. 82
B. Omschrijving van afstaan van slagen …………………………….. 83
C. Toelichting vereist ……………………………………………………….. 83 D. Het spelen wordt gestaakt ……………………………………………. 83
ARTIKEL 69 Het instemmen met het opeisen of afstaan
van slagen …………………………………………………………………. 84
A. Instemming is definitief ………………………………………………… 84 B. Intrekken van de instemming ………………………………………… 84
ARTIKEL 70 Betwist opeisen of afstaan van slagen ……………… 84
A. Algemene doelstelling …………………………………………………. 84 B. Herhalen van de toelichting ………………………………………….. 84 C. Tegenpartij heeft nog een troef ……………………………………… 85
D. Overwegingen van de wedstrijdleider …………………………….. 85 E. Niet genoemde speelwijze ……………………………………………. 85
ARTIKEL 71 Het afstaan van slagen geannuleerd ……………….. 85

HOOFDSTUK VII
Gedragsregels ………………………………………………………………. 87
ARTIKEL 72 Algemene beginselen ……………………………………. 87 A. Naleving van de spelregels ………………………………………….. 87 B. Overtreding van de spelregels ………………………………………. 87 C. Besef van mogelijk nadeel ……………………………………………. 87
ARTIKEL 73 Communicatie, tempo en misleiding ………………… 87 A. Correcte communicatie tussen de partners …………………….. 87
B. Incorrecte communicatie tussen de partners …………………… 88
C. Speler ontvangt ongeoorloofde informatie van zijn partner …. 88
D. Variëren van tempo of handelwijze ………………………………… 88 E. Misleiding ………………………………………………………………….. 89
ARTIKEL 74 Optreden en fatsoen ……………………………………… 89 A. Juiste houding ……………………………………………………………. 89 B. Fatsoen …………………………………………………………………….. 89 C. Overtredingen tegen de juiste gang van zaken ………………… 89
ARTIKEL 75 Foutieve uitleg of foutieve bieding …………………… 90 A. Fout die ongeoorloofde informatie tot gevolg heeft …………… 90
B. Foutieve uitleg ……………………………………………………………. 90 C. Foutieve bieding …………………………………………………………. 91 D. Beoordeling door de wedstrijdleider ………………………………. 91 ARTIKEL 76 Toeschouwers ………………………………………………. 92 A. Toezicht …………………………………………………………………….. 92 B. Aan tafel ……………………………………………………………………. 92 C. Inbreng ……………………………………………………………………… 92 D. Status ……………………………………………………………………….. 93
HOOFDSTUK VIII
De score ……………………………………………………………………….. 93 ARTIKEL 77 Scoretabel voor wedstrijdbridge ………………………. 94
ARTIKEL 78 Scoremethoden ……………………………………………. 95 A. Op basis van matchpunten …………………………………………… 95
B. Op basis van internationale matchpunten (IMP) ………………. 96 C. Op basis van scorepunten ……………………………………………. 96 D. Wedstrijdbepalingen ……………………………………………………. 96
ARTIKEL 79 Gemaakte slagen …………………………………………. 96 A. Overeenstemming over gemaakte slagen ………………………. 96 B. Verschil van mening over gemaakte slagen …………………….. 97 C. Foutieve score ……………………………………………………………. 97

HOOFDSTUK IX
Het organiseren van toernooien …………………………………….. 98
ARTIKEL 80 Reglement en organisatie ………………………………. 98 A. De ‘Regulating Authority’ ……………………………………………… 98
B. Toernooiorganisator …………………………………………………….. 98
HOOFDSTUK X
De wedstrijdleider ……………………………………………………….. 100
ARTIKEL 81 De wedstrijdleider ……………………………………….. 100 A. Officiële positie …………………………………………………………. 100 B. Beperkingen en verantwoordelijkheden ………………………… 100 C. Taken en bevoegdheden van de wedstrijdleider …………….. 100 D. Delegeren van taken …………………………………………………. 101
ARTIKEL 82 Herstel van fouten in de gang van zaken ………… 101
A. Taak van de wedstrijdleider ………………………………………… 101 B. Herstel van fouten …………………………………………………….. 101 C. Fout van de wedstrijdleider …………………………………………. 101 ARTIKEL 83 Wijzen op het recht om te protesteren ……………. 101
ARTIKEL 84 Beslissingen inzake feiten waarover
overeenstemming bestaat ………………………………………….. 102
A. Geen rechtzetting ……………………………………………………… 102
B. Spelregels voorzien een rechtzetting ……………………………. 102
C. Keuze voor de speler ………………………………………………… 102 D. Keuze voor de wedstrijdleider……………………………………… 102
ARTIKEL 85 Beslissingen inzake feiten waarover
geen overeenstemming bestaat ………………………………….. 102 A. Beoordeling door de wedstrijdleider …………………………….. 102 B. Feiten zijn niet duidelijk vast te stellen ………………………….. 103
ARTIKEL 86 Viertallenwedstrijden ……………………………………. 103
A. Vervangend bord ………………………………………………………. 103 B. Resultaat behaald aan andere tafel ……………………………… 103
ARTIKEL 87 Onklaar bord ………………………………………………. 104
A. Definitie …………………………………………………………………… 104
B. Scoreberekening in paren- en individuele wedstrijden …….. 104 C. Scoreberekening in viertallenwedstrijden ……………………… 104 ARTIKEL 88 Toekennen van punten als schadeloosstelling …. 104 ARTIKEL 89 Rechtzettingen in individuele wedstrijden ……….. 105
ARTIKEL 90 Procedurele straffen ……………………………………. 105
A. Bevoegdheid van de wedstrijdleider …………………………….. 105 B. Overtredingen onderworpen aan procedurele straf ………… 105
ARTIKEL 91 Bestraffen of schorsen …………………………………. 105
A. Bevoegdheid van de wedstrijdleider …………………………….. 106 B. Recht van uitsluiting ………………………………………………….. 106
HOOFDSTUK XI
Protesten ……………………………………………………………………. 107
ARTIKEL 92 Het recht om te protesteren ………………………….. 107
A. Recht van de deelnemer ……………………………………………. 107 B. Tijdslimiet voor protesten ……………………………………………. 107 C. Wijze van protesteren ………………………………………………… 107 D. Overeenstemming bij de protesterende spelers …………….. 107
ARTIKEL 93 Gang van zaken bij het indienen van een protest 107
A. Geen protestcomité …………………………………………………… 107
B. Protestcomité beschikbaar …………………………………………. 108
C. Verdere protestmogelijkheden …………………………………….. 108

APPENDIX
Biddingbox reglement …………………………………………………. 109

Trefwoordenregister ……………………………………………………. 110

De strekking van de spelregels

De spelregels zijn ontworpen om de juiste gang van zaken vast te leggen en een passende regeling vast te stellen, nadat van de juiste gang van zaken is afgeweken. Spelers behoren iedere rechtzetting, opgelegde straf of beslissing hoffelijk te aanvaarden. De spelregels zijn niet in de eerste plaats bedoeld voor het toekennen van straf in geval van onregelmatigheden, maar veeleer voor het herstellen van schade.
HOOFDSTUK I
Definities

Alerteren:
De tegenstanders waarschuwen dat een uitleg nodig kan zijn. De wijze waarop dit moet gebeuren, mag worden aangegeven door de toernooiorganisator.
Anderszins:
Niet conform de in de spelregels vastgelegde procedures.
Arbitrale score:
Een score die de wedstrijdleider naar eigen inzicht toekent (zie artikel 12). Deze score is ofwel kunstmatig ofwel vervangend.
Bekennen:
Een kaart spelen van de voorgespeelde kleur.
Beurt:
Het juiste ogenblik waarop een speler mag bieden of spelen.
Bieden:
– De procedure ter bepaling van het contract door middel van opeenvolgende biedingen. Het begint zodra de eerste bieding gedaan is.
– Het geheel van gedane biedingen (biedverloop) (zie artikel 17).
Bieding:
Elk bod, doublet (dubbel), redoublet (herdubbel) of elke pas.
Blinde (dummy):
– De partner van de leider; hij wordt blinde wanneer de uitkomst uit de juiste hand met de beeldzijde naar boven op tafel wordt gelegd en houdt op blinde te zijn als het spelen beëindigd is.
– De kaarten van de partner van de leider, nadat zij na de uit-komst open op tafel zijn gelegd.
Bod:
Het noemen van een aantal trekken dat men op zich neemt ten minste te maken in de genoemde speelsoort.
Bondsbestuur:
– In Nederland het bestuur van de Nederlandse Bridge Bond – In Vlaanderen het bestuur van de Vlaamse Bridge Liga
Bord:
– Een wedstrijdbord zoals omschreven in artikel 2.
– De vier handen zoals die oorspronkelijk zijn gegeven en in de vier vakken van het bord zijn geplaatst om gedurende een bepaalde zitting te worden gespeeld (ook wel aangeduid als
‘spel’).
Contract:
Het laatste bod, al dan niet gedoubleerd of geredoubleerd, te spelen door de leider (zie artikel 22).
Deelnemer:
Bij individuele wedstrijden een speler; bij parenwedstrijden twee spelers die gedurende de wedstrijd partners zijn; bij viertallenwedstrijden vier of meer spelers die als ploeggenoten samen spelen.
Deelscore:
90 of minder trekpunten, behaald op één spel (zie artikel 77).
Doublet:
Een bieding, gedaan na een bod van de tegenpartij, waardoor het aantal punten voor het gemaakte of niet gemaakte contract wordt verhoogd (zie de artikelen 19A en 77). (In Vlaanderen: dubbel.)
Downslag:
Elke slag die de partij van de leider te kort komt om het contract te maken (zie artikel 77).
Evenement:
Een of meer wedstrijden binnen een bepaald tijdsverloop (synoniem van ‘toernooi’).
Geannuleerd (zie ook Ingetrokken):
Handelingen die zijn geannuleerd omvatten ook handelingen die zijn ingetrokken en teruggenomen kaarten.
Hand:
De oorspronkelijk aan een speler gegeven kaarten of het nog niet gespeelde gedeelte daarvan.
Honneur:
Elke aas, heer, vrouw, boer of tien.
Ingetrokken (zie ook Geannuleerd):
Handelingen die zijn ingetrokken omvatten ook handelingen die zijn geannuleerd en teruggenomen kaarten.
Internationaal Matchpunt (IMP):
Een score-eenheid, toegekend volgens de in artikel 78B opgenomen tabel.
Kleur:
Een van de vier groepen van dertien kaarten uit het spel, voorzien van een kenmerk: schoppen (♠), harten (♥), ruiten (♦), klaveren (♣).
Kunstmatige bieding:
1. Een bod, doublet of redoublet dat andere of bijkomende informatie geeft dan de bereidheid te spelen in de genoemde of laatstgenoemde speelsoort (tenzij die informatie algemeen bij spelers bekend is).
2. Een pas die meer belooft dan een bepaalde sterkte.
3. Een pas die waarden belooft of ontkent anders dan in de laatstgenoemde kleur.
Kwetsbaarheid:
De aanduiding op basis waarvan premies en straffen voor downslagen worden toegekend (zie artikel 77).
Leider:
De speler die voor de partij die het eindbod doet, het eerst de speelsoort van dat bod heeft genoemd. Hij wordt leider wanneer de uitkomst met de beeldzijde naar boven op tafel wordt gelegd (maar zie artikel 54A indien voor de beurt wordt uitgekomen).
LT:
Linkertegenstander.
Manche:
100 of meer trekpunten, behaald op één spel (zie artikel 77).
Matchpunt:
Een score-eenheid, toegekend aan een deelnemer als resultaat van de vergelijking van zijn score met een of meer andere scores (zie artikel 78A).
Onbedoeld:
Onvrijwillig, niet onder controle van de wil, niet de bedoeling van de speler op het moment van zijn handeling.
Onjuiste informatie:
Het nalaten door een partij om haar afspraken of methodes nauwkeurig uit te leggen indien en zodra vereist door de spelregels of een reglement.
Onregelmatigheid:
Een afwijking van de juiste gang van zaken zoals geregeld in de spelregels.
Overslag:
Elke slag die de leider méér maakt dan voor het vervullen van het contract nodig is.
Overtreding:
Een inbreuk van de speler op de spelregels of op aanvullende bepalingen voortvloeiend uit de spelregels.
Partij/paar:
Twee spelers die samen spelen tegen de twee andere spelers.
Partner:
De speler met wie men als partij speelt tegen de twee andere spelers.
Pas:
Een bieding waarmee een speler te kennen geeft in deze beurt geen bod te willen doen en niet te willen doubleren of redoubleren.
Premies:
Alle punten anders dan behaald als trekpunten (zie artikel 77).
Psychologische bieding (‘psych[e]’):
Een opzettelijke en grove onjuiste weergave van honneurkracht en/of van lengte in een kleur.
Rechtzetting:
De mogelijkheid tot herstel voor de wedstrijdleider na een on-
regelmatigheid.
Redoublet:
Een bieding, volgend op een doublet van een tegenstander, waardoor de scores voor gemaakte of down-gespeelde contracten worden verhoogd (zie artikelen 19 en 77). (In Vlaanderen: herdubbel.)
Ronde:
Een deel van een zitting waarin de spelers niet van plaats wisselen.
RT:
Rechtertegenstander.
Slag:
De eenheid waardoor de uitslag van het contract wordt bepaald; de slag behoort uit vier kaarten te bestaan, één door elke speler in volgorde gespeeld, te beginnen met de voorgespeelde kaart.
Slem:
Een contract waarbij de leider zes trekken (twaalf slagen) moet maken (genaamd klein slem) of waarbij de leider zeven trekken (dertien slagen) moet maken (genaamd groot slem).
Speelperiode:
Begint wanneer de uitkomst van een spel met de beeldzijde naar boven is gedaan; de rechten van de spelers in de speelperiode vervallen zoals de relevante artikelen aangeven. De speelperiode eindigt wanneer de kaarten uit het volgende bord zijn gehaald (of wanneer het laatste bord in een ronde is beëindigd).
Speelsoort:
De in het bod genoemde kleur of sans atout (zonder troef).
Spel:
– De 52 kaarten waarmee het bridgespel wordt gespeeld.
– De in vier handen verdeelde kaarten beschouwd als een ge-heel, met inbegrip van het bieden en spelen daarvan.
Spelen:
1. Het spelen van een kaart uit de hand van een van de spelers met inbegrip van de voorgespeelde kaart.
2. Het spelverloop.
3. De periode waarin de kaarten worden uitgespeeld.
4. Het geheel van de biedingen en gespeelde kaarten van een
bord.
Straf:
Er zijn twee soorten straffen (zie ook rechtzetting):
– disciplinair: om correct gedrag en een ordelijk verloop van de wedstrijd te waarborgen (zie artikel 91);
– procedureel: (in toevoeging aan rechtzetting) opgelegd naar goeddunken van de wedstrijdleider in gevallen van procedurele onregelmatigheden (zie artikel 90).
Strafkaart:
Een kaart onderworpen aan de bepalingen van artikel 50.
Tegenspeler:
Een tegenstander van de (vermoedelijke) leider.
Tegenstander:
Een speler van het andere paar; een speler van de partij waartegen men speelt.
Toernooi:
Een of meer wedstrijden binnen een bepaald tijdsverloop (synoniem van ‘evenement’).
Trek:
Elke slag die de partij waartoe de leider behoort, boven de zes dient te maken.
Trekpunten:
Punten, behaald door de partij van de leider voor het maken van het contract (zie artikel 77).
Troef:
Elke kaart van de kleur waarin het contract wordt gespeeld.
Uitkomst:
De voorgespeelde kaart in de eerste slag.
Uitlegperiode:
De periode tussen het einde van het bieden en het einde van de biedperiode (zie artikel 17D1).
Vermoedelijke leider:
De speler die zonder een onregelmatigheid de leider zou worden.
Verzaking:
Zie artikel 61A.
Viertal:
Twee of meer paren die, aan verschillende tafels in verschillende windrichtingen, voor een gemeenschappelijke score spelen (het kan worden toegestaan dat een viertal uit meer dan vier spelers bestaat).
Volgorde:
De orde volgens de wijzers van de klok, waarin men het recht heeft te bieden en te spelen; ook de orde volgens de wijzers van de klok waarin de kaarten bij voorkeur een voor een worden gedeeld.
Voorgesorteerd spel:
Een spel kaarten dat niet willekeurig is verdeeld ten opzichte van de vorige verdeling.
Voorspelen:
Het spelen van de eerste kaart van een slag.
Wedstrijd:
Een ontmoeting tussen twee of meer deelnemers.
Wedstrijdleider:
Degene die belast is met de leiding van een wedstrijd en met de toepassing van de spelregels (zie artikel 81).
Zichtbare kaart:
Een kaart die zo gehouden wordt dat de beeldzijde ervan door een tegenstander of door de partner gezien kan worden.
Zitting:
Een speelperiode van langere duur waarin een aantal borden, bepaald door de toernooiorganisator, moet worden gespeeld. (Kan verschillende betekenissen hebben zoals in de artikelen 4, 12C2 en 91.)

HOOFDSTUK II
Inleidende bepalingen

ARTIKEL 1 Het spel

A. De rangorde van kaarten en kleuren
Wedstrijdbridge wordt gespeeld met een spel van 52 kaarten, met dertien kaarten van elk van de vier kleuren. De kleuren zijn in afdalende rangorde: schoppen (♠), harten (♥), ruiten (♦), klaveren (♣). De kaarten van elke kleur zijn in afdalende rangorde: aas, heer, vrouw, boer, 10, 9, 8, 7, 6, 5, 4, 3, 2.

B. De beeldzijde van de kaarten
Het Bondsbestuur mag eisen dat de beeldzijde van de kaarten symmetrisch is.

C. De rugzijde van de kaarten
De rugzijden van alle 52 kaarten van een spel moeten identiek zijn. Ze mogen woorden bevatten, een logo of een afbeelding, maar het beeld moet puntsymmetrisch zijn.

ARTIKEL 2 De wedstrijdborden

Een wedstrijdbord is ter beschikking voor elk spel dat gedurende een zitting moet worden gespeeld. Ieder bord is genummerd en bevat vier vakken voor het opbergen van de vier handen, aangeduid met noord, oost, zuid en west. De gever en de kwetsbaarheid zijn als volgt vastgesteld:
Noord gever Borden 1 5 9 13
Oost gever Borden 2 6 10 14
Zuid gever Borden 3 7 11 15
West gever Borden 4 8 12 16
Niemand kwetsbaar Borden 1 8 11 14
Noord-zuid kwetsbaar Borden 2 5 12 15
Oost-west kwetsbaar Borden 3 6 9 16
Allen kwetsbaar Borden 4 7 10 13
Dezelfde volgorde geldt voor de borden 17-32 en voor elke volgende groep van zestien borden. Een bord dat niet aan deze voorwaarden voldoet, behoort niet te worden gebruikt. Wordt een

dergelijk bord toch gebruikt, dan gelden de aanduidingen op dit bord voor de betreffende zitting.

ARTIKEL 3 Schikking van de tafels

Aan elke tafel spelen vier spelers. De tafels worden genummerd volgens een door de wedstrijdleider vastgestelde volgorde. Hij wijst de noordrichting aan; de andere windrichtingen volgen op de normale wijze uit de plaats van noord.

ARTIKEL 4
Partners

De vier spelers aan elke tafel vormen twee partijen of paren, noord-zuid tegen oost-west. Aan paren- of viertallenwedstrijden nemen de spelers deel als paren respectievelijk als viertallen en deze behouden dezelfde samenstelling gedurende een zitting (tenzij de wedstrijdleider anders bepaalt). Aan individuele wedstrijden neemt elke speler afzonderlijk deel en gedurende een zitting wordt van partner gewisseld.

ARTIKEL 5 Aanwijzing van de plaatsen

A. Plaats bij aanvang van de zitting
Bij het begin van een zitting wijst de wedstrijdleider elke deelnemer (persoon, paar of viertal) zijn plaats aan. Tenzij anders voorgeschreven mogen de leden van een paar of viertal in onderling overleg uitmaken welke van de hun toegewezen plaatsen door ieder van hen zal worden ingenomen. Nadat een bepaalde windrichting is gekozen, mag een speler deze in dezelfde zitting nog slechts op aanwijzing of met toestemming van de wedstrijdleider veranderen.

B. Verandering van windrichting of tafel
De spelers veranderen van windrichting of begeven zich naar een andere tafel volgens de aanwijzingen van de wedstrijdleider. De wedstrijdleider is verantwoordelijk voor duidelijke bekendmaking van de aanwijzingen; elke speler is ervoor verantwoordelijk dat hij op de juiste tijd en op de voorgeschreven wijze van plaats wisselt en dat hij na elke wisseling de juiste plaats inneemt.
HOOFDSTUK III
Voorbereiding en voortgang

ARTIKEL 6 Het schudden en geven

A. Het schudden
Voordat het spelen begint, wordt elk spel grondig geschud. De kaarten moeten worden afgenomen (gecoupeerd), indien een van de tegenstanders dit wenst.

B. Het geven
De kaarten moeten, kaart voor kaart, met de beeldzijde naar beneden, worden gegeven in vier handen van dertien kaarten elk. Elke hand wordt daarna met de beeldzijde naar beneden in een van de vier vakken van het bord gestoken. Bij het geven mogen geen twee opeenvolgende kaarten van het spel aan eenzelfde hand toebedeeld worden. Het verdient aanbeveling de kaarten te delen volgens de wijzers van de klok.

C. Vertegenwoordiging van beide paren
Bij het schudden en geven moet een speler van elk paar aanwezig zijn, tenzij de wedstrijdleider een andere regeling treft.

D. Opnieuw schudden en geven
1. Als voor het begin van de eerste biedronde blijkt dat de kaarten op onjuiste wijze zijn gegeven of dat tijdens het schudden en geven van de kaarten een speler de beeldzijde van een kaart die toebehoort aan een andere speler, had kunnen zien, moet er opnieuw worden geschud en gegeven. Als daarna een speler, voordat het bord volledig gespeeld is, toevallig een kaart ziet die toebehoort aan de hand van een andere speler, is artikel 16D van toepassing (maar zie ook artikel 24).
2. Tenzij het de bedoeling is in een toernooi reeds eerder gespeelde spellen nogmaals te spelen, mag een resultaat niet gehandhaafd worden als de kaarten zijn gegeven met een voorgesorteerd spel kaarten zonder dat het geschud is, of als het spel van een andere zitting komt. (Deze bepalingen hebben geen betrekking op de mogelijkheid om, indien dit gewenst is, borden tijdens een zitting tussen tafels uit te wisselen.)

3. De wedstrijdleider mag, op grond van elke reden in overeenstemming met de spelregels, voorschrijven dat er opnieuw geschud en gegeven wordt (maar zie artikel 22B en 86A).

E. Keuzemogelijkheden van de wedstrijdleider
1. De wedstrijdleider mag voorschrijven dat het schudden en geven aan iedere tafel gebeurt onmiddellijk voordat het spelen begint.
2. De wedstrijdleider mag vooraf zélf schudden en geven. De wedstrijdleider mag zijn assistenten of andere daartoe aangewezen personen vooraf laten schudden en geven.
3. De wedstrijdleider mag voor het geven of het vooraf geven een andere methode voorschrijven mits deze ook tot een geheel op toeval berustend resultaat leidt zoals in A en B hierboven.

F. Het dupliceren van een bord
Indien de voorwaarden waaronder wordt gespeeld, dat nodig maken, mag, in opdracht van de wedstrijdleider, elk oorspronkelijk spel een of meer malen worden gedupliceerd. Als er spellen gedupliceerd worden, dan zal er normaal gesproken geen sprake kunnen zijn van opnieuw delen (hoewel de wedstrijdleider wel daartoe mag besluiten).

ARTIKEL 7 Controle van borden en kaarten

A. Plaats van het bord
Het bord dat moet worden gespeeld, wordt midden op de tafel gelegd en moet daar in de juiste richting blijven liggen tot het is gespeeld.

B. Het uit het bord nemen van de kaarten
1. Elke speler neemt de hand uit het vak dat met zijn windrichting overeenstemt.
2. Elke speler telt zijn kaarten met de beeldzijde naar beneden om zich ervan te vergewissen dat hij er precies dertien heeft; daarna moet hij, voordat hij een bieding doet, zijn kaarten inzien.
3. Gedurende het spelen blijft elke speler in het bezit van zijn eigen kaarten, waarbij hij ervoor zorgt dat zij niet vermengd raken met die van een andere speler. Het is de spelers niet toegestaan tijdens of na het spelen andere dan hun eigen kaarten aan te raken, tenzij hiervoor toestemming van een tegenstander of de wedstrijdleider is verkregen (de leider mag echter de kaarten van de blinde spelen in overeenstemming met artikel 45).

C. Het in het bord terugsteken van de kaarten
Elke speler dient na afloop van het spel zijn oorspronkelijke dertien kaarten te schudden en daarna terug te steken in het vak dat met zijn windrichting overeenstemt. Daarna mag geen enkele hand meer uit het bord genomen worden, tenzij een speler van elk paar of de wedstrijdleider daarbij aanwezig is.

D. Verantwoordelijkheid voor de gang van zaken
De verantwoordelijkheid voor de juiste gang van zaken aan tafel ligt in de eerste plaats bij elke deelnemer die gedurende de hele zitting aan die tafel blijft.

ARTIKEL 8 Volgorde van de ronden

A. Het rouleren van de borden en de spelers
1. De wedstrijdleider geeft de spelers aanwijzingen over het correcte rouleren van de borden en over het wisselschema van de deelnemers.
2. Tenzij de wedstrijdleider anders bepaalt, is de noordspeler aan elke tafel er verantwoordelijk voor, dat de zojuist aan zijn tafel gespeelde borden voor de volgende ronde naar de juiste tafel worden gebracht.

B. Einde van een ronde
1. In het algemeen eindigt een ronde wanneer de wedstrijdleider het aanvangssein voor de volgende ronde geeft; maar als op dat moment het spelen aan een tafel nog niet is beëindigd, gaat voor deze tafel de ronde door tot daar gewisseld wordt.
2. Als de wedstrijdleider beslist heeft om het spelen van een bord naar een later tijdstip te verschuiven, eindigt voor de betrokken spelers de ronde voor dat bord pas als het bord gespeeld is, er overeenstemming over de score is en die score genoteerd is, of als de wedstrijdleider het bord niet laat spelen.

C. Einde van de laatste ronde en van een zitting
De laatste ronde van een zitting en de zitting zelf eindigen aan iedere tafel, wanneer het spelen van het vastgestelde aantal borden aan die tafel is beëindigd, alle scores zijn geregistreerd en door de tegenpartij zijn goedgekeurd.
HOOFDSTUK IV
Algemene bepalingen betreffende onregelmatigheden

ARTIKEL 9 Gang van zaken na een onregelmatigheid

A. De aandacht vestigen op een onregelmatigheid
1. Tenzij de spelregels het verbieden, mag elke speler de aandacht vestigen op een onregelmatigheid tijdens de biedperiode, ongeacht wiens beurt het is om te bieden.
2. Tenzij de spelregels het verbieden, mag de leider of ieder van de tegenspelers de aandacht vestigen op een onregelmatigheid die plaatsvindt tijdens het spelen. Voor een kaart die in de verkeerde richting ligt, zie artikel 65B3.
3. Elke speler, ook de blinde, mag proberen een onregelmatigheid te voorkomen (maar de blinde is onderworpen aan de artikelen 42 en 43).
4. De blinde mag niet de aandacht vestigen op een onregelmatigheid tot de laatste kaart van het bord gespeeld is (maar zie artikel 20F5 voor een kennelijk verkeerde uitleg door de leider).
5. Men is niet verplicht de aandacht te vestigen op een overtreding van de spelregels, begaan door de eigen partij (zie echter artikel 20F5 voor de verbetering van een kennelijk foutieve uitleg door de partner).

B. Nadat de aandacht is gevestigd op een onregelmatigheid
1. (a) De wedstrijdleider behoort onmiddellijk ontboden te worden nadat de aandacht is gevestigd op een onregelmatigheid.
(b) Elke speler, met inbegrip van de blinde, mag de wedstrijdleider ontbieden, nadat de aandacht is gevestigd op een onregelmatigheid.
(c) Een speler die de wedstrijdleider ontbiedt, verliest geen enkel recht waarop hij anders aanspraak zou kunnen maken.
(d) Het feit dat een speler de aandacht vestigt op een onregelmatigheid, begaan door zijn eigen partij, tast de rechten van de tegenstanders niet aan.
2. Een speler mag geen enkele actie ondernemen totdat de wedstrijdleider een volledige uitleg heeft gegeven inzake de toepasselijke rechtzetting.

C. Voortijdig herstel van een onregelmatigheid
Elk voortijdig herstel van een onregelmatigheid door de overtreder kan hem blootstellen aan een verdere rechtzetting (zie artikel 26B voor de voorspeelbeperkingen).

ARTIKEL 10 Het bepalen van een rechtzetting

A. Het recht te bepalen welke rechtzetting moet plaatsvinden Alleen de wedstrijdleider heeft het recht te bepalen welke rechtzetting moet plaatsvinden. Spelers hebben niet het recht op eigen initiatief rechtzettingen te bepalen of daarvan af te zien (zie artikel 81C5).

B. Het ongedaan maken van het bepalen of afzien van recht-zetting
De wedstrijdleider kan elk bepalen of afzien van rechtzetting door de spelers buiten hem om, handhaven of annuleren.

C. Keuze na een onregelmatigheid
1. Wanneer deze spelregels een keuze openlaten na een onregelmatigheid, dient de wedstrijdleider alle keuzemogelijkheden duidelijk te maken.
2. Indien een speler na een onregelmatigheid een keuzemogelijkheid heeft, moet hij zijn keuze maken zonder overleg met zijn partner.
3. Wanneer deze spelregels de niet-overtredende partij een keuzemogelijkheid bieden na een door een tegenstander begane onregelmatigheid, is het correct de meest voordelige keuze te maken.
4. Voor zover niet in strijd met artikel 16C2 mogen de overtreders na rechtzetting van hun overtreding een voor hen gunstige bieding of speelwijze kiezen, ook al lijken zij hiermee voordeel te trekken uit hun eigen overtreding (maar zie artikel 27 en 72C).

ARTIKEL 11
Het verlies van het recht op rechtzetting

A. Het ondernemen van actie door de niet-overtredende partij Het recht op rechtzetting van een onregelmatigheid kan verloren gaan als een speler van de niet-overtredende partij enige actie onderneemt vóór het ontbieden van de wedstrijdleider. Als een partij bevoordeeld is door verdere actie, ondernomen door een tegenstander die niet op de hoogte was van de bepalingen in het toepasselijke artikel, past de wedstrijdleider alleen de score van die partij aan door het desbetreffende voordeel weg te nemen. De andere partij behoudt de score die aan tafel werd behaald.

B. Straf na het verloren gaan van het recht op rechtzetting Zelfs nadat het recht op rechtzetting verloren is gegaan volgens dit artikel, kan de wedstrijdleider een procedurele straf opleggen (zie artikel 90).

ARTIKEL 12
Bevoegdheid van de wedstrijdleider naar eigen goeddunken te handelen

A. Het recht om een arbitrale score toe te kennen Op verzoek van een speler binnen de periode bepaald in artikel 92B of op eigen initiatief mag de wedstrijdleider een arbitrale score toekennen, als deze spelregels hem daartoe het recht geven (voor viertallenwedstrijden zie artikel 86B). Dit houdt in:

1. De wedstrijdleider mag een arbitrale score toekennen in het voordeel van een niet-overtredende deelnemer als naar zijn oordeel deze spelregels niet in een rechtzetting voorzien voor het type overtreding dat begaan werd.
2. De wedstrijdleider kent een kunstmatige arbitrale score toe als er geen mogelijkheid is tot herstel waardoor het bord nog normaal gespeeld kan worden (zie artikel 12C2).
3. De wedstrijdleider mag een arbitrale score toekennen als er een onjuiste rechtzetting van een onregelmatigheid heeft plaatsgehad.

B. Bedoeling van een arbitrale score
1. De bedoeling van het toekennen van een arbitrale score is de schade die een niet-overtredende partij heeft opgelopen, te herstellen en het voordeel dat een overtredende partij uit zijn overtreding behaald heeft, weg te nemen. Er is schade als een niet-overtredende partij een resultaat behaalt dat door een overtreding slechter is dan het resultaat dat verwacht mocht worden als de overtreding niet had plaatsgevonden – maar zie C1b.
2. De wedstrijdleider mag geen arbitrale score toekennen uit de overweging dat de rechtzetting die in de spelregels is bepaald, onevenredig zwaar of voordelig is voor een der partijen.

C. Het toekennen van een arbitrale score
1. (a) Als de wedstrijdleider door deze spelregels gerechtigd is een score aan te passen na een overtreding en hij in staat is een vervangende score te geven, doet hij dat. Deze score vervangt de score die op dit spel behaald werd.
(b) Bij het toekennen van een vervangende arbitrale score moet de wedstrijdleider trachten zo goed mogelijk te bepalen wat het waarschijnlijke resultaat op het bord geweest zou zijn zonder de overtreding.
(c) Een vervangende arbitrale score mag een gewogen gemiddelde zijn van een aantal mogelijke resultaten, maar alleen resultaten die op een reglementaire manier konden worden bereikt mogen in aanmerking genomen worden.
(d) Als de mogelijkheden erg talrijk of niet duidelijk zijn, mag de wedstrijdleider een kunstmatige arbitrale score toekennen (zie C2 hieronder).
(e) Als de niet-overtredende partij na de onregelmatigheid bijdraagt aan haar eigen schade door een zeer ernstige fout (die geen verband houdt met de overtreding) of door een speculatieve actie waarbij ze erop rekent dat die, indien niet succesvol, door een rechtzetting hersteld zou kunnen worden, dan:
(i) krijgt de overtredende partij de score die haar toegekend zou zijn op basis van de rechtzetting van de onregelmatigheid.
(ii) krijgt de niet-overtredende partij geen herstel voor het deel van de schade dat ze zelf veroorzaakt heeft.
2. (a) Als ten gevolge van een onregelmatigheid geen resultaat kan worden behaald [zie ook C1(d)], kent de wedstrijdleider een kunstmatige arbitrale score toe in overeenstemming met de mate waarin de partijen verantwoordelijk zijn voor de onregelmatigheid: gemiddelde-min (ten hoogste 40% van het totaal aan matchpunten in parenwedstrijden) aan een deelnemer die onmiskenbaar in overtreding is; gemiddelde (50% in parenwedstrijden) aan een deelnemer die slechts tot op zekere hoogte in overtreding is; gemiddelde-plus (ten minste 60% in parenwedstrijden) aan een deelnemer die op geen enkele wijze in overtreding is.
(b) Als de wedstrijdleider ervoor kiest om als kunstmatige arbitrale score een gemiddelde-plus of gemiddelde-min in IMPs te geven, dan is die score plus 3 IMPs, resp. min 3 IMPs. Als het Bondsbestuur akkoord gaat, mag de toernooiorganisator andere scores bepalen, zoals voorzien in de artikelen 78D, 86B3 en (d) hieronder.
(c) De voorgaande bepalingen gelden niet voor een nietovertredende deelnemer die over de hele zitting meer dan 60% van de matchpunten behaalt of voor een overtredende deelnemer die over de hele zitting minder dan 40% van de matchpunten behaalt (of het equivalent in IMPs). Deze deelnemers krijgen het percentage (of het equivalent in IMPs) dat ze behaald hebben op de andere borden van die zitting.
(d) Als een deelnemer geen resultaat haalt op verschillende borden van dezelfde zitting, mag het Bondsbestuur bepalen dat de toegekende scores op elk van de daarna te spelen borden kunnen afwijken van wat voorgeschreven is in (a) en (b) hierboven.
3. In individuele wedstrijden past de wedstrijdleider de rechtzettingen van de spelregels en de bepalingen omtrent het toekennen van een arbitrale score gelijkelijk toe op beide spelers van de overtredende partij, ook al is slechts een van hen verantwoordelijk voor de onregelmatigheid. De wedstrijdleider mag echter geen procedurele straf aan de partner van de overtreder opleggen als naar zijn mening deze partner op geen enkele manier blaam treft.
4. Als de wedstrijdleider niet-complementaire arbitrale scores (zie artikel 12C) toekent in wedstrijden volgens een afvalsysteem, wordt van iedere deelnemer de score op het bord apart berekend en het gemiddelde ervan wordt aan beide deelnemers toegekend.

ARTIKEL 13
Onjuist aantal kaarten

A. Geen bieding gedaan
Als geen van de spelers met een onjuist aantal kaarten een bieding gedaan heeft:
1. moet de wedstrijdleider de hand herstellen en als dan geen enkele speler een kaart van een andere speler gezien heeft, bepaalt hij dat het bord normaal gespeeld wordt.
2. Als de wedstrijdleider constateert dat een of meer handen van een bord een onjuist aantal kaarten bevatten en een speler een of meer kaarten van een andere speler gezien heeft, laat hij het bord spelen en het resultaat noteren. Als hij daarna van oordeel is dat de bijkomende informatie het resultaat op het bord beïn-

vloed heeft, moet de wedstrijdleider een arbitrale score toekennen [zie art. 12C1(b)] en kan hij een overtreder bestraffen.

B. Ontdekt tijdens het bieden of spelen
Als de wedstrijdleider constateert dat de hand van een speler oorspronkelijk meer dan dertien kaarten bevatte terwijl een andere speler een aantal kaarten minder bezat en een speler met een onjuiste hand een bieding heeft gedaan:
1. Als de wedstrijdleider van oordeel is dat het bord normaal gespeeld kan worden, herstelt hij het bord en laat het zonder verandering van biedingen spelen. Na het spelen kan de wedstrijdleider alsnog een arbitrale score toekennen.
2. In alle andere gevallen moet de wedstrijdleider een arbitrale score toekennen [zie art. 12C1(b)] en kan hij een overtreder bestraffen.

C. Overtollige kaart
Overtollige kaarten maken geen deel uit van het spel en worden verwijderd. Het bieden en het spelen gaan door zonder verdere rechtzetting. Er mag geen arbitrale score toegekend worden, tenzij een dergelijke kaart in een reeds voltooide slag gespeeld werd.

D. Na afloop van het spelen
Wanneer na afloop van het spelen vastgesteld wordt dat de hand van een speler oorspronkelijk meer dan dertien kaarten bevatte, terwijl een andere speler een aantal kaarten minder bezat, moet het resultaat geannuleerd worden. Er wordt een arbitrale score toegekend (artikel 86B kan van toepassing zijn). Een overtreder kan een procedurele straf worden opgelegd.

ARTIKEL 14
Ontbrekende kaart

A. Incomplete hand geconstateerd voordat het spelen begint Als vóór de opengelegde uitkomst blijkt dat een of meer handen minder dan dertien kaarten bevatten maar geen hand meer dan dertien, stelt de wedstrijdleider een onderzoek in naar elke ontbrekende kaart en:
1. als de kaart gevonden wordt, wordt zij toegevoegd aan de incomplete hand;
2. als de kaart niet gevonden kan worden, reconstrueert de wedstrijdleider het spel zo goed mogelijk, met gebruikmaking van een ander spel kaarten;
3. het bieden en het spelen gaan normaal door zonder wijziging van de gedane biedingen; alle kaarten die behoren tot de herstelde hand, worden verondersteld voortdurend deel te hebben uitgemaakt van de herstelde hand.

B. Incomplete hand geconstateerd na de aanvang van het spelen
Als op enig moment nadat de uitkomst open op tafel gelegd is (tot aan het einde van de periode waarin verbeterd mag worden), blijkt dat een of meer handen minder dan dertien kaarten bevatten maar geen hand meer dan dertien, stelt de wedstrijdleider een onderzoek in naar elke ontbrekende kaart en:
1. als de kaart gevonden wordt tussen de gespeelde kaarten, is artikel 67 van toepassing;
2. als de kaart ergens anders gevonden wordt, wordt ze toegevoegd aan de incomplete hand. Rechtzettingen en strafbepalingen kunnen van toepassing zijn (zie B4 hieronder);
3. als de kaart niet gevonden wordt, wordt het spel zo goed mogelijk gereconstrueerd met een ander spel kaarten. Rechtzettingen en strafbepalingen kunnen van toepassing zijn (zie B4 hieronder);
4. een kaart die volgens de bepalingen onder punt B van dit artikel toegevoegd wordt aan een hand, wordt geacht steeds deel uitgemaakt te hebben van de incomplete hand. Deze kaart kan een strafkaart worden. Indien de toegevoegde kaart eerder had moeten worden gespeeld, is dit verzuim een verzaking.

C. Informatie van toevoegen van kaart
De wetenschap dat een kaart werd toegevoegd, is ongeoorloofde informatie voor de partner van de speler wiens hand een onjuist aantal kaarten bevatte.

ARTIKEL 15
Verkeerd bord of verkeerde hand

A. Kaarten van een verkeerd bord
1. Een bieding wordt geannuleerd (samen met alle volgende biedingen) als ze door een speler gedaan werd met de kaarten van een verkeerd bord.
2. (a) Als de partner van de overtreder daarna een bieding heeft gedaan, moet de wedstrijdleider een arbitrale score geven.
(b) Zo niet, dan doet de overtreder een bieding na de juiste hand te hebben ingezien en het bieden gaat vanaf dat punt normaal verder.
(c) Artikel 16C is van toepassing op elke ingetrokken of geannuleerde bieding.
3. Als de overtreder daarna zijn bieding herhaalt op het bord waaruit hij ten onrechte zijn kaarten had genomen, mag de wedstrijdleider toestaan dat het bord normaal gespeeld wordt, maar hij moet een arbitrale score geven als de bieding van de overtreder verschilt van zijn oorspronkelijke geannuleerde bieding.
4. Bovenop de rechtzettingen hierboven kan een procedurele straf (artikel 90) worden opgelegd.

B. Verkeerd bord ontdekt tijdens de bied- of speelperiode Als de wedstrijdleider na de aanvang van de biedperiode ontdekt dat een deelnemer een bord speelt dat in die ronde niet voor hem bestemd is, dan:
1. Als een of meer spelers aan de tafel het bord al gespeeld hebben, al dan niet tegen de juiste tegenstanders, wordt het bord geannuleerd zowel voor zijn partij als voor zijn tegenstanders.
2. Als geen van de vier spelers het bord al gespeeld heeft, laat de wedstrijdleider het bieden en spelen voltooien. Hij laat het resultaat staan en kan beide paren verplichten het juiste bord later nog tegen elkaar te spelen.
3. De wedstrijdleider moet een kunstmatige arbitrale score toekennen [zie artikel 12C2(a)] aan elke deelnemer die niet in de gelegenheid is geweest een geldige score te behalen.

ARTIKEL 16
Geoorloofde en ongeoorloofde informatie

A. Gebruik van informatie door de spelers
1. Een speler mag informatie bij het bieden of spelen gebruiken als:
(a) de informatie voortkomt uit het reglementaire bieden en spelen van het desbetreffende bord (met inbegrip van onreglementair bieden en spelen dat geaccepteerd werd) en niet beïnvloed is door ongeoorloofde informatie van een andere bron; of
(b) het geoorloofde informatie is uit een ingetrokken handeling
(zie C); of

(c) het informatie is die in een artikel of regeling als geoorloofd is aangemerkt, of, indien niet anders bepaald, voortkomt uit reglementaire procedures die in deze spelregels of regelingen als geoorloofd zijn aangemerkt (maar zie verder B1); of
(d) het informatie is die de speler bezat voordat hij zijn hand uit het bord nam (artikel 7B) en de spelregels het gebruik van deze informatie niet verbieden.
2. Spelers mogen ook rekening houden met de inschatting van hun eigen score, het gedrag van de tegenstanders en de toernooibepalingen.

B. Anderszins verkregen informatie van de zijde van de partner
1. Elke anderszins (anders dan bepaald in artikel 16A) verkregen informatie van de partner die een bieding of een speelwijze zou kunnen suggereren, is ongeoorloofd. Voorbeelden daarvan zijn opmerkingen, antwoorden op vragen, onverwachte alerts of het niet alerteren, een onmiskenbare aarzeling, ongewone snelheid, bijzondere nadruk, intonatie, gebaar, beweging of hebbelijkheid.
(a) Een speler mag geen bieding of speelwijze kiezen die onloochenbaar gesuggereerd is boven een andere, als die andere bieding of speelwijze een logisch alternatief is.
(b) Een logisch alternatief is een actie die een significant gedeelte van spelers van vergelijkbaar niveau als de betrokken speler, met dezelfde afspraken in het partnership, ernstig overweegt en die sommigen zouden kunnen verkiezen.
2. Als een speler van oordeel is dat een tegenstander dergelijke informatie heeft verschaft en hij de kans groot acht dat hij benadeeld kan worden, mag hij aankondigen, tenzij het Bondsbestuur het verbiedt (wat kan betekenen dat de wedstrijdleider geroepen moet worden), dat hij zich het recht voorbehoudt de wedstrijdleider op een later tijdstip te ontbieden (de tegenstanders behoren de wedstrijdleider onmiddellijk te ontbieden als zij de eventuele overdracht van ongeoorloofde informatie bestrijden).
3. Wanneer een speler gegronde redenen heeft om aan te nemen dat een tegenstander die een redelijk alternatief had, gekozen heeft voor een actie die was gesuggereerd door dergelijke informatie, behoort hij de wedstrijdleider na het spel te ontbieden. De wedstrijdleider moet een arbitrale score toekennen (zie

artikel 12C1) als hij van oordeel is dat de overtreding resulteerde in een voordeel voor de overtreder.

C. Informatie uit ingetrokken handelingen
Ingeval een bieding of spelen conform de spelregels ingetrokken wordt, geldt:
1. Voor een niet-overtredende partij is alle informatie geoorloofd die voortkomt uit een ingetrokken handeling, ongeacht welke partij deze handeling heeft verricht.
2. Voor een overtredende partij is informatie die voortkomt uit een ingetrokken handeling van de eigen partij of uit ingetrokken handelingen van de niet-overtredende partij, niet geoorloofd. Een speler van een overtredende partij mag geen bieding of speelwijze kiezen die onloochenbaar gesuggereerd is boven een andere, als die andere bieding of speelwijze een logisch alternatief is.
3. De wedstrijdleider moet een arbitrale score toekennen (zie artikel 12C1) als hij van oordeel is dat een overtreding van C2 hierboven de niet-overtredende partij heeft benadeeld.

D. Anderszins verkregen informatie uit andere bronnen
1. Wanneer een speler onbedoeld op een andere manier dan bepaald in artikel 16A informatie ontvangt over een bord dat hij speelt of nog moet spelen, behoort de wedstrijdleider onmiddellijk op de hoogte gesteld te worden, bij voorkeur door degene die de inlichtingen heeft ontvangen. Als ongeoorloofde informatie in deze zin worden onder meer beschouwd: het inzien van een verkeerde hand, het horen van biedingen, resultaten of opmerkingen, het zien van kaarten aan een andere tafel of, voordat het bieden begint, het zien van een kaart die aan een andere speler aan de eigen tafel toebehoort (zie ook artikel 13A).
2. Als de wedstrijdleider van oordeel is dat de informatie waarschijnlijk de normale voortgang van het spel zal verhinderen, mag hij voordat er een bieding gedaan is:
(a) de plaatsen van de spelers aanpassen, als het type wedstrijd en de wijze van scoren dit toelaten, zodanig dat de speler die informatie bezit over een bepaalde hand, deze hand zal krijgen; of
(b) als de vorm van de wedstrijd het toelaat, voorschrijven dat het bord opnieuw gedeeld wordt voor deze deelnemers; of
(c) toelaten dat het spelen van het bord voltooid wordt; hij kent een arbitrale score toe als hij van oordeel is dat de extra
ontvangen informatie het resultaat beïnvloed kan hebben; of
(d) een arbitrale score toekennen (voor viertallenwedstrijden zie artikel 86B).
3. Als dergelijke extra informatie verkregen wordt nadat de eerste bieding is gedaan maar voordat het spelen van het bord is voltooid, beslist de wedstrijdleider als in 2(c) of 2(d) hierboven.

HOOFDSTUK V
Het bieden

DEEL I
Juiste gang van zaken

ARTIKEL 17
De biedperiode

A. Begin van de biedperiode
De biedperiode van een spel begint voor een partij als een van beide spelers van het paar zijn kaarten uit het bord neemt.

B. De eerste bieding
De speler die op het bord als gever is aangeduid, doet de eerste bieding.

C. Volgende biedingen
De speler links van de gever doet de tweede bieding en daarna biedt elke speler op zijn beurt volgens de wijzers van de klok.

D. Einde van de biedperiode
1. De biedperiode eindigt als na het einde van het bieden zoals bepaald in artikel 22A, een van beide tegenspelers een uitkomst met de beeldzijde naar boven op tafel legt. (Als het een uitkomst voor de beurt is, zie artikel 54.) De periode tussen de laatste pas en de open uitkomst wordt uitlegperiode genoemd.
2. Als geen van de spelers een bod doet (zie artikel 22B), eindigt de biedperiode als alle vier de handen in het bord teruggestoken zijn.
3. Wanneer na een bieding driemaal is gepast, is het bieden niet beëindigd als een van deze pasbiedingen een pas voor de beurt was en een speler als gevolg daarvan zijn rechtmatige biedbeurt ontnomen werd. Als dit gebeurt, gaat de bieding terug naar de speler die zijn beurt heeft gemist. Alle volgende pasbiedingen worden geannuleerd en het bieden gaat normaal verder. Artikel 16C is van toepassing op de geannuleerde biedingen; elke speler die voor zijn beurt paste, beging een overtreding.

ARTIKEL 18
Bod

A. Juiste wijze
Een bod duidt een aantal trekken aan (slagen boven zes) van één tot zeven en een speelsoort. (Pas, doublet en redoublet zijn
biedingen maar geen bod.)

B. Het opheffen van een bod
Een bod heft een vorig bod op als het óf hetzelfde aantal trekken in een hogere speelsoort aanduidt óf een groter aantal trekken in welke speelsoort dan ook.

C. Voldoende bod
Een bod dat het onmiddellijk eraan voorafgaande bod opheft, is een voldoende bod.

D. Onvoldoende bod
Een bod dat het onmiddellijk eraan voorafgaande bod niet opheft, is een onvoldoende bod. Het is een overtreding om een onvoldoende bod te doen (zie artikel 27 voor de rechtzetting).

E. Rangorde van de speelsoorten
De rangorde van de speelsoorten in afdalende volgorde is: sans atout (zonder troef), schoppen, harten, ruiten, klaveren.

F. Andere manieren
Het Bondsbestuur mag andere manieren voor het bieden toelaten.

ARTIKEL 19
Doublet en redoublet

A. Doublet
1. Een speler mag alleen het laatst voorafgaande bod doubleren. Dat bod moet zijn gedaan door een tegenstander; tussen het bod en het doublet mogen geen andere biedingen dan pas gedaan zijn.
2. Een speler behoort bij het doubleren niet het aantal trekken of de speelsoort te noemen. De enige juiste term is “doublet”.
3. Als een speler bij het doubleren het bod of het aantal trekken of de speelsoort op onjuiste wijze noemt, wordt hij geacht het werkelijk gedane bod te hebben gedoubleerd (artikel 16 – Ongeoorloofde informatie – kan van toepassing zijn).

B. Redoublet
1. Een speler mag alleen het laatst voorafgaande doublet redoubleren. Dat doublet moet zijn gedaan door een tegenstander; tussen het doublet en het redoublet mogen geen andere biedingen dan pas gedaan zijn.
2. Bij het redoubleren behoort een speler niet het aantal trekken of de speelsoort te noemen. De enige juiste term is “redoublet”.
3. Als een speler bij het redoubleren het gedoubleerde bod of het aantal trekken of de speelsoort op onjuiste wijze noemt, wordt hij geacht het werkelijk gedane bod te hebben geredoubleerd
(artikel 16 – Ongeoorloofde informatie – kan van toepassing zijn).

C. Opheffing van doublet of redoublet
Elk doublet of redoublet wordt opgeheven door een volgend reglementair bod.

D. Scoreberekening van een gedoubleerd of geredoubleerd contract
Als een gedoubleerd of geredoubleerd bod niet gevolgd wordt door een reglementair bod, worden de scores verhoogd zoals voorzien in artikel 77.

ARTIKEL 20
Herhaling en uitleg van biedingen

A. Bieding die niet duidelijk is verstaan
Een speler mag onmiddellijk verduidelijking vragen als hij erover twijfelt welke bieding gedaan werd.

B. Herhaling van het bieden tijdens de biedperiode Tijdens de biedperiode heeft elke speler het recht alle voorafgaande biedingen te laten herhalen, mits het zijn beurt is om te bieden, tenzij hij reglementair moet passen; alerts behoren bij de herhaling vermeld te worden. Een speler mag geen gedeeltelijke herhaling van voorafgaande biedingen vragen en mag de herhaling niet afbreken voor deze voltooid is.

C. Herhaling na de afsluitende pas
1. Na de afsluitende pas heeft elke tegenspeler het recht te vragen of hij moet uitkomen (zie artikelen 47E en 41).
2. Zowel de leider als elke tegenspeler mag bij zijn eerste beurt om te spelen, een herhaling vragen van alle voorafgaande biedingen (zie artikelen 41B en 41C). Net als in B mag een speler geen gedeeltelijke herhaling van voorafgaande biedingen vragen en mag hij de herhaling niet afbreken voor deze voltooid is.

D. Wie mag het biedverloop herhalen?
Alleen een tegenstander mag aan een verzoek om herhaling van de biedingen voldoen.

E. Verbetering van een fout in de herhaling
Alle spelers, met inbegrip van de blinde of een speler die reglementair moet passen, zijn er verantwoordelijk voor dat fouten in de herhaling meteen verbeterd worden (zie artikel 12C1 ingeval er schade ontstaat omdat een herhaling niet verbeterd is).

F. Uitleg van biedingen
1. Tijdens het bieden en vóór de afsluitende pas mag iedere speler, als het zijn beurt is om te bieden, verzoeken om een volledige uitleg van het bieden van de tegenstanders. Hij heeft het recht geïnformeerd te worden over de werkelijk gedane biedingen, over relevante alternatieve biedingen die niet werden gedaan en over relevante gevolgtrekkingen uit de keuze van handelingen voor zover ze behoren tot de afspraken tussen de partners.
Behalve als de wedstrijdleider anders bepaalt, behoort de partner van de speler die de desbetreffende bieding heeft gedaan, het antwoord te geven. De partner van de speler die een vraag stelt, mag geen aanvullende vraag stellen tot het zijn beurt is om te bieden. Artikel 16 kan van toepassing zijn en het Bondsbestuur mag regels stellen voor schriftelijke uitleg.
2. Na de afsluitende pas en gedurende de hele speelperiode mag elke tegenspeler die aan de beurt is om te spelen, verzoeken om een uitleg van het bieden van de tegenpartij. De leider mag als hij in de hand of in de blinde aan de beurt is om te spelen, verzoeken om uitleg van een bieding of van de tegenspelafspraken van een tegenspeler. Uitleg dient gegeven te worden op de manier zoals bepaald in 1 en door de partner van de speler wiens handeling uitgelegd wordt.

3. Conform de bepalingen van 1 en 2 hierboven mag een speler uitleg vragen over een enkele bieding maar artikel 16B1 kan van toepassing zijn.
4. (a) Als een speler zich tijdens het bieden realiseert dat zijn eigen uitleg foutief was of onvolledig, moet hij de wedstrijdleider ontbieden voor het einde van de uitlegperiode en de verkeerde uitleg verbeteren. Hij mag de wedstrijdleider vroeger ontbieden, maar hij hoeft dat niet. (Voor een verbetering tijdens de speelperiode, zie artikel 75B2.)
(b) Als de wedstrijdleider ontboden wordt, past hij artikel 21B of artikel 40B3 toe.
5. (a) Een speler wiens partner een foutieve uitleg heeft gegeven, mag die fout tijdens het bieden niet herstellen of op enigerlei wijze laten blijken dat er een vergissing is begaan. “Foutieve uitleg” houdt hier ook in het nalaten te alerteren of afspraken bekend te maken zoals de reglementen het voorschrijven of het alerteren (of een bekendmaking) waar het reglement het niet voorschrijft.
(b) Een speler moet de wedstrijdleider ontbieden en de tegenstanders ervan op de hoogte brengen dat zijn partner volgens hem een foutieve uitleg gaf (zie artikel 75B) maar alleen bij de eerste reglementaire gelegenheid die zich voordoet en dat is:
(i) voor een tegenspeler aan het einde van het spel, (ii) voor de leider of de blinde na de afsluitende pas.
6. AIs de wedstrijdleider van oordeel is dat een speler een handeling gebaseerd heeft op onjuiste informatie van een tegenstander, zie dan al naar gelang het geval, artikel 21 of artikel 47E.

G. Foutieve gang van zaken
1. Een speler mag geen vragen stellen met als enige bedoeling zijn partner te helpen.
2. Een speler mag geen vragen stellen met als enige bedoeling een onjuist antwoord aan een tegenstander te ontlokken.
3. Behalve als het Bondsbestuur het toestaat, mag een speler zijn eigen systeemkaart en notities niet raadplegen tijdens de bied- of speelperiode, [maar zie artikel 40B2(b)].

ARTIKEL 21
Onjuiste informatie

A. Bieding of spelen gebaseerd op verkeerd begrijpen door de speler zelf
Een speler heeft geen recht op rechtzetting of herstel als hij gehandeld heeft op basis van wat hij verkeerd begrepen of verstaan heeft.

B. Bieding gebaseerd op onjuiste informatie van een tegen-stander
1. (a) Een speler mag zonder sancties voor zijn partij een bieding wijzigen als de wedstrijdleider oordeelt dat de te vervangen bieding redelijkerwijs beïnvloed kan zijn door onjuiste informatie van een tegenstander. Voorwaarde is dat de biedperiode nog niet is afgelopen (zie artikel 17D) en de partner van de speler die zijn bieding wil wijzigen nog geen bieding deed na de te wijzigen bieding. Het niet meteen alerteren wanneer dit alerteren voorgeschreven wordt door het Bondsbestuur, wordt beschouwd als onjuiste informatie.
(b) De wedstrijdleider dient bij afwezigheid van bewijs van het tegendeel eerder uit te gaan van een foutieve uitleg dan van een foutieve bieding.
2. Wanneer een speler het verkiest een bieding te veranderen vanwege onjuiste informatie (zie 1 hierboven), mag zijn LT op zijn beurt elke daarna gedane bieding wijzigen zonder een verdere rechtzetting, maar artikel 16C is van toepassing.
3. Als het te laat is om een bieding te wijzigen en de wedstrijdleider oordeelt dat de overtredende partij voordeel gehaald kan hebben uit de onregelmatigheid, kent hij een arbitrale score toe.

ARTIKEL 22
Einde van het bieden

Het bieden eindigt wanneer:
A. Een of meer spelers een bod hebben gedaan en er na het laat-ste bod drie passen in volgorde zijn gedaan. Het laatste bod wordt het contract (maar zie artikel 19D).
B. Alle vier de spelers passen (maar zie artikel 25). De handen worden ongespeeld in het bord teruggestoken. Er mag niet opnieuw gegeven worden.

ARTIKEL 23
Vergelijkbare bieding

A. Definitie
Een bieding die een ingetrokken bieding vervangt, is een vergelijkbare bieding als ze:
1. dezelfde of een gelijkaardige betekenis heeft als (die van) de ingetrokken bieding; of
2. een deelverzameling vormt van de mogelijke betekenissen van de ingetrokken bieding; of
3. hetzelfde doel heeft (bijvoorbeeld een vraagbod of een relaybod) als die van de ingetrokken bieding.

B. Geen rechtzetting
Wanneer een bieding geannuleerd is (zoals bepaald in artikel 29B) en de overtreder kiest ervoor als het zijn rechtmatige beurt is om de onregelmatige bieding te vervangen door een vergelijkbare bieding, dan gaan zowel het bieden als spelen door zonder verdere rechtzetting. Artikel 16C2 is niet van toepassing, maar zie C hieronder.

C. Niet-overtredende partij is benadeeld
Als na de vervanging door een vergelijkbare bieding [zie de artikelen 27B1(b), 30B1(b)(i), 31A2(a) en 32A2(a)] de wedstrijdleider na het spel van oordeel is dat het resultaat op het bord zeer wel anders had kunnen zijn zonder de informatie verkregen door de overtreding, en de niet-overtredende partij daardoor benadeeld is, moet hij een arbitrale score toekennen [zie art.12C1(b)].

DEEL II
Onregelmatigheden

ARTIKEL 24
Getoonde of voorgespeelde kaart tijdens het bieden

Als de wedstrijdleider vaststelt dat tijdens het bieden, als gevolg van een fout van de speler zelf, de beeldzijde van een of meer kaarten van diens hand gezien kon worden door zijn partner, moet de wedstrijdleider voorschrijven dat elke zodanige kaart tot het einde van het bieden met de beeldzijde naar boven op tafel blijft liggen. Informatie die voortkomt uit zulke openliggende kaarten, is geoorloofd voor de niet-overtredende partij maar ongeoorloofd voor de overtredende partij (zie artikel 16C).
A. Lage kaart niet voortijdig voorgespeeld
Als het één kaart betreft, lager dan een honneur, en niet voortijdig voorgespeeld, is er geen verdere rechtzetting (maar zie E hieronder).

B. Eén honneur of een voortijdig voorgespeelde kaart
Als het één honneur betreft of als het een willekeurige kaart betreft die voortijdig is voorgespeeld, moet de partner van de overtreder passen wanneer het de eerstvolgende maal zijn beurt is om te bieden (zie artikel 72C ingeval een pas de niet-overtredende partij benadeelt).

C. Twee of meer kaarten worden getoond
Als twee of meer kaarten zoals in dit artikel beschreven, zijn getoond, moet de partner van de overtreder passen wanneer het de eerstvolgende maal zijn beurt is om te bieden (zie artikel 72C ingeval een pas de niet-overtredende partij benadeelt).

D. Partij van de leider
Als de overtreder leider of blinde wordt, worden de kaarten opgepakt en weer toegevoegd aan de hand.

E. Tegenspelers
Als na het einde van het bieden de overtreder tegenspeler wordt, wordt elke dergelijke kaart een strafkaart (zie de artikelen 50 en 51).

ARTIKEL 25
Het wijzigen van biedingen, al dan niet reglementair

A. Niet-bedoelde bieding
1. Als een speler ontdekt dat hij niet de bieding gedaan heeft die hij wilde doen, mag hij, tot zijn partner een bieding gedaan heeft, de niet-bedoelde bieding vervangen door de bieding die hij wilde doen. De tweede (bedoelde) bieding geldt en is onderworpen aan het toepasselijke artikel, maar de voorspeelbeperkingen van artikel 26 zijn niet van toepassing.
2. Als het de oorspronkelijke bedoeling van de speler was de bieding te doen die hij gelegd of genoemd heeft, blijft die bieding behouden. Een bieding mag gewijzigd worden als zij het gevolg was van een mechanische fout of een verspreking, maar niet als zij het gevolg was van concentratieverlies.
3. Een speler mag een niet-bedoelde bieding vervangen, ongeacht hoe hij zich bewust werd van zijn fout, zolang maar aan de voorwaarden beschreven in A1 hierboven voldaan is.
4. Een bieding mag niet vervangen worden wanneer zijn partner nadien een bieding heeft gedaan
5. Als het bieden eindigt voordat zijn partner aan de beurt is om te bieden, mag na het einde van de biedperiode de bieding van de speler niet meer worden gewijzigd (zie artikel 17D).
6. Als een wijziging wordt toegestaan, mag de LT de bieding die hij na de eerste bieding deed, intrekken. Informatie die voortkomt uit de ingetrokken bieding, is geoorloofd voor zijn partij en ongeoorloofd voor de tegenstanders.

B. Voorgenomen bieding
1. Een wijziging van bieding die niet toegestaan is volgens A, mag geaccepteerd worden door de LT. (De wijziging wordt geaccepteerd als de LT bewust een bieding doet na de wijziging.) De eerste bieding wordt dan ingetrokken, de tweede bieding wordt gehandhaafd en het bieden gaat verder (artikel 26 kan van toepassing zijn).
2. Behalve zoals bepaald in B1, wordt een wijziging die niet toegestaan is volgens A, geannuleerd. De oorspronkelijke bieding wordt gehandhaafd en het bieden gaat verder (artikel 26 kan van toepassing zijn).
3. Artikel 16C is van toepassing voor elke ingetrokken of geannuleerde bieding.

ARTIKEL 26
Ingetrokken bieding, voorspeelbeperkingen

A. Geen voorspeelbeperkingen
Wanneer een bieding van een in overtreding zijnde speler ingetrokken wordt, en vervangen wordt door een vergelijkbare bieding (zie artikel 23A), dan zijn er voor zijn partner geen voorspeelbeperkingen. Artikel 16C is niet van toepassing maar zie artikel 23C.

B. Voorspeelbeperkingen
Wanneer een bieding van een in overtreding zijnde speler ingetrokken wordt en niet vervangen wordt door een vergelijkbare bieding en hij tegenspeler wordt, dan mag de leider bij de eerste keer dat de partner van de overtreder moet voorspelen (dat kan de uitkomst zijn), de partner van de overtreder verbieden één kleur voor te spelen die niet aangeduid werd door de overtreder in het reglementaire bieden. Een dergelijk verbod blijft van kracht zolang de partner van de overtreder aan slag blijft.

ARTIKEL 27
Onvoldoende bod

A. Onvoldoende bod wordt geaccepteerd
1. Elk onvoldoende bod mag door de LT van de overtreder geaccepteerd worden (behandeld als reglementair). Het wordt geaccepteerd als de LT een bieding doet.
2. Als een speler een onvoldoende bod voor zijn beurt doet, is artikel 31 van toepassing.

B. Onvoldoende bod wordt niet geaccepteerd
Als een onvoldoende bod op de beurt niet geaccepteerd wordt (zie A), moet het verbeterd worden door een reglementaire bieding (maar zie 3 verder). In dat geval:
1. (a) Als het onvoldoende bod verbeterd wordt door het laagste bod dat dezelfde speelsoort(en) aanduidt als de speelsoort(en) aangeduid door de ingetrokken bieding, gaat het bieden door zonder verdere rechtzetting. De artikelen 26B en 16C zijn niet van toepassing maar zie D hieronder.
(b) Als, behalve zoals bepaald in (a), het onvoldoende bod verbeterd wordt door een vergelijkbare bieding (zie artikel 23A), gaat het bieden door zonder verdere rechtzetting. Artikel 16C is niet van toepassing maar zie D hieronder.
2. Als, behalve zoals voorzien in B1 hierboven, het onvoldoende bod verbeterd wordt door een voldoende bod of door een pas, moet de partner van de overtreder verder passen. De voorspeelbeperkingen van artikel 26B kunnen van toepassing zijn en zie ook artikel 72C.
3. Als, behalve zoals voorzien in B1b hierboven, de overtreder zijn onvoldoende bod tracht te vervangen door een doublet of redoublet, wordt die bieding geannuleerd. De overtreder moet het vervangen zoals toegestaan in het voorgaande en zijn partner moet verder passen. De voorspeelbeperkingen van artikel 26B kunnen van toepassing zijn en zie ook artikel 72C.
4. Als de overtreder zijn onvoldoende bod tracht te vervangen door een ander onvoldoende bod, beslist de wedstrijdleider overeenkomstig 3 hierboven als de LT het tweede onvoldoende bod niet, zoals onder A1 toegestaan, accepteert.

C. Voortijdige vervanging
Als de overtreder zijn onvoldoende bod vervangt voordat de wedstrijdleider heeft beslist over de rechtzetting, geldt de vervangende bieding indien reglementair, tenzij het onvoldoende bod wordt geaccepteerd zoals onder A toegestaan. De wedstrijdleider past het van toepassing zijnde deel van dit artikel toe op de vervangende bieding.

D. De niet-overtredende partij is benadeeld
Als de wedstrijdleider, nadat hij B1 heeft toegepast, na afloop van het spelen van oordeel is dat het resultaat op het bord zeer wel anders had kunnen zijn zonder de informatie verkregen door de overtreding, en de niet-overtredende partij als gevolg daarvan benadeeld is (zie artikel 12B1), kent hij een arbitrale score toe. Hij streeft er daarbij naar het waarschijnlijke resultaat dat zonder het onvoldoende bod op het bord behaald zou zijn, zo dicht mogelijk te benaderen.

ARTIKEL 28
Biedingen die beschouwd worden als bieden op de beurt

A. RT is verplicht te passen
Een bieding wordt beschouwd als bieden op de beurt, wanneer deze bieding door een speler wordt gedaan terwijl zijn RT aan de beurt is en de RT volgens de spelregels verplicht is te passen.

B. Bieding door juiste speler maakt bieding voor de beurt on-gedaan
Een bieding wordt beschouwd als bieden op de beurt, wanneer deze bieding werd gedaan door een speler wiens beurt het was om te bieden, voordat een rechtzetting is vastgesteld voor een bieding voor de beurt van een tegenstander; daardoor gaat het recht verloren de bieding voor de beurt te laten rechtzetten. Het bieden gaat door alsof de tegenstander die bieding niet gedaan heeft. Artikel 26 is niet van toepassing, maar zie artikel 16C2.

ARTIKEL 29
Gang van zaken na een bieding voor de beurt

A. Verlies van het recht op rechtzetting
Na een bieding voor de beurt mag de LT van de overtreder bieden als hij dat verkiest. Het recht op rechtzetting gaat in dat geval verloren.

B. Bieding voor de beurt wordt geannuleerd
Tenzij A van toepassing is, wordt een bieding voor de beurt geannuleerd en het bieden gaat terug naar de speler wiens beurt het was om te bieden. De overtredende partij is onderworpen aan de bepalingen van de artikelen 30, 31 of 32.

C. Bieding voor de beurt is kunstmatig
Als de bieding voor de beurt een kunstmatige bieding is, zijn de bepalingen van artikelen 30, 31 en 32 van toepassing op de aangeduide speelsoort(en) en niet op de genoemde speelsoort.

ARTIKEL 30
Voor de beurt passen

Wanneer een speler voor de beurt heeft gepast en de bieding wordt geannuleerd omdat niet is gekozen voor de mogelijkheid van artikel 29A, zijn de volgende bepalingen van toepassing (als de pas kunstmatig is, zie C):

A. RT is aan de beurt om te bieden
Wanneer een speler voor de beurt gepast heeft terwijl de RT van de overtreder aan de beurt was om te bieden, moet de overtreder passen bij zijn eerstvolgende beurt om te bieden en artikel 72C kan van toepassing zijn.

B. Partner of LT is aan de beurt om te bieden
1. Wanneer de overtreder gepast heeft terwijl zijn partner aan de beurt was, of als zijn LT aan de beurt was en de overtreder daarvoor geen bieding heeft gedaan:
(a) mag de partner van de overtreder als het zijn reglementaire beurt is om te bieden, elke reglementaire bieding doen, maar artikel 16C2 is van toepassing;
(b) mag de overtreder als het zijn reglementaire beurt is om te bieden elke reglementaire bieding doen en:
(i) als de bieding een vergelijkbare bieding is (zie artikel 23A) is er geen verdere rechtzetting. Artikel 26B is niet van toepassing, maar zie artikel 23C, (ii) als de bieding geen vergelijkbare bieding is (zie artikel 23A), moet de partner van de overtreder passen bij zijn eerstvolgende beurt om de bieden. Artikel 16C, 26B en 72C kunnen van toepassing zijn.
2. Wanneer de overtreder voordien al een bieding gedaan heeft en hij past voor de beurt terwijl zijn LT aan de beurt was om te bieden, dan wordt deze pas behandeld als een wijziging van de bieding; artikel 25 is van toepassing.

C. Als de pas kunstmatig is
Als een pas voor de beurt kunstmatig is of een pas op partners kunstmatige bieding, is artikel 31 van toepassing en niet artikel 30.

ARTIKEL 31
Bod voor de beurt

Wanneer een speler een bod voor de beurt heeft gedaan, een kunstmatige pas heeft gedaan of gepast heeft op een kunstmatige bieding van zijn partner (zie artikel 30C) en de bieding wordt geannuleerd omdat niet is gekozen voor de mogelijkheid van artikel 29A, zijn de volgende bepalingen van toepassing:

A. RT is aan de beurt om te bieden
Wanneer de overtreder een bieding heeft gedaan terwijl zijn RT aan de beurt was om te bieden, geldt:
1. Als die tegenstander past, moet de overtreder zijn bieding voor de beurt herhalen en als deze bieding reglementair is, is er geen rechtzetting.
2. Als die tegenstander een reglementair bod doet of doubleert of redoubleert, mag de overtreder elke reglementaire bieding doen:
(a) Als de bieding een vergelijkbare bieding is (zie artikel 23A), is er geen verdere rechtzetting. Art. 26B is niet van toepassing, maar zie art. 23C.
(b) Als de bieding geen vergelijkbare bieding is (zie artikel 23A), moet de partner van de overtreder passen bij zijn eerstvolgende beurt om te bieden. De artikelen 16C, 26B en 72C kunnen van toepassing zijn.

B. Partner of LT is aan de beurt om te bieden
Wanneer de overtreder een bod heeft gedaan terwijl zijn partner aan de beurt is, of als zijn LT aan de beurt is en de overtreder daarvóór geen bieding heeft gedaan:
1. Mag de partner van de overtreder elke reglementaire bieding doen als het zijn beurt is om te bieden, maar artikel 16C2 is van toepassing.
2. Mag de overtreder als het zijn beurt is om te bieden elke reglementaire bieding doen, en de wedstrijdleider past de bepalingen beschreven in A2(a) of A2(b) hierboven toe.

C. Latere biedingen als de LT aan de beurt is om te bieden Latere biedingen als de LT aan de beurt is worden behandeld als wijziging van bieding en artikel 25 is van toepassing.

ARTIKEL 32
Doublet of redoublet voor de beurt

Een doublet of redoublet voor de beurt kan worden geaccepteerd door de LT (zie artikel 29A). Een ontoelaatbaar doublet of redoublet mag nooit geaccepteerd worden (zie artikel 36). Als de onreglementaire bieding niet wordt geaccepteerd, wordt zij geannuleerd. Bovendien:

A. RT is aan de beurt om te bieden
Als een speler voor de beurt heeft gedoubleerd of geredoubleerd, terwijl zijn RT aan de beurt was om te bieden, geldt:
1. Als de RT van de overtreder past, moet de overtreder zijn doublet of redoublet voor de beurt herhalen en is er geen rechtzetting, tenzij het een ontoelaatbaar doublet of redoublet betreft, in welk geval artikel 36 van toepassing is.
2. Als de RT van de overtreder een bod doet, doubleert of redoubleert, mag de overtreder op zijn beurt elke reglementaire bieding doen:
(a) Als de bieding een vergelijkbare bieding is (zie artikel 23A), is er geen verdere rechtzetting. Artikel 26B is niet van toepassing, maar zie artikel 23C.
(b) Als de bieding geen vergelijkbare bieding is (zie artikel 23A), moet de partner van de overtreder passen bij zijn eerstvolgende beurt om de bieden. De artikelen 16C, 26B en 72C kunnen van toepassing zijn.

B. Partner is aan de beurt om te bieden
Als een speler voor de beurt heeft gedoubleerd of geredoubleerd, terwijl zijn partner aan de beurt was om te bieden, dan:
1. mag de partner van de overtreder elke reglementaire bieding doen, maar artikel 16C2 is van toepassing;
2. mag de overtreder als het zijn reglementaire beurt is om te bieden elke reglementaire bieding doen, en de wedstrijdleider past de bepalingen van A2(a) of A2(b) hierboven toe.

C. Latere biedingen als de LT aan de beurt is om te bieden Latere biedingen als de LT aan de beurt is worden behandeld als wijziging van bieding en artikel 25 is van toepassing.

ARTIKEL 33
Gelijktijdig bieden

Een bieding die gelijktijdig wordt gedaan met die van een speler die aan de beurt was om te bieden, wordt beschouwd als een opvolgende bieding.

ARTIKEL 34
Behoud van het recht om te bieden

Wanneer er na een bieding drie passen volgen waarvan een of meer een pas voor de beurt is, dan is artikel 17D3 van toepassing.

ARTIKEL 35
Ontoelaatbare biedingen

De volgende biedingen zijn ontoelaatbaar:

A. Een doublet of redoublet dat niet is toegestaan volgens artikel 19. Artikel 36 is van toepassing.
B. Een bod, doublet of redoublet door een speler die verplicht is te passen. Artikel 37 is van toepassing.
C. Een bod van meer dan zeven trekken. Artikel 38 is van toepassing.
D. Een bieding na de afsluitende pas. Artikel 39 is van toepassing.

ARTIKEL 36
Ontoelaatbaar doublet of redoublet

A. De LT van de overtreder doet een bieding vóór de rechtzetting
Als de LT van de overtreder een bieding doet voordat een ontoelaatbaar doublet of redoublet is rechtgezet, worden de ontoelaatbare bieding en alle daaropvolgende biedingen geannuleerd. Het bieden gaat terug naar de speler die aan de beurt was, en gaat verder alsof er geen onregelmatigheid heeft plaatsgevonden. De voorspeelbeperkingen van artikel 26B zijn niet van toepassing.

B. De LT van de overtreder doet geen bieding vóór de rechtzetting
Als A niet van toepassing is, geldt:
1. elk doublet of redoublet dat niet volgens artikel 19 is toegestaan, wordt geannuleerd.
2. de overtreder moet zijn bieding door een reglementaire bieding vervangen, het bieden gaat verder en de partner van de overtreder moet verder passen.
3. artikel 72C kan van toepassing zijn. De voorspeelbeperkingen van artikel 26B kunnen van toepassing zijn.
4. als het een ontoelaatbaar doublet of redoublet voor de beurt betreft, gaat het bieden terug naar de speler die aan de beurt was, mag de overtreder elke reglementaire bieding doen als hij aan de beurt is en moet zijn partner verder passen. Artikel 72C kan van toepassing zijn. De voorspeelbeperkingen van artikel 26B kunnen van toepassing zijn.

C. Onregelmatigheid ontdekt na de biedperiode
Als de aandacht pas na de uitkomst met de beeldzijde naar boven gevestigd wordt op een ontoelaatbaar doublet of redoublet, wordt het eindcontract genoteerd alsof de ontoelaatbare bieding niet gedaan is.

ARTIKEL 37
Overtreding van de verplichting om te passen

A. De LT van de overtreder doet een bieding vóór de rechtzetting
Als de ontoelaatbare bieding een bod, een doublet of redoublet was van een speler die reglementair verplicht is te passen (maar geen handeling in tegenspraak met artikel 19A1 of artikel 19B1) en de LT van de overtreder doet een bieding voordat de wedstrijdleider over een rechtzetting heeft beslist, dan worden die bieding en alle daaropvolgende biedingen gehandhaafd. Als de overtreder verplicht was gedurende de rest van het bieden te passen, dan moet hij nog steeds passen, telkens als hij aan de beurt is. De voorspeelbeperkingen van artikel 26B zijn niet van toepassing.

B. De LT van de overtreder doet geen bieding vóór de rechtzetting
Als A niet van toepassing is, geldt:
1. elk bod, doublet of redoublet van een speler die reglementair verplicht is te passen, wordt geannuleerd;
2. de ontoelaatbare bieding wordt vervangen door een pas, het bieden gaat verder en elke speler van de overtredende partij moet verder passen. Artikel 72C kan van toepassing zijn. De voorspeelbeperkingen van artikel 26B kunnen van toepassing zijn.
ARTIKEL 38
Bod van meer dan zeven trekken

A. Spelen niet toegestaan
Het spelen van een contract van meer dan zeven trekken is nooit toegestaan.

B. Bod en opvolgende biedingen geannuleerd
Een bod van meer dan zeven trekken en alle daaropvolgende biedingen worden geannuleerd.

C. Overtredende partij moet passen
De bieding wordt vervangen door een pas, de bieding gaat door tenzij ze beëindigd was en elke speler van de overtredende partij moet verder passen.

D. Mogelijk geen toepassing van de artikelen 26B en 72C Artikel 72C kan van toepassing zijn en de voorspeelbeperkingen van artikel 26B kunnen van toepassing zijn, tenzij de LT van de overtreder na de overtreding maar vóór de rechtzetting een bieding heeft gedaan; in dat geval kan geen beroep gedaan worden op deze artikelen.

ARTIKEL 39
Bieding na de afsluitende pas

A. Biedingen geannuleerd
Alle biedingen na de afsluitende pas worden geannuleerd.

B. Pas van een tegenspeler, bieding van de leider of blinde Als de LT van de overtreder vóór de rechtzetting een bieding doet of als de overtreding een pas betreft van een tegenspeler of een bieding van de toekomstige leider of blinde, is er geen rechtzetting.

C. Andere bieding van een tegenspeler
Als de LT van de overtreder na de overtreding geen bieding heeft gedaan en de overtreding betreft een bod, doublet of redoublet van een tegenspeler, kunnen de voorspeelbeperkingen van artikel 26B van toepassing zijn.

ARTIKEL 40
Afspraken tussen de partners

A. Systeemafspraken tussen spelers
1. (a) Afspraken tussen partners over methoden die ze gebruiken, kunnen expliciet gemaakt worden op basis van gesprekken of impliciet op basis van onderlinge ervaringen.
(b) Elk paar moet zijn afspraken toegankelijk maken voor zijn tegenstanders. Het Bondsbestuur bepaalt de manier waarop dit moet gebeuren.
2. Informatie-overdacht aan de partner door dergelijke afspraken mag uitsluitend plaatsvinden via het bieden, het spelen of de gegevens van het desbetreffende spel. Elke speler heeft het recht rekening te houden met de reglementaire bieding en, voor zover niet anders bepaald in deze spelregels, met de kaarten die hij gezien heeft. Hij heeft het recht informatie te gebruiken die elders in deze spelregels als geoorloofd bestempeld is. (Zie artikel 73C.)
3. Een speler mag zonder voorafgaande aankondiging elke bied- of speelwijze toepassen, op voorwaarde dat een dergelijke bied- of speelwijze niet is gebaseerd op een afspraak met de partner die niet bekendgemaakt is (zie artikel 40C1).
4. De afgesproken betekenis van een bieding of speelwijze mag niet verschillen afhankelijk van de speler die ze toepast (deze bepaling verbiedt alleen een verschil in afgesproken betekenis, niet een verschil in stijl en beoordeling).
B. Speciale afspraken tussen partners
1. (a) Of het nu impliciet of expliciet is, een afspraak tussen partners maakt deel uit van het systeem van de partners.
(b) Het Bondsbestuur mag naar eigen goeddunken bepaalde afspraken tussen partners aanduiden als “speciale afspraken”. Een speciale afspraak tussen partners is een afspraak waarvan de betekenis volgens het Bondsbestuur mogelijk niet meteen begrepen en verwacht wordt door een aanzienlijk aantal deelnemers aan het toernooi.
(c) Tenzij het Bondsbestuur anders beslist, vormt elke bieding die een kunstmatige betekenis heeft, een speciale afspraak.
2. (a) Het Bondsbestuur:
(i) heeft zonder beperking de bevoegdheid om speciale afspraken tussen partners toe te staan, te verbieden, of onder bepaalde voorwaarden toe te staan,
(ii) kan het gebruik van een systeemkaart voorschrijven, al dan niet met aanvullende bladen, om vooraf een overzicht te bieden van de speciale afspraken tussen de partners, en het gebruik ervan reglementeren,
(iii) mag alerteerprocedures voorschrijven en/of andere manieren om de afspraken van de partners kenbaar te maken, (iv) mag verbieden dat partners vooraf afspreken de betekenis van een afspraak tijdens het bieden of spelen te wijzigen na een onregelmatigheid begaan door een tegenstander,
(v) mag het psychen met kunstmatige biedingen beperken.
(b) Tenzij het Bondsbestuur anders bepaalt, mag een speler zijn eigen systeemkaart niet raadplegen tussen het begin van de biedperiode en het einde van het spel, behalve (alleen) de leider en de blinde, die hun eigen systeemkaart mogen inkijken tijdens de uitlegperiode.
(c) Tenzij het Bondsbestuur anders bepaalt, mag een speler de systeemkaart van de tegenstanders raadplegen:
(i) voor het begin van de biedperiode,
(ii) tijdens de uitlegperiode,
(iii) tijdens het bieden en spelen maar alleen als het zijn beurt is om te bieden of te spelen,
(iv) nadat een tegenstander conform artikel 20F een verduidelijking heeft gevraagd, om de betekenis van een bieding of speelwijze van zijn partner correct uit te kunnen leggen.
(d) Tenzij het Bondsbestuur anders bepaalt, is een speler tijdens de bied- en speelperiode niet gerechtigd geheugensteuntjes te gebruiken of hulpmiddelen voor berekeningen of bied- en speeltechniek, in welke vorm dan ook.
3 (a) Een partij die benadeeld is als gevolg van het feit dat de tegenstanders nagelaten hebben de betekenis van een bieding of speelwijze conform deze spelregels kenbaar te maken, heeft recht op rechtzetting door het toekennen van een arbitrale score.
(b) Herhaalde overtredingen van de verplichting om afspraken tussen partners kenbaar te maken kunnen bestraft worden.
4. Als een partij benadeeld is door het feit dat een tegenstander met zijn partner een speciale afspraak gebruikt die niet voldoet aan de voorschriften die gelden in het toernooi, dient een arbitrale score gegeven te worden. Een partij die deze voorschriften overtreedt, kan een procedurele straf opgelegd krijgen.
5. (a) Bij het uitleggen van de betekenis van partners bieding of speelwijze in antwoord op een vraag van een tegenstander (zie artikel 20), dient een speler alle speciale informatie te geven die hem op grond van afspraak of ervaring met deze partner ten dienste staat, maar hij hoeft niet kenbaar te maken welke gevolgtrekkingen hij heeft gemaakt voor zover die berusten op zijn kennis en ervaring van zaken die in het algemeen bij bridgers bekend zijn.
(b) De wedstrijdleider past de score aan als de informatie die niet in de uitleg werd opgenomen, cruciaal was voor (de keuze van) een tegenstander en die tegenstander daardoor benadeeld is.

C. Afwijking van het systeem en psychologische bieding
1. Een speler mag afwijken van bekendgemaakte afspraken van zijn partij, altijd op voorwaarde dat zijn partner niet meer reden heeft om zich van de afwijking bewust te zijn dan de tegenstanders [maar zie B2(a)(v) hierboven]. Herhaalde afwijkingen leiden tot impliciete afspraken, die dan deel uitmaken van de methoden van het partnership en bekendgemaakt moeten worden in overeenstemming met de regelingen voor het bekendmaken van het systeem. Als de wedstrijdleider oordeelt dat de tegenstanders benadeeld zijn door niet bekendgemaakte informatie, moet hij de score aanpassen en kan hij een procedurele straf opleggen.
2. Afgezien van C1 hierboven is een speler niet verplicht de tegenstanders te onthullen dat hij van een bekendgemaakt systeem is afgeweken.

HOOFDSTUK VI
Het spelen

DEEL I
Juiste gang van zaken

ARTIKEL 41
Het begin van het spelen

A. Gedekte uitkomst
Nadat een bod, doublet of redoublet gevolgd is door drie opeenvolgende pasbiedingen, komt de tegenspeler links van de vermoedelijke leider uit, met de beeldzijde van de kaart naar beneden. De gedekte uitkomst mag alleen na een onregelmatigheid en op aanwijzing van de wedstrijdleider worden teruggenomen (zie artikel 47E en 54); de teruggenomen kaart moet weer aan de hand van de tegenspeler worden toegevoegd.

B. Herhaling van het biedverloop en het stellen van vragen Voordat de uitkomst open wordt gelegd, mogen zowel de partner van de speler die moet uitkomen als de vermoedelijke leider (maar niet de vermoedelijke blinde) een herhaling vragen van het biedverloop of om uitleg vragen van een bieding van een tegenstander (zie artikel 20F2 en 20F3). De leider en beide tegenspelers mogen bij hun eerste beurt om te spelen een herhaling van het bieden vragen; dit recht eindigt, wanneer zij een kaart spelen. De tegenspelers (onderworpen aan artikel 16) en de leider behouden het recht om gedurende de gehele speelperiode uitleg te vragen maar alleen als het hun beurt is om te spelen.

C. Uitkomst wordt opengelegd
Na afloop van deze uitlegperiode wordt de uitkomst opengelegd. De speelperiode begint onherroepelijk en de hand van de blinde wordt op tafel gelegd (maar zie artikel 54A bij een opengelegde uitkomst uit de verkeerde hand). Nadat het te laat is om eerdere biedingen te laten herhalen (zie B), hebben de leider en beide tegenspelers, als het hun3 beurt is om te spelen, het recht te verne-

men wat het contract is en óf, maar niet door wie, het werd gedoubleerd of geredoubleerd.

D. De hand van de blinde
Nadat de uitkomst is opengelegd, legt de blinde zijn hand open voor zich op tafel, kleur bij kleur en in volgorde gerangschikt, zijn kaarten in afzonderlijke rijen met de laagste kaarten naar de leider en in de lengterichting naar de leider toe liggend. De troeven liggen vanuit de blinde gezien aan de rechterkant. De leider speelt zowel zijn hand als die van de blinde.

ARTIKEL 42
De rechten van de blinde

A. Onbeperkte rechten
1. De blinde is gerechtigd in het bijzijn van de wedstrijdleider informatie te verstrekken over feiten of spelregels.
2. Hij mag het aantal gemaakte en niet-gemaakte slagen bijhouden.
3. Hij speelt de kaarten van de blinde in opdracht van de leider volgens diens aanwijzingen en zorgt ervoor dat de blinde niet verzaakt (zie artikel 45F als de blinde een speelwijze suggereert).

B. Beperkte rechten
Bovendien mag de blinde rechten uitoefenen onder de beperkingen bepaald in artikel 43.
1. De blinde mag de leider (doch niet een tegenspeler), als die in een slag niet heeft bekend, vragen of hij nog een kaart in de voorgespeelde kleur bezit.
2. Hij mag proberen elke onregelmatigheid te voorkomen.
3. Hij mag de aandacht vestigen op elke onregelmatigheid maar uitsluitend na afloop van het spelen.

ARTIKEL 43
Beperkingen voor de blinde

Met uitzondering van de bepalingen in artikel 42:

A. Beperkingen voor de blinde
1. (a) Alleen nadat een andere speler de aandacht vestigde op een onregelmatigheid, mag de blinde het initiatief nemen tot het ontbieden van de wedstrijdleider.
(b) Tijdens het spelen mag de blinde niet de aandacht vestigen op een onregelmatigheid.
(c) De blinde mag niet deelnemen aan het spelen en hij mag over het spel niets aan de leider overbrengen.
2. (a) De blinde mag zijn hand niet uitwisselen met die van de leider.
(b) De blinde mag niet opstaan om het spelen van de leider te volgen.
(c) De blinde mag niet kijken naar de beeldzijde van een kaart in de hand van een der tegenspelers.
3. Een tegenspeler mag zijn hand niet tonen aan de blinde.

B. Straffen voor overtreding
1. De blinde kan volgens artikel 90 worden bestraft voor elke overtreding van de beperkingen, opgesomd in A1 en A2.
2. Als de blinde, na overtreding van de beperkingen, opgesomd in A2:
(a) de leider waarschuwt niet uit de verkeerde hand voor te spelen, mag elk van de tegenspelers bepalen, uit welke hand de leider moet voorspelen;
(b) de eerste is die de leider vraagt of het spelen van een kaart uit de hand van de leider een verzaking is, moet de leider, indien hij een onreglementaire kaart speelde, een juiste kaart hiervoor in de plaats spelen en zijn de bepalingen van artikel 64 van toepassing alsof de verzaking voldongen was.
3. Als de blinde, na zijn overtreding van de beperkingen opgesomd in A2, als eerste de aandacht vestigt op een onregelmatigheid begaan door een tegenstander, is er geen onmiddellijke rechtzetting. Het spel gaat verder alsof er geen onregelmatigheid heeft plaatsgevonden. Als de tegenspelers voordeel hebben gehaald door de onregelmatigheid, neemt de wedstrijdleider dat voordeel weg door hun score aan te passen. De partij van de leider behoudt de score die aan tafel behaald werd.

ARTIKEL 44
Volgorde en verloop van het spelen

A. Voorspelen in een slag
De speler die in een slag voorspeelt, mag elke kaart uit zijn hand spelen (tenzij hij is onderworpen aan een beperking na een onregelmatigheid, begaan door zijn partij).

B. Bijspelen in een slag
Na het voorspelen speelt iedere speler op zijn beurt een kaart en de vier aldus gespeelde kaarten vormen een slag (voor de wijze waarop de kaarten moeten worden gespeeld en gerangschikt, zie artikel 45 respectievelijk 65).

C. Verplichting om te bekennen
Bij het spelen in een slag moet elke speler indien mogelijk bekennen. Deze verplichting gaat boven alle andere voorschriften van de spelregels.

D. Niet kunnen bekennen
Indien een speler niet kan bekennen, mag hij elke andere kaart spelen (tenzij hij is onderworpen aan een beperking na een onregelmatigheid, begaan door zijn partij).

E. Slagen met troeven
Een slag die troef bevat, wordt gemaakt door de speler die de hoogste troef heeft gespeeld.

F. Slagen zonder troeven
Een slag die geen troef bevat, wordt gemaakt door de speler die de hoogste kaart van de voorgespeelde kleur heeft gespeeld.

G. Voorspelen na de eerste slag
Het voorspelen in de volgende slag gebeurt vanuit de hand die de vorige slag gewonnen heeft.

ARTIKEL 45
Gespeelde kaart

A. Spelen van een kaart
Elke speler behalve de blinde speelt een kaart door haar uit zijn hand te nemen en met de beeldzijde naar boven voor zich op tafel te leggen.

B. Het spelen uit de blinde
De leider speelt een kaart uit de blinde door haar te noemen, waarna de blinde de kaart opneemt en met de beeldzijde naar boven op tafel legt. Bij het spelen uit de blinde mag de leider zo nodig de gewenste kaart zelf opnemen.

C. Kaart beschouwd als gespeeld
1. Een kaart van een tegenspeler die zo gehouden wordt, dat zijn partner de beeldzijde zou kunnen zien, wordt geacht in de lopende slag gespeeld te zijn (zie artikel 45E als de tegenspeler al een reglementaire kaart in die slag heeft gespeeld).
2. De leider wordt geacht een kaart uit zijn hand gespeeld te hebben als ze
(a) met de beeldzijde naar boven zo wordt gehouden, dat ze de tafel raakt of nagenoeg raakt; of
(b) zo wordt gehouden dat aangegeven wordt dat de kaart gespeeld is.
3. Een kaart van de blinde is gespeeld als ze opzettelijk door de leider is aangeraakt anders dan om de kaarten te rangschikken, of een kaart onder of boven de aangeraakte kaart te bereiken.
4. (a) Een kaart is gespeeld als een speler haar noemt of anderszins aanduidt als de kaart die hij wil spelen (maar zie artikel 47).
(b) De leider mag een onbedoeld aangeduide kaart van de blinde veranderen tot hij een kaart speelt uit ofwel zijn eigen hand ofwel uit die van de blinde. Hij mag de kaart veranderen na een verspreking, maar niet na concentratieverlies of een verandering van gedachte. Maar als een tegenstander op zijn beurt een kaart heeft gespeeld die reglementair was vóór de wijziging van de aanduiding, mag die tegenstander de aldus gespeelde kaart terugnemen en vervangen door een andere (zie artikel 47D en 16C1).
5. Een grote of kleine strafkaart kan verplicht gespeeld moeten worden (zie artikel 50).

D. De blinde pakt een niet-aangeduide kaart
1. Als de blinde een kaart als gespeeld hanteert zonder dat ze door de leider is genoemd, moet deze kaart worden teruggenomen als de aandacht erop wordt gevestigd voordat een speler van beide partijen in de volgende slag heeft gespeeld. Een tegenspeler mag een kaart terugnemen die gespeeld is na de vergissing maar voordat de aandacht daarop werd gevestigd; als de RT van de leider een andere kaart speelt, mag ook de leider een kaart terugnemen die hij daarop in die slag had bijgespeeld (zie artikel 16C).
2. Als het te laat is om de verkeerd gelegde kaart (zie boven) te veranderen, gaat het spel normaal verder zonder dat er een kaart veranderd wordt in deze of enige volgende slag. Als de verkeerd gelegde kaart de eerste kaart van een slag was, kan het nalaten van het spelen van een kaart van dezelfde kleur als
de verkeerd gelegde kaart een verzaking inhouden (zie de artikelen 64A, 64B7 en 64C). Als de verkeerd gelegde kaart werd gespeeld in een al lopende slag en de blinde met de kaart verzaakte, zie artikel 64B3 en 64C.

E. Vijfde kaart in een slag
1. Een door een tegenspeler bijgespeelde vijfde kaart in een slag wordt een strafkaart, te behandelen volgens artikel 50, tenzij de wedstrijdleider oordeelt dat het een voorspelen betrof, in welk geval artikel 53 of 56 van toepassing is.
2. Als de leider een vijfde kaart in een slag uit zijn hand of uit de blinde bijspeelt, wordt deze opnieuw aan de hand toegevoegd zonder verdere rechtzetting, tenzij de wedstrijdleider oordeelt dat het een voorspelen betrof, in welk geval artikel 55 van toepassing is.

F. De blinde duidt een kaart aan
Nadat de blinde zijn hand heeft opengelegd, mag hij zonder opdracht van de leider geen kaarten meer aanduiden of aanraken (behalve om ze te rangschikken). Doet hij dit toch, dan behoort de wedstrijdleider direct te worden ontboden en op de hoogte gebracht van de feiten. Het spel gaat verder. Op het einde van het spel dient de wedstrijdleider een arbitrale score te geven als hij van oordeel is dat de blinde een bepaalde speelwijze aan de leider suggereerde en de tegenspelers door de gesuggereerde speelwijze zijn benadeeld.

G. Slag dichtleggen
Een speler behoort zijn kaart niet dicht te leggen voordat alle vier de spelers in de slag hebben gespeeld.

ARTIKEL 46
Onvolledige of ongeldige aanduiding van een kaart uit de blinde

A. Juiste wijze om kaart uit de blinde aan te duiden Bij het noemen van een uit de hand van de blinde te spelen kaart behoort de leider duidelijk zowel de kleur als de hoogte van de gewenste kaart te noemen.

B. Onvolledige of ongeldige aanduiding
In geval van een onvolledige of ongeldige aanduiding door de leider ten aanzien van de te spelen kaart uit de blinde gelden de volgende beperkingen (tenzij de andere bedoeling van de leider onomstotelijk vaststaat):
1. (a) Als de leider bij het spelen uit de blinde “hoog” zegt of woorden van gelijke strekking gebruikt, wordt hij geacht de hoogste kaart in de voorgespeelde kleur genoemd te hebben.
(b) Als hij de blinde opdraagt de slag te nemen, wordt hij geacht de laagste kaart in de voorgespeelde kleur te hebben genoemd waarvan bekend is dat deze de slag zal winnen.
(c) Als hij “laag” zegt of woorden van gelijke strekking gebruikt, wordt hij geacht de laagste kaart in de voorgespeelde kleur te hebben genoemd.
2. Als de leider de kleur aanduidt maar niet de hoogte van de kaart, wordt hij geacht de laagste van de aangegeven kleur te hebben genoemd.
3. Als de leider de hoogte van de kaart aanduidt maar niet de kleur, geldt:
(a) Bij het voorspelen wordt de leider geacht de kleur te vervolgen waarmee de blinde de voorafgaande slag gemaakt heeft indien er een kaart van de aangegeven hoogte in die kleur aanwezig is.
(b) In alle andere gevallen moet de leider een kaart van de aangegeven hoogte uit de blinde spelen als dit reglementair mogelijk is; maar als er twee of meer kaarten zijn die reglementair gespeeld kunnen worden, moet de leider aangeven welke hij bedoelt.
4. Als de leider een kaart noemt die niet in de blinde aanwezig is, is de aanduiding ongeldig en mag de leider elke reglementaire kaart kiezen.
5. Als de leider het spelen van een kaart aangeeft zonder de kleur of de hoogte te noemen (door bijvoorbeeld te zeggen “Speel maar iets” of woorden van gelijke strekking), mag elke tegenspeler aangeven welke kaart uit de blinde gespeeld moet worden.

ARTIKEL 47
Terugnemen van gespeelde kaart

A. Om te voldoen aan een rechtzetting
Een eenmaal gespeelde kaart mag teruggenomen worden als de rechtzetting van een onregelmatigheid dat vereist (maar een teruggenomen kaart van een tegenspeler kan een strafkaart worden, zie artikel 49).

B. Om een onreglementair spelen te herstellen
Een gespeelde kaart mag teruggenomen worden om een onreglementair spelen te herstellen (wat de tegenspelers betreft, behalve zoals bepaald in dit artikel, zie artikel 49 – strafkaart). Voor gelijktijdig spelen, zie artikel 58.

C. Om een onbedoelde aanduiding te wijzigen
Een gespeelde kaart mag worden teruggenomen en opnieuw aan de hand toegevoegd zonder verdere rechtzetting na een wijziging van een aanduiding zoals toegestaan in artikel 45C4(b).

D. Na wijziging van het spelen door een tegenstander Na een wijziging van het spelen door een tegenstander mag een gespeelde kaart zonder verdere rechtzetting worden teruggenomen en vervangen door een andere (artikel 16C en 62C2 kunnen van toepassing zijn).

E. Wijziging van het spelen op basis van verkeerde informatie
1. Wie voor de beurt heeft voorgespeeld (of een kaart gespeeld), neemt de gespeelde kaart zonder verdere rechtzetting terug als hij van een tegenstander de onjuiste informatie had gekregen dat het zijn beurt was om voor te spelen of te spelen (zie artikel 16C). In deze situatie mag de voorgespeelde of gespeelde kaart niet door de LT worden geaccepteerd en artikel 63A1 is niet van toepassing.
2. (a) Een speler mag de kaart die hij gespeeld heeft als gevolg van een verkeerde uitleg van een bied- of speelwijze en voordat die verbeterd werd, zonder verdere rechtzetting terugnemen maar alleen als er in die slag geen volgende kaart is gespeeld (zie artikel 16C). Een uitkomst mag niet meer teruggenomen worden nadat de blinde een kaart met de beeldzijde naar boven op tafel heeft gelegd.
(b) Wanneer het te laat is voor herstel volgens (a), kan de wedstrijdleider een arbitrale score toekennen.

F. Anderszins terugnemen
1. Een kaart mag teruggenomen worden zoals bepaald in artikel 53B.
2. Behalve in de gevallen bepaald in dit artikel mag een eenmaal gespeelde kaart niet worden teruggenomen.

DEEL II
Strafkaart

ARTIKEL 48
Tonen van kaarten door de leider

A. Leider toont een kaart
De leider is niet aan een beperking onderworpen voor het tonen van een kaart (maar zie artikel 45C2) en geen kaart van de leider of van de blinde wordt ooit een strafkaart. De leider is niet verplicht een kaart te spelen die per ongeluk uit zijn hand valt.

B. Leider legt zijn kaarten open
1. Als de leider zijn kaarten openlegt na een uitkomst uit de verkeerde hand, is artikel 54 van toepassing.
2. Als de leider op enig ander tijdstip dan onmiddellijk na een uitkomst uit de verkeerde hand zijn kaarten openlegt, kan hij geacht worden slagen te hebben opgeëist of afgestaan (tenzij dat onloochenbaar niet zijn bedoeling was) en artikel 68 is dan van toepassing.

ARTIKEL 49
Tonen van kaarten door een tegenspeler

Als de beeldzijde van een kaart van een tegenspeler gezien zou kunnen worden door zijn partner of als een tegenspeler een in zijn hand aanwezige kaart noemt, wordt die kaart een strafkaart (artikel 50), tenzij het gaat om een normaal verloop van het spelen of een toepassing van de spelregels (zie bijvoorbeeld artikel 47E); maar zie artikel 68, als een tegenspeler een opmerking heeft gemaakt over een onvoltooide, nog lopende slag, en zie artikel 68B2 als de partner bezwaar maakt tegen het afstaan van slagen door een tegenspeler.

ARTIKEL 50
Behandeling van een strafkaart

Een voortijdig door een tegenspeler getoonde maar niet voorgespeelde (zie artikel 57) kaart is een strafkaart, tenzij de wedstrijdleider anders beslist (zie artikel 49 en artikel 72C kan van toepassing zijn).

A. Strafkaart blijft openliggen
Een strafkaart moet met de beeldzijde naar boven, vlak voor de bezitter, op tafel blijven liggen tot een rechtzetting is gekozen.

B. Grote of kleine strafkaart
Eén kaart, lager dan een honneur en onopzettelijk getoond (zoals bij het spelen van twee kaarten in een slag of bij het per ongeluk laten vallen van een kaart), wordt een kleine strafkaart. Elke honneur en elke kaart die getoond is door een doelbewust spelen (bijvoorbeeld bij uitkomen uit de verkeerde hand of bij verzaken en daarna herstellen), wordt een grote strafkaart; als een tegenspeler twee of meer strafkaarten heeft, worden alle zodanige kaarten grote strafkaarten.

C. Behandeling van kleine strafkaart
Wanneer een tegenspeler een kleine strafkaart heeft, mag hij geen andere kaart van dezelfde kleur lager dan een honneur spelen, voordat hij de strafkaart heeft gespeeld. Hij heeft wel het recht om in plaats daarvan een honneur te spelen. De partner van de overtreder is niet onderworpen aan voorspeelbeperkingen, maar zie E hieronder.

D. Behandeling van grote strafkaart
Wanneer een tegenspeler een grote strafkaart heeft, kunnen zowel de overtreder als zijn partner onderworpen zijn aan beperkingen: de overtreder wanneer het zijn beurt is om te spelen, zijn partner telkens als het zijn beurt is om voor te spelen.
1. (a) Met uitzondering van de bepaling in (b) hieronder moet een grote strafkaart worden gespeeld zodra dit reglementair mogelijk is, door hetzij voor te spelen, kleur te bekennen, af te gooien bij niet bekennen of te troeven. Als een tegenspeler twee of meer strafkaarten heeft die reglementair gespeeld kunnen worden, bepaalt de leider welke moet worden gespeeld.
(b) De verplichting om te bekennen of te voldoen aan een beperking bij het voorspelen of spelen gaat boven de verplichting een grote strafkaart te spelen maar de strafkaart moet wel open op tafel blijven liggen en worden gespeeld zodra dit reglementair mogelijk is.
2. Wanneer een tegenspeler aan de beurt is om voor te spelen terwijl zijn partner een grote strafkaart heeft, mag hij niet voorspelen voordat de leider kenbaar heeft gemaakt welke van de mogelijkheden, hieronder genoemd, hij heeft gekozen (als de tegenspeler voortijdig voorspeelt, is hij onderworpen aan de beperkingen genoemd in artikel 49). De leider kan uit de volgende mogelijkheden kiezen:
(a) van de tegenspeler eisen in de kleur van de strafkaart voor te spelen, of hem verbieden1 in die kleur voor te spelen zolang hij aan slag blijft (zie artikel 51 voor twee of meer strafkaarten); als de leider kiest voor een van deze twee mogelijkheden, is de strafkaart geen strafkaart meer en wordt ze opgenomen,
(b) ervan afzien een bepaald voorspelen te eisen of te verbieden; in dat geval mag de tegenspeler elke willekeurige kaart spelen en de strafkaart blijft als strafkaart op tafel liggen . Als de leider voor deze mogelijkheid kiest, blijft artikel 50D van toepassing zolang de strafkaart blijft liggen.

E. Informatie voortkomend uit een strafkaart
1. Informatie die voortkomt uit een strafkaart en de vereisten voor het spelen van die strafkaart zijn geoorloofd voor alle spelers zolang de strafkaart op tafel ligt.
2. Informatie die voortkomt uit een strafkaart die opnieuw is toegevoegd aan de hand [zoals voorzien in artikel 50D2(a)], is ongeoorloofd voor de partner van de speler die de strafkaart had (zie artikel 16C), maar geoorloofd voor de leider.
3. Zodra een strafkaart is gespeeld, is informatie die voortkomt uit de omstandigheden waarin de strafkaart tot stand kwam, ongeoorloofd voor de partner van de speler die de strafkaart had. (Voor een strafkaart die nog niet gespeeld werd, zie E1 hierboven.)
4. Als de wedstrijdleider na het toepassen van E1 op het einde van het spel van oordeel is dat het resultaat van het bord zeer wel anders had kunnen zijn zonder de informatie verkregen door de zichtbare kaart, en daardoor de niet-overtredende partij benadeeld is (zie artikel 12B1), moet hij een arbitrale score toekennen. Voor zijn rechtzetting moet de wedstrijdleider trachten zo goed mogelijk te bepalen wat het waarschijnlijke resultaat op het bord geweest zou zijn zonder de invloed van de strafkaart(en).

ARTIKEL 51
Twee of meer strafkaarten

A. Beurt van overtreder om te spelen
Als een tegenspeler aan de beurt is om te spelen en die tegenspeler heeft twee of meer strafkaarten die reglementair gespeeld kunnen worden, bepaalt de leider welke strafkaart in die beurt moet worden gespeeld.

B. Beurt van partner van overtreder om voor te spelen
1. (a) Wanneer een tegenspeler twee of meer strafkaarten heeft in dezelfde kleur en de leider eist van de partner van de overtreder in die kleur voor te spelen, zijn de kaarten in die kleur geen strafkaarten meer en worden ze opgenomen; de tegenspeler mag elke reglementaire kaart bijspelen in die slag.
(b) Wanneer een tegenspeler twee of meer strafkaarten heeft in dezelfde kleur en de leider verbiedt1 de partner van de tegenspeler voor te spelen in die kleur, zijn de kaarten in die kleur geen strafkaarten meer en worden ze opgenomen; de tegenspeler mag elke reglementaire kaart bijspelen in die slag. Het verbod blijft van kracht zolang die speler aan slag blijft.
2. (a) Wanneer een tegenspeler strafkaarten heeft in meer dan één kleur [zie artikel 50D2(a)] en zijn partner moet voorspelen, mag de leider van de partner van de tegenspeler eisen1 in één van de kleuren voor te spelen waarin de tegenspeler een strafkaart heeft [maar B1(a) hierboven is dan van toepassing].
(b) Wanneer een tegenspeler strafkaarten heeft in meer dan één kleur en zijn partner moet voorspelen, mag de leider de partner van de tegenspeler verbieden1 in een of meer van die kleuren voor te spelen; de tegenspeler neemt dan alle strafkaarten in elke verboden kleur op en mag elke reglementaire kaart bijspelen in die slag. Het verbod blijft van kracht zolang die speler aan slag blijft.
(c) Wanneer een tegenspeler strafkaarten heeft in meer dan één kleur en zijn partner moet voorspelen, mag de leider ervoor kiezen geen voorspeelbeperking op te leggen; in dit geval mag de partner van de tegenspeler elke willekeurige kaart voorspelen en de strafkaarten blijven als strafkaarten

op tafel liggen . Als hiervoor gekozen wordt, blijven de artikelen 50 en 51 van toepassing zolang de strafkaarten op tafel liggen.

ARTIKEL 52
Verzuim een strafkaart te spelen of voor te spelen

A. Tegenspeler verzuimt strafkaart te spelen
Wanneer een tegenspeler verzuimt een strafkaart voor te spelen of te spelen, zoals voorgeschreven volgens artikel 50 of 51, mag hij niet op eigen initiatief een andere kaart die hij heeft gespeeld, terugnemen.

B. Tegenspeler speelt een andere kaart
1. (a) Als een tegenspeler een andere kaart heeft gespeeld of voorgespeeld terwijl hij reglementair een strafkaart moest spelen, kan de leider dit spelen of voorspelen accepteren.
(b) De leider móét dit spelen of voorspelen accepteren als hij daarna uit zijn eigen hand of uit de blinde heeft gespeeld.
(c) Als de gespeelde kaart wordt geaccepteerd volgens (a) of (b), blijft elke niet gespeelde strafkaart een strafkaart.
2. Als de leider de onreglementair gespeelde of voorgespeelde kaart niet accepteert, moet de tegenspeler die onreglementair gespeelde of voorgespeelde kaart vervangen door de strafkaart. Elke kaart die onreglementair gespeeld of voorgespeeld is door de tegenspeler tijdens het begaan van de onregelmatigheid, wordt een grote strafkaart.

DEEL III
Onregelmatig voorspelen en spelen

ARTIKEL 53
Accepteren van voor de beurt voorspelen

A. Voor de beurt voorspelen behandeld als juist voorgespeeld Behalve in de dertiende slag kan elke met de beeldzijde naar boven voor de beurt voorgespeelde kaart als juist voorgespeeld worden behandeld (zie echter artikel 47E1). Dit is het geval als de leider of een van de tegenspelers, al naar gelang de situatie, dit

accepteert door zich in die zin te uiten of als er gespeeld wordt uit de hand die volgt op het onreglementair voorspelen (maar zie B). Als het voorspelen niet geaccepteerd wordt, zal de wedstrijdleider voorschrijven dat uit de juiste hand wordt voorgespeeld (en zie artikel 47B).

B. Juist voorspelen volgend op onregelmatig voorspelen Als een speler aan de beurt is om voor te spelen en een tegenstander speelt voor de beurt voor, mag eerstgenoemde speler – behoudens wat bepaald wordt in artikel 53A – een kaart voorspelen zonder dat die beschouwd wordt als bijgespeeld bij de voor de beurt voorgespeelde kaart. Als dit gebeurt, wordt het juiste voorspelen gehandhaafd en mogen alle in deze slag abusievelijk gespeelde kaarten worden teruggenomen, maar artikel 16C is van toepassing.

C. De verkeerde tegenspeler speelt een kaart bij na een onregelmatig voorspelen door de leider
Als de leider voor de beurt voorspeelt uit zijn eigen hand of die van de blinde en de RT van de hand waaruit verkeerd wordt voorgespeeld een kaart speelt (maar zie B), blijft de voorgespeelde kaart behouden en is artikel 57 van toepassing.

ARTIKEL 54
Voor de beurt uitkomen met de beeldzijde naar boven

Als een uitkomst voor de beurt met de beeldzijde naar boven wordt gelegd en de partner van de overtreder uitkomt met de beeldzijde naar beneden, bepaalt de wedstrijdleider dat de gedekte uitkomst teruggenomen moet worden. Bovendien:

A. Leider legt zijn hand open
Na een uitkomst voor de beurt met de beeldzijde naar boven mag de leider zijn hand openleggen; hij wordt blinde. Als de leider zijn hand begint open te leggen en hierbij een of meer kaarten toont, moet hij zijn hele hand openleggen. De blinde wordt leider.

B. Leider accepteert uitkomst
Als een tegenspeler de uitkomst voor de beurt met de beeldzijde naar boven op tafel legt, kan de leider deze uitkomst accepteren zoals bepaald in artikel 53 en de blinde legt nu zijn hand open, in overeenstemming met artikel 41.
1. De tweede kaart in de slag wordt uit de hand van de leider gespeeld.
2. Als de leider de tweede kaart in de slag uit de blinde speelt, mag de kaart van de blinde niet teruggenomen worden, behalve om een verzaking te herstellen.

C. Leider moet uitkomst accepteren
Als de leider een kaart van de blinde had kunnen zien (uitgezonderd kaarten die de blinde getoond heeft tijdens het bieden en die behandeld zijn volgens artikel 24), moet hij de uitkomst accepteren en wordt hij leider.

D. Leider accepteert uitkomst niet
De leider mag van de tegenspeler eisen dat hij zijn uitkomst voor de beurt met de beeldzijde naar boven terugneemt. De teruggenomen kaart wordt een grote strafkaart en artikel 50D is van toepassing.

E. Uitkomst door de verkeerde partij
Als de vermoedelijke leider of de blinde tracht uit te komen, is artikel 24 van toepassing.

ARTIKEL 55
Voor de beurt voorspelen door de leider

A. Voorspelen door de leider wordt geaccepteerd
Als de leider uit zijn hand of uit die van de blinde voor de beurt heeft voorgespeeld, kan elk van beide tegenspelers dit voorspelen accepteren zoals voorzien in artikel 53 of eisen dat de voorgespeelde kaart wordt teruggenomen (na onjuiste informatie, zie artikel 47E1). Als de tegenspelers een verschillende keuze maken, heeft de keuze van de speler links van de hand waaruit voor de beurt werd voorgespeeld voorrang.

B. Leider moet voorgespeelde kaart terugnemen
1. Als de leider uit zijn hand of die van de blinde heeft voorgespeeld terwijl het de beurt was van een tegenspeler om voor te spelen en hij de voorgespeelde kaart op grond van artikel 55A moest terugnemen, voegt de leider de abusievelijk gespeelde kaart weer aan de juiste hand toe. Er zijn geen verdere rechtzettingen van toepassing.
2. Als de leider uit de verkeerde hand heeft voorgespeeld terwijl hij uit zijn hand of die van de blinde moest voorspelen, en hij de voorgespeelde kaart op grond van artikel 55A moest terugnemen, neemt hij de abusievelijk gespeelde kaart terug. Hij moet uit de juiste hand voorspelen.
C. Leider zou informatie kunnen verkrijgen
Wanneer de leider een speelwijze kiest die gebaseerd zou kunnen zijn op informatie verkregen door zijn overtreding, is artikel 16 van toepassing.

ARTIKEL 56
Voor de beurt voorspelen door een tegenspeler

Wanneer een kaart voor de beurt met de beeldzijde naar boven is voorgespeeld, mag de leider:
A. Het onregelmatig voorspelen accepteren zoals voorzien in artikel 53, of
B. Eisen dat de tegenspeler zijn met de beeldzijde naar boven voor de beurt voorgespeelde kaart terugneemt. De teruggenomen kaart wordt een grote strafkaart en artikel 50D is van toepassing.

ARTIKEL 57
Voortijdig voorspelen of spelen

A. Voortijdig spelen of voorspelen in de volgende slag Wanneer een tegenspeler voorspeelt in de volgende slag voordat zijn partner in de lopende slag heeft gespeeld of voor de beurt bijspeelt voordat zijn partner heeft gespeeld, wordt de kaart die aldus is voorgespeeld of gespeeld een grote strafkaart en de leider kiest een van de volgende mogelijkheden. Hij kan:
1. eisen dat de partner van de overtreder de hoogste kaart speelt die hij in de voorgespeelde kleur bezit; of
2. eisen dat de partner van de overtreder de laagste kaart speelt die hij in de voorgespeelde kleur bezit; of
3. eisen dat de partner van de overtreder een kaart speelt van een andere, door de leider aangegeven, kleur; of
4. verbieden dat de partner van de overtreder een kaart speelt van een andere, door de leider aangegeven, kleur.

B. Partner van overtreder kan niet voldoen aan de rechtzetting
Als de partner van de overtreder niet in staat is te voldoen aan de door de leider gekozen rechtzetting (zie A hierboven), mag hij elke kaart spelen, zoals bepaald in artikel 59.

C. Leider of dummy heeft gespeeld
1. Een tegenspeler is niet aan een rechtzetting onderworpen wegens spelen voordat zijn partner heeft gespeeld als de leider uit beide handen heeft gespeeld. Een kaart in de blinde wordt echter niet geacht te zijn gespeeld tot de leider de opdracht heeft gegeven (of heeft aangegeven ) dat ze gespeeld moet worden.
2. Een tegenspeler is niet aan een rechtzetting onderworpen wegens spelen voordat zijn partner heeft gespeeld, als de blinde uit eigen beweging voortijdig een kaart heeft gepakt voordat zijn RT heeft gespeeld, of onreglementair heeft gesuggereerd een kaart te spelen.
3. Een voortijdig gespeelde kaart (geen voorgespeelde kaart) door de leider uit een van beide handen is een gespeelde kaart en mag indien het een reglementaire kaart betreft niet teruggenomen worden.

D. Voortijdig spelen als RT aan de beurt is
Wanneer een tegenspeler tracht in een slag een kaart te spelen (niet voor te spelen) wanneer zijn RT aan de beurt is om te spelen, dan kan artikel 16 van toepassing zijn. Als deze kaart reglementair gespeeld kan worden in deze slag, moet deze gespeeld worden zodra het zijn beurt is; zo niet, wordt deze kaart een grote strafkaart.

ARTIKEL 58
Gelijktijdig voorspelen of spelen

A. Gelijktijdig spelen door twee spelers
Indien een speler gelijktijdig voorspeelt of speelt met een reglementair voorspelen of spelen door een andere speler, geldt zijn kaart als daarna gespeeld.

B. Twee of meer kaarten gelijktijdig uit één hand
Indien een speler twee of meer kaarten gelijktijdig voorspeelt of speelt, geldt:
1. Als slechts de beeldzijde van één kaart zichtbaar is, geldt die kaart als gespeeld; alle andere kaarten worden opgenomen en er zijn geen verdere rechtzettingen met betrekking tot de opgenomen kaarten (zie artikel 47F).
2. Als de beeldzijde van meer dan één kaart zichtbaar is, wijst de overtreder de kaart aan die hij wenst te spelen; is het een tegenspeler, dan wordt elke andere getoonde kaart een strafkaart (zie artikel 50).
3. Nadat een overtreder een zichtbare kaart heeft teruggenomen, mag een tegenstander die daarna in die slag had bijgespeeld,

zijn kaart terugnemen en ze zonder verdere rechtzetting vervangen door een andere kaart (maar zie artikel 16C).
4. Als het gelijktijdig spelen onopgemerkt blijft totdat van beide partijen ten minste één speler in de volgende slag heeft gespeeld, is artikel 67 van toepassing.

ARTIKEL 59
Niet op de voorgeschreven wijze kunnen voorspelen of spelen

Een speler mag elke reglementaire kaart spelen indien hij niet in staat is voor te spelen of te spelen om te voldoen aan een rechtzetting, hetzij omdat hij geen kaart van de vereiste kleur heeft, of omdat hij alleen maar kaarten heeft van een kleur die hij niet mag voorspelen, of omdat hij moet bekennen.

ARTIKEL 60
Spelen na een onreglementair spelen

A. Spelen na een onregelmatigheid
1. Indien een speler van de niet-overtredende partij bijspeelt nadat zijn RT voor de beurt of voortijdig heeft voorgespeeld of gespeeld en voordat hiervoor een rechtzetting is vastgesteld, gaat het recht op vorderen van een rechtzetting voor die overtreding verloren.
2. Als het recht om een rechtzetting te vorderen eenmaal verloren is gegaan, wordt het onreglementair spelen behandeld alsof het op de beurt was (behalve als artikel 53B van toepassing is).
3. Als de overtredende partij nog een verplichting had om een strafkaart te spelen of te voldoen aan een beperking bij het voorspelen of spelen, dan blijft die verplichting bij latere beurten bestaan.

B. Tegenspeler speelt voordat leider uit de juiste hand voorspeelt
Wanneer een tegenspeler een kaart speelt, nadat van de leider is geëist zijn uit een onjuiste hand voorgespeelde kaart terug te nemen en voordat de leider uit de juiste hand heeft voorgespeeld, wordt de kaart van de tegenspeler een grote strafkaart (zie artikel 50).

C. Spelen door overtredende partij voordat een rechtzetting is vastgesteld
Het spelen door een lid van de overtredende partij voordat een rechtzetting is vastgesteld, beïnvloedt niet de rechten van de tegenstanders en kan op zichzelf aanleiding zijn tot rechtzetting.

ARTIKEL 61
Verzuimen te bekennen – informeren naar een verzaking

A. Definitie van een verzaking
Het verzuim om in overeenstemming met artikel 44 te bekennen of het verzuim, indien daartoe in staat, een kaart of kleur voor te spelen of te spelen zoals vereist krachtens de spelregels of voorgeschreven door een tegenstander die een keuze mocht maken bij een rechtzetting van een onregelmatigheid, vormt een verzaking (wanneer hieraan niet kan worden voldaan, zie artikel 59).

B. Recht om te vragen naar een mogelijke verzaking
1. De leider mag een tegenspeler die niet heeft bekend, vragen of hij een kaart heeft in de voorgespeelde kleur.
2. (a) De blinde mag dit aan de leider vragen [maar zie artikel 43B2(b)].
(b) De blinde mag dit niet vragen aan een tegenspeler en artikel 16B kan van toepassing zijn.
3. Tegenspelers mogen dit aan de leider en aan elkaar vragen (met het risico dat er ongeoorloofde informatie wordt overgebracht).

C. Recht om slagen in te zien
Een bewering dat verzaakt is, rechtvaardigt niet automatisch het inzien van dichtgelegde slagen (zie artikel 66C).

ARTIKEL 62
Herstel van een verzaking

A. Verzaking moet hersteld worden
Een speler moet zijn verzaking herstellen indien de aandacht erop gevestigd is voordat de verzaking voldongen wordt.

B. Een verzaking herstellen
Om een verzaking te herstellen neemt de overtreder de kaart die hij speelde, terug en vervangt deze door een reglementaire kaart.
1. De teruggenomen kaart wordt een grote strafkaart (zie artikel 50) indien ze uit een niet-openliggende hand van een tegenspeler werd gespeeld.
2. De kaart mag zonder verdere rechtzetting worden teruggenomen indien ze uit de hand van de leider [onderhevig aan artikel 43B2(b)] of van de blinde werd gespeeld of indien het een openliggende kaart van een tegenspeler was.

C. Volgende kaarten gespeeld
1. Iedere speler van de niet-overtredende partij mag elke kaart terugnemen die hij heeft gespeeld na de verzaking maar vóórdat de aandacht erop was gevestigd (zie artikel 16C).
2. Nadat een niet in overtreding zijnde speler aldus een kaart terugneemt, mag de opvolgende speler van de overtredende partij zijn gespeelde kaart eveneens terugnemen. Betreft dit een tegenspeler, dan wordt deze kaart een strafkaart (zie artikel 16C).
3. Als beide partijen verzaken in dezelfde slag en slechts één partij gespeeld heeft in de volgende slag, moeten beide verzakingen hersteld worden (zie artikel 16C2). Elke door een tegenspeler teruggenomen kaart wordt een strafkaart.

D. Verzaking in de twaalfde slag
1. In de twaalfde slag moet een verzaking, ook al is ze voldongen, hersteld worden indien ze ontdekt wordt voordat de vier handen in het bord zijn teruggestoken.
2. Indien een tegenspeler verzaakt in de twaalfde slag voordat zijn partner aan de beurt is om in die slag te spelen is artikel 16C van toepassing.

ARTIKEL 63
Voldongen worden van een verzaking

A. Verzaking wordt voldongen Een verzaking wordt voldongen:
1. wanneer de overtreder of zijn partner voorspeelt of speelt in de volgende slag (elk spelen, reglementair of onreglementair, maakt de verzaking voldongen);
2. wanneer de overtreder of zijn partner een kaart noemt of anderszins aangeeft een kaart te spelen in de volgende slag;
3. wanneer een speler van de overtredende partij slagen opeist of afstaat. Dit kan mondeling of door het openleggen van zijn hand of anderszins;
4. wanneer er overeenstemming is (zoals bepaald in artikel 69A) over het opeisen of afstaan van slagen door een tegenstander en de verzakende partij hiertegen geen bezwaar maakt voor ze biedt in een volgend spel of voor het einde van de ronde.

B. Verzaking mag niet hersteld worden
Wanneer een verzaking eenmaal voldongen is, mag ze niet meer hersteld worden (behalve zoals voorzien in artikel 62D in geval van een verzaking in de twaalfde slag of zoals voorzien in artikel 62C3). De slag waarin de verzaking plaatsvond, geldt als gespeeld.

ARTIKEL 64
De gang van zaken na het voldongen worden van een verzaking

A. Automatische aanpassing van het aantal slagen Wanneer een verzaking voldongen is:
1. en de overtreder de slag waarin verzaakt is heeft gemaakt, wordt nadat het spelen is beëindigd, die slag aan de nietovertredende partij overgedragen samen met één slag van de slagen die de overtredende partij na de verzaking nog heeft gemaakt;
2. en de overtreder1 de slag waarin verzaakt is, niet heeft gemaakt, wordt nadat het spelen is beëindigd, één slag overgedragen aan de niet-overtredende partij indien de overtredende partij deze en/of enige volgende slag gemaakt heeft.

B. Geen automatische aanpassing van het aantal slagen Er is geen automatische aanpassing van het aantal slagen zoals voorzien na een voldongen verzaking (maar zie artikel 64C) als:
1. de overtredende partij noch de slag waarin verzaakt is, noch enige volgende slag heeft gemaakt;
2. het een volgende verzaking is door dezelfde speler in dezelfde kleur en de eerste verzaking voldongen is;
3. de verzaking ontstaan is door het niet spelen van een strafkaart of een kaart van de blinde;
4. pas op de verzaking wordt geattendeerd nadat een speler van de niet-overtredende partij een bieding heeft gedaan in het volgende spel;

5. pas op de verzaking wordt geattendeerd na het beëindigen van de ronde;
6. de verzaking in de twaalfde slag plaatsvindt;
7. beide partijen verzaakt hebben op hetzelfde spel en beide verzakingen voldongen zijn;
8. de verzaking rechtgezet werd overeenkomstig artikel 62C3.

C. Herstel van schade
1. Wanneer na een voldongen verzaking, ook wanneer er geen aanpassing van het aantal slagen voor voorzien is, de wedstrijdleider van oordeel is dat de niet-overtredende partij onvoldoende schadeloos wordt gesteld door dit artikel, moet hij een arbitrale score toekennen.
2. (a) Als eenzelfde speler meer dan één keer verzaakt heeft in dezelfde kleur (zie B2 hierboven), past de wedstrijdleider de score aan als de niet-overtredende partij zonder een of meer van deze verzakingen waarschijnlijk meer slagen gemaakt zou hebben.
(b) Als beide partijen op hetzelfde bord verzaakt hebben (zie B7 hierboven) en de wedstrijdleider is van oordeel dat een deelnemer benadeeld is, moet hij een arbitrale score toekennen gebaseerd op het resultaat dat waarschijnlijk behaald was als er geen verzakingen hadden plaatsgevonden.

DEEL IV
Slagen

ARTIKEL 65
Rangschikken van de slagen

A. Voltooide slag
Als in een slag vier kaarten zijn gespeeld, legt elke speler zijn eigen kaart met de beeldzijde naar beneden voor zich op tafel.

B. Bijhouden van gemaakte slagen
1. Indien de eigen partij de slag heeft gemaakt, wordt de kaart met de smalle zijde richting partner neergelegd.
2. Indien de tegenstanders de slag hebben gemaakt, wordt de kaart met de smalle zijde in hun richting neergelegd.
3. Een speler mag erop wijzen dat een kaart in de verkeerde richting gelegd is, maar dit recht eindigt zodra zijn partij voorspeelt of speelt in de volgende slag. Als er later op gewezen wordt, kan artikel 16B van toepassing zijn.
C. Ordelijkheid
Elke speler legt iedere door hem gespeelde kaart in de gespeelde volgorde in een geordende rij neer, waarbij de kaarten elkaar gedeeltelijk bedekken. Dit dient zodanig te gebeuren dat na afloop van het spelen een reconstructie van het spelverloop mogelijk is, opdat zo nodig vastgesteld kan worden hoeveel slagen iedere partij gemaakt heeft of in welke volgorde de kaarten gespeeld zijn.

D. Overeenstemming over het eindresultaat
Een speler behoort de door hem gespeelde kaarten op de onder C vereiste wijze te laten liggen totdat men het eens is over het aantal gemaakte en niet-gemaakte slagen. Een speler die zich niet houdt aan het bepaalde in dit artikel, riskeert zijn rechten te verliezen inzake een bewering over al dan niet-gemaakte slagen als daarover twijfel bestaat, of een bewering (of ontkenning) dat er verzaakt is.

ARTIKEL 66
Inzien van slagen

A. In volgende slag nog niet gespeeld
De leider en elke tegenspeler mag, zolang zijn eigen partij nog niet voor- of bijgespeeld heeft in de volgende slag en zolang zijn kaart nog met de beeldzijde naar boven op tafel ligt, verlangen dat alle in deze slag gespeelde kaarten getoond worden.

B. De eigen laatstgespeelde kaart
De leider en elke tegenspeler mag zijn eigen laatstgespeelde kaart inzien (maar niet tonen) totdat zijn partij een kaart in de volgende slag gespeeld heeft.

C. Dichtgelegde slagen
Daarna mogen dichtgelegde slagen pas ingezien worden na afloop van het spel (behalve op uitdrukkelijke aanwijzing van de wedstrijdleider, bijvoorbeeld om vast te stellen of er terecht beweerd wordt dat er verzaakt is).

D. Na afloop van het spelen
Nadat het spelen is afgelopen, mogen alle kaarten worden ingezien om overeenstemming te bereiken over een bewering dat verzaakt is of over het aantal gemaakte en niet-gemaakte slagen maar men mag andermans kaarten niet aanraken. Als de wedstrijdleider na zo’n bewering de feiten niet meer kan vaststellen en maar één partij heeft haar kaarten door elkaar gemengd, moet de wedstrijdleider ten gunste van de andere partij beslissen.
ARTIKEL 67
Onjuiste slag

A. Hooguit één partij heeft in de volgende slag gespeeld Als een speler verzuimd heeft in een slag bij te spelen of te veel kaarten in een slag heeft gespeeld, moet de fout hersteld worden als er op de onregelmatigheid wordt geattendeerd voordat een speler van elke partij in de volgende slag gespeeld heeft.
1. Om het verzuim een kaart te spelen goed te maken voegt de overtreder een reglementair juiste kaart toe.
2. Om het spelen van te veel kaarten in een slag te herstellen moet artikel 45E (vijfde kaart in een slag) of artikel 58B (twee of meer kaarten gelijktijdig uit één hand) toegepast worden.

B. Een speler van beide partijen heeft in de volgende slag gespeeld
Wanneer de wedstrijdleider vaststelt dat een slag onjuist is geweest (vanwege het feit dat een speler te veel of te weinig kaarten in zijn hand heeft en een overeenkomstig onjuist aantal gespeelde kaarten bezit) en beide partijen gespeeld hebben in de volgende slag, handelt de wedstrijdleider als volgt:
1. Als de overtreder verzuimd heeft in de onjuiste slag bij te spelen, moet de wedstrijdleider eisen dat hij direct een kaart open op tafel legt en die correct tussen zijn gespeelde kaarten plaatst (met deze kaart kan de desbetreffende slag niet alsnog gemaakt worden).
(a) Als de overtreder kan bekennen in de onjuiste slag, moet hij een kaart in de voorgespeelde kleur tussen zijn gespeelde kaarten plaatsen. Hij wordt geacht verzaakt te hebben in de onjuiste slag en moet één slag overdragen in overeenstemming met artikel 64A2.
(b) Als de overtreder niet kan bekennen in de onjuiste slag, kiest hij een willekeurige kaart en plaatst die tussen zijn gespeelde kaarten. Hij wordt geacht verzaakt te hebben in de onjuiste slag en moet één slag overdragen in overeenstemming met artikel 64A2.
2. (a) Als de overtreder meer dan één kaart in de onjuiste slag heeft gespeeld, controleert de wedstrijdleider de gespeelde kaarten en schrijft voor dat de overtreder alle extra kaarten terugneemt en aan zijn hand toevoegt, waarbij hij de ge-

toonde kaart die in de onjuiste slag is gespeeld, bij de gespeelde kaarten laat liggen (als de wedstrijdleider niet in staat is vast te stellen welke kaart getoond is, laat de overtreder de hoogste kaart die hij reglementair in die slag had kunnen spelen, bij de gespeelde kaarten liggen). De slag blijft aan de speler die de onjuiste slag won.
(b) Een aan de hand toegevoegde kaart wordt geacht voortdurend te hebben behoord tot de hand van de overtreder en indien deze kaart in een eerdere slag had moeten worden gespeeld, is dit verzuim een verzaking.
3. Als de wedstrijdleider vaststelt dat de overtreder wel degelijk een kaart speelde in de onjuiste slag, maar dat die kaart niet bij de andere dichtgelegde slagen gelegd is, zorgt de wedstrijdleider ervoor dat die kaart gevonden wordt en voegt hij ze op de juiste plaats toe aan de gespeelde kaarten van de overtreder. De wedstrijdleider moet een arbitrale score toekennen als de kaart opnieuw in een volgende slag gespeeld werd en het te laat is om het onreglementair spelen recht te zetten.

DEEL V
Opeisen en afstaan van slagen

ARTIKEL 68
Opeisen en afstaan van slagen

Een uitlating of handeling wordt volgens de spelregels slechts als opeisen of afstaan van slagen beschouwd als ze betrekking heeft op slagen na de lopende slag. Als de uitlating of handeling alleen betrekking heeft op het wel of niet maken van de onvoltooide lopende slag, gaat het spelen normaal verder. Kaarten die door een tegenspeler getoond of genoemd zijn, worden geen strafkaarten maar de artikelen 16 en 57A kunnen van toepassing zijn.

A. Omschrijving van opeisen van slagen (claim)
Elke verklaring van de leider of een tegenspeler dat een partij een bepaald aantal slagen zal maken, geldt als opeisen van die slagen. Dit is ook het geval als een speler voorstelt het spelen te bekorten of als hij zijn kaarten laat zien (tenzij hij duidelijk niet van plan was slagen op te eisen, bijvoorbeeld als de leider zijn kaarten met de beeldzijde naar boven op tafel legt na een uitkomst voor de beurt, is niet dit artikel maar artikel 54 van toepassing).

B. Omschrijving van afstaan van slagen
1. Elke verklaring van de leider of een tegenspeler dat een partij een bepaald aantal slagen zal verliezen, geldt als het afstaan van die slagen; het opeisen van een bepaald aantal slagen impliceert het afstaan van de eventuele overige slagen. Een speler staat alle overige slagen af als hij zich gewonnen geeft.
2. Als een tegenspeler een of meer slagen wil afstaan en zijn partner maakt daartegen onmiddellijk bezwaar, dan zijn, ongeacht B1 hierboven, geen slagen afgestaan of opgeëist. Er kan ongeoorloofde informatie zijn, dus behoort de wedstrijdleider onmiddellijk te worden ontboden. Het spelen gaat verder. Geen enkele kaart die door een tegenspeler in deze situatie getoond werd, is een strafkaart maar artikel 16C is van toepassing op de informatie die voortkomt uit het zichtbaar zijn van de kaart; deze informatie mag niet gebruikt worden door de partner van de tegenspeler die kaarten getoond heeft.

C. Toelichting vereist
Het opeisen behoort onmiddellijk vergezeld te gaan van een duidelijke toelichting aangaande de speelwijze of de verdediging waarmee de eiser meent de opgeëiste slagen te maken, met inbegrip van de volgorde waarin de kaarten gespeeld zullen worden. De speler die slagen opeist of afstaat, legt zijn hand open.

D. Het spelen wordt gestaakt
Na elk opeisen of afstaan van slagen stopt het spelen.
1. Als men instemt met het opeisen of afstaan, is artikel 69 van toepassing.
2. Als dit door een speler, met inbegrip van de blinde, wordt betwist:
(a) mag de wedstrijdleider onmiddellijk ontboden worden en is artikel 70 van toepassing. Er mag geen enkele handeling plaatsvinden totdat de wedstrijdleider aanwezig is; of
(b) mag het spelen verdergaan op verzoek van de partij die geen slagen opeist of afstaat met inachtneming van het volgende:
(i) alle vier de spelers moeten akkoord gaan; zo niet, dan moet de wedstrijdleider ontboden worden, die dan handelt als bepaald in (a) hierboven,
(ii) het eerdere opeisen of afstaan vervalt en het is niet onderhevig aan een arbitrage. De artikelen 16 en 50 zijn niet van toepassing en de vervolgens behaalde score blijft staan.

ARTIKEL 69
Het instemmen met het opeisen of afstaan van slagen

A. Instemming is definitief
Instemming met het opeisen of afstaan van slagen wordt definitief als een partij het eens is met het opeisen of afstaan van slagen door een tegenstander en hiertegen geen bezwaar aantekent voordat ze een bieding doet in een volgend spel of voor het einde van de ronde als dat eerder is. De score op het bord wordt berekend alsof het spel normaal gespeeld is.

B. Intrekken van de instemming
Het instemmen met een opeisen of afstaan van slagen (zie A) kan ingetrokken worden binnen de periode van herstel zoals vastgesteld in artikel 79C:
1. als een speler ingestemd heeft met het verlies van een slag die zijn partij daadwerkelijk heeft gemaakt; of
2. als een speler ingestemd heeft met het verlies van een slag die zijn partij waarschijnlijk gewonnen had als het spel doorgegaan was.

De score op het bord wordt opnieuw berekend, waarbij een dergelijke slag wordt toegekend aan de partij van die speler.

ARTIKEL 70
Betwist opeisen of afstaan van slagen

A. Algemene doelstelling
Bij het beslissen over een betwist opeisen of afstaan van slagen stelt de wedstrijdleider het resultaat op het spel voor beide partijen zo billijk mogelijk vast maar elk twijfelachtig punt in verband met het opeisen of afstaan dient in het nadeel van de eiser te worden beslist. De wedstrijdleider gaat als volgt te werk:

B. Herhalen van de toelichting
1. De wedstrijdleider verlangt van de eiser dat hij de toelichting die hij bij zijn opeisen gegeven heeft, herhaalt.
2. Vervolgens luistert de wedstrijdleider naar de bezwaren die de tegenstanders tegen het opeisen of afstaan hebben (maar in zijn overwegingen is de wedstrijdleider niet uitsluitend beperkt tot de bezwaren van de tegenstanders).
3. De wedstrijdleider kan van de spelers verlangen dat zij hun overgebleven kaarten met de beeldzijde naar boven op tafel leggen.
C. Tegenpartij heeft nog een troef
Wanneer een van de tegenstanders nog een troef heeft, moet de wedstrijdleider de tegenpartij nog een of meerdere slagen toekennen indien voldaan wordt aan elk van de volgende drie voorwaarden:
1. de eiser maakte geen melding van die troef; en
2. het is aannemelijk dat de eiser op het moment van zijn claim vergeten was dat de tegenpartij nog een troef had; en
3. bij een normale speelwijze zou met die troef een slag gemaakt kunnen worden.

D. Overwegingen van de wedstrijdleider
1. Indien de eiser een succesvolle speelwijze voorstelt die niet was opgenomen in zijn oorspronkelijke toelichting, mag de wedstrijdleider die niet accepteren als er een alternatieve normale1 speelwijze is die minder succesvol zou zijn.
2. De wedstrijdleider accepteert geen enkel deel van het opeisen van een tegenspeler dat afhangt van de keuze van zijn partner voor een bepaalde speelwijze uit meerdere normale1 speelwijzen.

E. Niet genoemde speelwijze
1. Als de eiser een nog niet genoemde speelwijze voorstelt waarbij het succes afhankelijk is van het ontdekken of een bepaalde kaart al dan niet in de hand van een bepaalde tegenstander aanwezig is, mag de wedstrijdleider dit niet accepteren, tenzij een tegenstander niet heeft bekend in die kleur voordat slagen werden opgeëist, of later niet zou bekennen bij iedere normale1 speelwijze.
2. Het Bondsbestuur mag een volgorde bepalen (bijvoorbeeld “te beginnen met de hoogste”) waarin een kleur gespeeld moet worden, die de wedstrijdleider moet opleggen als die volgorde niet duidelijk was in de toelichting van het opeisen (maar altijd ondergeschikt aan alle andere bepalingen van dit artikel).

ARTIKEL 71
Het afstaan van slagen geannuleerd

Indien eenmaal slagen afgestaan zijn, moet dit gehandhaafd blijven, behalve wanneer binnen de periode van herstel zoals vast-

gesteld in artikel 79C de wedstrijdleider het afstaan van slagen moet annuleren, namelijk als:
A. een speler een slag heeft afgestaan die zijn partij daadwerkelijk had gemaakt; of
B. een speler een slag heeft afgestaan die niet verloren had kun-nen gaan bij iedere normale voortzetting van het spelen.

De score op het bord wordt opnieuw berekend, waarbij een dergelijke slag wordt toegekend aan de partij van die speler.

HOOFDSTUK VII
Gedragsregels

ARTIKEL 72
Algemene beginselen

A. Naleving van de spelregels
Bridgewedstrijden behoren te worden gespeeld in strikte overeenstemming met de spelregels. Het voornaamste doel is een hogere score te verkrijgen dan andere deelnemers met inachtneming van de voorgeschreven procedures en ethische normen die in deze spelregels beschreven zijn.

B. Overtreding van de spelregels
1. Een speler mag een spelregel niet opzettelijk overtreden, ook al is hij bereid de daarvoor bepaalde rechtzetting te accepteren.
2. Men is in het algemeen niet verplicht de aandacht te vestigen op een overtreding van de spelregels begaan door de eigen partij (zie echter artikel 20F voor een foutieve uitleg en artikel 62A en 79A2).
3. Een speler mag niet proberen een overtreding verborgen te houden, bijvoorbeeld door opnieuw te verzaken, door een kaart achter te houden waarmee verzaakt is of door de kaarten voortijdig dooreen te mengen.

C. Besef van mogelijk nadeel
Als de wedstrijdleider van oordeel is dat een overtreder er zich ten tijde van zijn onregelmatigheid van bewust had kunnen zijn dat de onregelmatigheid de niet-overtredende partij schade zou kunnen toebrengen, moet de wedstrijdleider het bieden en het spelen laten voortgaan (als het nog niet beëindigd is). Na afloop van het spel kent de wedstrijdleider een arbitrale score toe als hij meent dat de overtredende partij voordeel heeft behaald uit de onregelmatigheid.

ARTIKEL 73
Communicatie, tempo en misleiding

A. Correcte communicatie tussen de partners
1. Behalve waar specifiek toegestaan door deze spelregels, mag communicatie tussen de partners tijdens het bieden en het spelen uitsluitend plaatsvinden door het doen van biedingen en het spelen van kaarten.
2. Het bieden en het spelen behoren te worden gedaan zonder overmatige nadruk, stembuiging of gedraging en zonder overmatige aarzeling of haast. Het Bondsbestuur kan echter verplichte pauzes voorschrijven, bijvoorbeeld tijdens de eerste biedronde, na een sprongbod of bij de eerste slag.

B. Incorrecte communicatie tussen de partners
1. Partners mogen geen informatie uitwisselen door middel van bijvoorbeeld de manier waarop biedingen worden gedaan of kaarten worden gespeeld, bijzondere opmerkingen of gebaren, door het al dan niet stellen van vragen of door al dan niet alerteren of geven van uitleg.
2. De zwaarst mogelijke inbreuk is het uitwisselen van informatie tussen de partners door middel van vooraf overeengekomen, niet door de spelregels toegestane communicatiemethoden.

C. Speler ontvangt ongeoorloofde informatie van zijn partner
1. Indien een speler beschikt over ongeoorloofde informatie van zijn partner, zoals bijvoorbeeld voortkomend uit een opmerking, vraag, uitleg, gebaar, gedraging, overmatige nadruk, stembuiging, haast of aarzeling van zijn partner, een onverwachte alert of het niet alerteren, moet hij zorgvuldig vermijden enig voordeel te trekken uit die ongeoorloofde informatie [zie artikel 16B1(a)].
2. Aan een speler die C1 overtreedt, kan straf gegeven worden, maar als de tegenstanders benadeeld zijn, zie ook artikel 16B3.

D. Variëren van tempo of handelwijze
1. Het is gewenst, hoewel niet altijd noodzakelijk, dat spelers een regelmatig tempo en eenzelfde handelwijze aanhouden. Spelers moeten nochtans extra voorzichtig zijn als variaties hun een voordeel kunnen opleveren. In andere gevallen is het onopzettelijk variëren van het tempo of de manier van bieden of spelen geen inbreuk op de gedragsregels. Gevolgtrekkingen uit deze variaties zijn alleen voor de tegenstanders geoorloofd; zij mogen deze informatie gebruiken, maar wel voor eigen risico.
2. Een speler mag niet proberen een tegenstander te misleiden door een vraag, opmerking of gebaar; door haast of aarzeling bij het bieden of spelen (zoals het aarzelen met een singleton); door de manier van bieden of spelen; of door enige andere opzettelijke afwijking van de correcte manier van handelen (zie ook artikel 73E2).

E. Misleiding
1. Een speler mag op een gepaste wijze proberen een tegenstander te misleiden door een bieding of speelwijze (zolang die niet benadrukt wordt door ongewone haast of aarzeling of niet berust op een geheime afspraak of op ervaring met de partner).
2. Als de wedstrijdleider van oordeel is dat een niet in overtreding zijnde speler een onjuiste gevolgtrekking heeft gemaakt uit een vraag, opmerking of gebaar of iets dergelijks van een tegenstander die hiervoor geen duidelijke bridgetechnische reden had en die ten tijde van zijn handeling kon weten dat hij hiervan voordeel zou kunnen hebben, moet de wedstrijdleider een arbitrale score toekennen.

ARTIKEL 74
Optreden en fatsoen

A. Juiste houding
1. Een speler behoort zich altijd hoffelijk te gedragen.
2. Een speler behoort zorgvuldig iedere opmerking of onnodige handeling te vermijden die ergernis of verlegenheid zou kunnen veroorzaken bij een andere speler of het genoegen van het spel zou kunnen verstoren.
3. Een speler behoort steeds op dezelfde, correcte wijze te bieden en te spelen.

B. Fatsoen
Uit oogpunt van fatsoen behoort een speler niet:
1. onvoldoende aandacht aan het spel te besteden;
2. ongevraagd commentaar te leveren tijdens het bieden en spelen;
3. een kaart klaar te houden voordat hij aan de beurt is;
4. het spelen onnodig te rekken (door bijvoorbeeld door te spelen terwijl hij weet dat alle slagen zeker voor hem zijn) met het oogmerk een tegenstander van zijn stuk te brengen;
5. de wedstrijdleider te ontbieden en hem toe te spreken op een voor deze of voor de andere spelers onhoffelijke wijze.

C. Overtredingen tegen de juiste gang van zaken De volgende handelingen zijn voorbeelden van overtredingen tegen de juiste gang van zaken:
1. het gebruik van verschillende aanduidingen voor dezelfde bieding;
2. een blijk van goed- of afkeuring ten aanzien van een bieding of speelwijze;
3. een aanduiding dat men verwacht of van plan is een slag te maken of te verliezen, voordat iedereen in die slag heeft gespeeld;
4. een opmerking of handelwijze tijdens het bieden of spelen, bedoeld om de aandacht te vestigen op een belangrijk ge- geven of op het aantal slagen dat nog nodig is voor een succesvol resultaat;
5. het nadrukkelijk kijken naar een andere speler tijdens het bieden of spelen, of naar de hand van een andere speler, bijvoorbeeld met de bedoeling zijn kaarten te zien of om te zien van welke plaats hij een kaart neemt (het is echter geoorloofd gebruik te maken van informatie, verkregen doordat men onopzettelijk een kaart van de tegenstander ziet );
6. het tonen van een duidelijk gebrek aan verdere interesse in een spel (bijvoorbeeld door het dichtvouwen van de kaarten);
7. het afwijken van het normale tempo van bieden of spelen met de bedoeling een tegenstander in de war te brengen;
8. het onnodig verlaten van de tafel voordat het einde van de ronde is aangekondigd.

ARTIKEL 75
Foutieve uitleg of foutieve bieding

Nadat een onjuiste uitleg is gegeven aan de tegenstanders, hebben de spelers (en de wedstrijdleider) de volgende verantwoordelijkheden:

A. Fout die ongeoorloofde informatie tot gevolg heeft Of een uitleg nu wel of niet een correcte uitleg is van de afspraken, een speler weet na het horen van partners uitleg dat zijn bieding verkeerd is begrepen. Deze informatie valt onder het begrip ongeoorloofde informatie (zie artikel 16A) en de speler moet zorgvuldig vermijden dat hij enig voordeel haalt uit die ongeoorloofde informatie (zie artikel 73C). Indien hij wel voordeel haalt, moet de wedstrijdleider een arbitrale score toekennen.

B. Foutieve uitleg
1. Als de gegeven uitleg niet overeenstemt met de afspraken, is deze uitleg een inbreuk op de regels. Als die inbreuk nadeel oplevert voor de niet-overtredende partij, moet de wedstrijdleider een arbitrale score toekennen.

2. Als een speler zich van zijn eigen fout bewust wordt, moet hij de wedstrijdleider ontbieden voordat de uitkomst met de beeldzijde naar boven op tafel gelegd wordt (of tijdens het spelen als het later ontdekt wordt) en moet hij de foutieve uitleg verbeteren. De speler mag de wedstrijdleider ook al voor het einde van het bieden ontbieden, maar hij is niet verplicht dit te doen (zie artikel 20F4).
3. De partner van de speler mag tijdens het bieden niets doen om diens foutieve uitleg te corrigeren; als hij nadien tegenspeler wordt, moet hij na afloop van het spel de wedstrijdleider ontbieden en de uitleg verbeteren. Als de partner van de speler leider of blinde wordt, moet hij de wedstrijdleider na de afsluitende pas ontbieden en de foutieve uitleg verbeteren.

C. Foutieve bieding
Als de afspraak correct werd uitgelegd, en de fout dus ligt in de bieding en niet in de uitleg, is er geen inbreuk op de regels. De uitleg mag niet onmiddellijk gecorrigeerd worden (en de wedstrijdleider mag ook niet meteen gewaarschuwd worden), noch is men verplicht dit later te doen. Ongeacht eventueel nadeel blijft het resultaat staan [maar zie artikel 21B1(b)].

D. Beoordeling door de wedstrijdleider
1. Spelers worden geacht hun afspraken accuraat uit te leggen (zie artikel 20F1); dit nalaten wordt beschouwd als verkeerde uitleg.
2. Alleen als beide spelers het eens zijn over de interpretatie is er sprake van een afspraak. Het is een overtreding een omschrijving van de betekenis van een bieding te geven als overeenstemming over de interpretatie niet bestaat. Als de wedstrijdleider besluit dat de gegeven uitleg niet gebaseerd was op een afspraak, past hij artikel 21B toe.
3. Als er een overtreding is (zoals bepaald in B1 of D2) en er voldoende bewijs is wat de afgesproken betekenis van een bieding is, geeft de wedstrijdleider een arbitrale score die gebaseerd is op het resultaat dat waarschijnlijk behaald was, als de tegenstanders de correcte uitleg op het juiste moment hadden gekregen. Als de wedstrijdleider van oordeel is dat er geen betekenis afgesproken is voor de bieding, geeft hij een arbitrale score die gebaseerd is op het resultaat dat waarschijnlijk behaald was, als de tegenstanders hiervan op de hoogte waren gesteld.

ARTIKEL 76
Toeschouwers

A. Toezicht
1. Toeschouwers in de speelruimte zijn onderworpen aan het toezicht van de wedstrijdleider conform de bepalingen van het toernooi.
2. Het Bondsbestuur en toernooiorganisatoren mogen als zij faciliteiten verschaffen om het spel elektronisch uit te zenden, via een reglement de voorwaarden bepalen waaronder de uitzendingen bekeken kunnen worden en voorschrijven hoe toeschouwers zich moeten gedragen. (Een toeschouwer mag tijdens een zitting niet communiceren met een speler die aan die zitting deelneemt.)

B. Aan tafel
1. Een toeschouwer mag niet van meer dan één speler de hand inzien, behalve als dit toegelaten wordt in de aanvullende bepalingen.
2. Een toeschouwer mag tijdens een spel geen enkele reactie tonen ten aanzien van het bieden of spelen.
3. Tijdens een ronde moet een toeschouwer zich onthouden van opmerkingen of bijzondere gedragingen van welke aard dan ook en mag hij geen conversatie hebben met een speler.
4. Een toeschouwer mag op geen enkele wijze een speler storen.
5. Een toeschouwer aan tafel mag geen aandacht vestigen op enig aspect van het spel.

C. Inbreng
1. Een toeschouwer mag in de speelruimte1 alleen spreken over feiten of spelregels als hij hiertoe door de wedstrijdleider uitgenodigd wordt.
2. Het Bondsbestuur en toernooiorganisatoren kunnen specificeren hoe ze omgaan met onregelmatigheden veroorzaakt door toeschouwers.

D. Status
Elke persoon in de speelruimte buiten de spelers en de toernooiofficials heeft de status van toeschouwer, tenzij de wedstrijdleider anders bepaalt.
HOOFDSTUK VIII
De score

ARTIKEL 77
Scoretabel voor wedstrijdbridge

Trekpunten
Gescoord door de partij van de leider als het contract gemaakt is.

Als de troef is ♣
Voor iedere geboden en gemaakte trek ♦ ♥ ♠
Ongedoubleerd (trekwaarde) 20 20 30 30
Gedoubleerd 40 40 60 60
Geredoubleerd 80 80 120 120

In een sans atout contract
Voor de eerste geboden Voor iedere en gemaakte trek volgende trek Ongedoubleerd (trekwaarde) 40 30
Gedoubleerd 80 60
Geredoubleerd 160 120

100 of meer trekpunten gescoord op één bord is een manche.
Minder dan 100 trekpunten gescoord is een deelscore.

Premies
Gescoord door de partij van de leider.

Slems
Voor het maken van een slem Klein slem (12 slagen) Niet kwetsbaar Kwetsbaar
geboden en gemaakt
Groot slem (alle 13 slagen) 500 750
geboden en gemaakt 1000 1500

Overslagen
Iedere overslag (slagen gemaakt boven het contract)
Niet kwetsbaar Kwetsbaar
Ongedoubleerd Trekwaarde Trekwaarde
Gedoubleerd 100 200
Geredoubleerd 200 400

Premies voor manche, deelscore en maken van het contract
Voor het maken van een manche, kwetsbaar 500
Voor het maken van een manche, niet kwetsbaar 300
Voor een deelscore
Voor het maken van een gedoubleerd maar niet 50
geredoubleerd contract 50
Voor het maken van een geredoubleerd contract 100

Strafpunten voor downslagen
Gescoord door de partij van de tegenspelers als het contract niet gemaakt wordt.

Downslagen
(slagen die de leider voor het contract tekortkomt)

Voor elke Bonus voor de
Voor eerste volgende vierde en elke

Niet-kwetsbaar downslag downslag volgende downslag
Ongedoubleerd 50 50 0
Gedoubleerd 100 200 100
Geredoubleerd

Kwetsbaar 200 400 200
Ongedoubleerd 100 100 0
Gedoubleerd 200 300 0
Geredoubleerd 400 600 0

Als alle vier de spelers passen (zie artikel 22), noteert elke partij de score nul.

ARTIKEL 78
Scoremethoden

A. Op basis van matchpunten
Bij de scoreberekening op basis van matchpunten krijgt iedere deelnemer voor de scores behaald door verschillende deelnemers die hetzelfde bord hebben gespeeld en van wie de scores worden vergeleken met de zijne:
– twee score-eenheden (matchpunten of halve matchpunten) voor iedere score lager dan de zijne;
– één score-eenheid voor iedere score gelijk aan de zijne; – nul score-eenheden voor iedere score hoger dan de zijne.

B. Op basis van internationale matchpunten (IMP) Bij de scoreberekening op basis van internationale matchpunten wordt voor ieder bord het verschil in scorepunten tussen de twee scores die met elkaar worden vergeleken, omgezet in IMP volgens onderstaande schaal:

verschil in punten IMP verschil in punten IMP verschil in punten IMP
0 – 10 0 20 – 40 1
50 – 80 2 90 – 120 3 130 – 160 4
170 – 210 5
220 – 260 6
270 – 310 7
320 – 360 8 370 –
430 –
500 –
600 –
750 –
900 –
1100 – 1290 15
1300 – 1490 16 420 9 490 10 590 11 740 12
890 13
1090 14 1500 – 1740 17
1750 – 1990 18
2000 – 2240 19
2250 – 2490 20
2500 – 2990 21
3000 – 3490 22
3500 – 3990 23
4000+ 24

C. Op basis van scorepunten
Bij de scoreberekening op basis van scorepunten wordt de score van elke deelnemer bepaald door het aantal scorepunten dat hij op alle borden samen heeft behaald.

D. Wedstrijdbepalingen
Indien zij zijn goedgekeurd door het Bondsbestuur, mogen andere scoremethoden (bijvoorbeeld omzetting in wedstrijdpunten) toegepast worden. De toernooiorganisator behoort van ieder toernooi en iedere wedstrijd de voorwaarden te publiceren waaronder zal worden gespeeld. Deze behoren de voorwaarden voor deelname te bepalen, de scoremethode die zal worden toegepast, de wijze waarop de winnaars zullen worden bepaald, hoe de rangorde zal worden bepaald als twee of meer deelnemers gelijk eindigen, en dergelijke. Deze wedstrijdbepalingen mogen niet in strijd zijn met de spelregels of andere vormen van regulering en alle informatie die het Bondsbestuur heeft gespecificeerd, moet erin opgenomen zijn.

ARTIKEL 79
Gemaakte slagen

A. Overeenstemming over gemaakte slagen
1. Over het aantal gemaakte slagen moet overeenstemming zijn bereikt voordat alle vier de handen weer in het bord zijn teruggestoken.
2. Een speler mag niet bewust de score accepteren voor een slag die zijn partij niet heeft gemaakt, noch het afgeven van een slag die zijn tegenstanders niet konden verliezen.

B. Verschil van mening over gemaakte slagen
Als hierover verschil van mening ontstaat, moet de wedstrijdleider worden geroepen, waarna
1. De wedstrijdleider bepaalt of er slagen opgeëist of afgestaan werden; zo ja, dan is artikel 69B of artikel 71 van toepassing.
2. Als B1 hierboven niet van toepassing is, beslist de wedstrijdleider welke score genoteerd moet worden.
3. Als de wedstrijdleider niet ontboden werd voor het einde van de ronde, mag hij de score van beide partijen alleen veranderen als hij absoluut zeker is van het resultaat dat aan tafel behaald werd. Is hij dat niet, dan moet hij ofwel de genoteerde score laten staan, ofwel de score van één partij verlagen zonder die van de andere partij te verhogen.

C. Foutieve score
1. Een fout in het berekenen of noteren van de overeengekomen score, gemaakt door een speler of een toernooimedewerker, mag worden hersteld tot het einde van de termijnen die daarvoor door de toernooiorganisator zijn gesteld. Tenzij de toernooiorganisator een later tijdstip vaststelt, eindigt de termijn voor correcties dertig minuten nadat de officiële uitslag ter inzage is gegeven.
2. Op voorwaarde dat de toernooiorganisator akkoord gaat, mag een foutieve score na het einde van de termijn voor correcties nog verbeterd worden als de wedstrijdleider er zeker van is dat de score fout is.

HOOFDSTUK IX
Het organiseren van toernooien

ARTIKEL 80
Reglement en organisatie

A. De ‘Regulating Authority’
1. In de spelregels is de ‘Regulating Authority’:
(a) de Wereld Bridge Federatie voor haar eigen wereldtoernooien en evenementen;
(b) de respectievelijke Zonale Organisatie voor toernooien en evenementen onder haar auspiciën;
(c) de Nationale Bridge Organisatie voor elk ander toernooi of evenement onder wiens auspiciën het toernooi plaatsvindt .
2. Het Bondsbestuur heeft de verantwoordelijkheden en de bevoegdheden zoals bepaald in de spelregels.
3. Het Bondsbestuur kan zijn bevoegdheden delegeren (maar behoudt de uiteindelijke verantwoordelijkheid voor de uitoefening ervan) of het kan deze aan een andere instantie toekennen (in welk geval het geen verdere verantwoordelijkheid meer heeft voor de uitoefening ervan).

B. Toernooiorganisator
1. Het Bondsbestuur kan een persoon of instantie erkennen als toernooiorganisator, die, onderworpen aan de bepalingen van het Bondsbestuur en deze spelregels, verantwoordelijk is voor de organisatie en de voorbereiding van een toernooi of evenement. De bevoegdheden en taken van de toernooiorganisator kunnen gedelegeerd worden maar de verantwoordelijkheid blijft bij de toernooiorganisator. Het Bondsbestuur en de toernooiorganisator kunnen dezelfde instantie zijn.
2. De bevoegdheden en taken van de toernooiorganisator omvatten:
(a) het aanstellen van de wedstrijdleider. Als er geen wedstrijdleider is aangesteld, behoren de spelers iemand uit hun midden aan te wijzen die deze taak zal vervullen;
(b) het vooraf treffen van de nodige maatregelen voor de wedstrijd met inbegrip van speelgelegenheid, spelmateriaal en alle andere logistieke regelingen;
(c) het vaststellen van de datum en het aanvangsuur van iedere zitting;

(d) het vaststellen van de voorwaarden voor deelname;
(e) het vaststellen van de voorschriften voor het bieden en spelen in overeenstemming met deze spelregels, en ook alle speciale voorschriften (zoals, bijvoorbeeld, het spelen met schermen – bepalingen mogen afwijken voor rechtzettingen van handelingen die niet aan de andere kant van het scherm kunnen worden waargenomen);
(f) het aankondigen van bepalingen ter aanvulling ván maar niet in strijd mét de spelregels;
(g) (i) maatregelen treffen voor het aanstellen van assistenten van de wedstrijdleider,
(ii) ander personeel aanstellen en hun taken en verantwoordelijkheden vastleggen;
(h) maatregelen treffen om deelnemers in te schrijven;
(i) het vaststellen van passende speelcondities en het bekendmaken daarvan aan de deelnemers;
(j) maatregelen treffen om de scores te laten verzamelen, de resultaten op te laten stellen en ze officieel te laten registreren;
(k) de nodige voorzieningen treffen voor de behandeling van protesten conform artikel 93;
(l) alle andere bevoegdheden en taken die in de spelregels toebedeeld worden.
HOOFDSTUK X
De wedstrijdleider

ARTIKEL 81
De wedstrijdleider

A. Officiële positie
De wedstrijdleider is de officiële vertegenwoordiger van de toernooiorganisator.

B. Beperkingen en verantwoordelijkheden
1. De wedstrijdleider is ter plaatse verantwoordelijk voor de technische leiding van de wedstrijd. Hij heeft de bevoegdheid tekortkomingen van de toernooiorganisator te verhelpen.
2. De wedstrijdleider past de spelregels toe en is gebonden aan de spelregels en aanvullende bepalingen die in overeenstemming met deze spelregels zijn aangekondigd.

C. Taken en bevoegdheden van de wedstrijdleider
Het is de wedstrijdleider (niet de spelers) die de bevoegdheid heeft onregelmatigheden recht te zetten en schade te herstellen. De taken en bevoegdheden van de wedstrijdleider omvatten over het algemeen ook:
1. het handhaven van de orde en de zorg voor het ordelijk verloop van het spelen;
2. het toepassen en uitleggen van de spelregels en het inlichten van de spelers over hun rechten en verantwoordelijkheden volgens de spelregels;
3. het herstellen van een fout of onregelmatigheid die hem op enigerlei wijze ter kennis komt binnen de termijnen van correctie, vastgesteld in overeenstemming met de artikelen 79C en 92B;
4. het toepassen van rechtzettingen waar nodig en het uitoefenen van de bevoegdheden die hem in artikel 90 en 91 gegeven worden;
5. het naar eigen goeddunken annuleren van rechtzettingen om enigerlei reden, op verzoek van de niet-overtredende partij;
6. het beslechten van onenigheden;
7. het verwijzen van een aangelegenheid naar een bevoegd comité;
8. het aanleveren van uitslagen voor officiële registratie als de toernooiorganisator dit verlangt en het afhandelen van alle andere zaken die door de toernooiorganisator aan hem gedelegeerd zijn.

D. Delegeren van taken
De wedstrijdleider mag elk van zijn taken delegeren aan zijn assistenten maar hij blijft verantwoordelijk voor de juiste uitvoering.

ARTIKEL 82
Herstel van fouten in de gang van zaken

A. Taak van de wedstrijdleider
Het is de verantwoordelijkheid van de wedstrijdleider fouten in de gang van zaken te herstellen en het spel te laten verlopen op een wijze die niet met de spelregels in strijd is.

B. Herstel van fouten
Om een fout in de gang van zaken te herstellen mag de wedstrijdleider:
1. een arbitrale score toekennen zoals toegestaan volgens de spelregels;
2. voorschrijven dat een bord wordt gespeeld, het spelen ervan naar een later tijdstip verschuiven of een bord annuleren;
3. elke andere bevoegdheid uitoefenen die aan hem in de spelregels gegeven wordt.

C. Fout van de wedstrijdleider
Als de wedstrijdleider een beslissing heeft genomen die later door hem als onjuist wordt beoordeeld en er geen mogelijkheid tot herstel is om op het bord alsnog een normaal resultaat te verkrijgen, dient hij een arbitrale score toe te kennen waarbij hij beide partijen als niet-overtredend beschouwt.

ARTIKEL 83
Wijzen op het recht om te protesteren

Indien de wedstrijdleider meent dat een herziening van zijn beslissing omtrent een feit of omtrent de uitoefening van zijn bevoegdheid om naar eigen goeddunken te handelen aan de orde zou kunnen zijn, moet hij een deelnemer in kennis stellen van diens recht om te protesteren of mag hij de aangelegenheid doorgeven aan een bevoegd comité.

ARTIKEL 84
Beslissingen inzake feiten waarover overeenstemming bestaat

Wanneer de wedstrijdleider wordt ontboden om te beslissen over een kwestie betreffende spelregels of bepalingen en als overeenstemming over de feiten bestaat, beslist hij als volgt:

A. Geen rechtzetting
Als in de spelregels geen rechtzetting is bepaald en er voor hem geen aanleiding bestaat gebruik te maken van zijn bevoegdheid naar eigen goeddunken te handelen, geeft hij de spelers opdracht verder te gaan met bieden of spelen.

B. Spelregels voorzien een rechtzetting
Indien de onregelmatigheid duidelijk onder een spelregel valt waarin een rechtzetting wordt beschreven, bepaalt de wedstrijdleider die rechtzetting en ziet hij erop toe dat ze uitgevoerd wordt.

C. Keuze voor de speler
Als een spelregel een speler een keuze biedt uit meerdere rechtzettingen, legt de wedstrijdleider de mogelijkheden uit en ziet erop toe dat een keuze wordt gemaakt en uitgevoerd.

D. Keuze voor de wedstrijdleider
De wedstrijdleider beslist ieder twijfelachtig punt in het voordeel van de niet-overtredende partij. Hij tracht een zo rechtvaardig mogelijk resultaat te bereiken. Als het volgens hem waarschijnlijk is dat de niet-overtredende partij benadeeld werd door een onregelmatigheid waarvoor in deze spelregels geen rechtzetting is bepaald, kent de wedstrijdleider een arbitrale score toe (zie artikel 12).

ARTIKEL 85
Beslissingen inzake feiten waarover geen overeenstemming bestaat

Wanneer de wedstrijdleider wordt ontboden om te beslissen over een kwestie betreffende spelregels of bepalingen, gaat hij, indien er geen overeenstemming over de feiten bestaat, als volgt te werk:

A. Beoordeling door de wedstrijdleider
1. Voor het vaststellen van de feiten baseert de wedstrijdleider zich op de verschillende waarschijnlijkheden, dat wil zeggen in overeenstemming met het bewijsmateriaal dat hij kan ver- zamelen.
2. Als de wedstrijdleider dan van oordeel is dat hij de feiten juist heeft vastgesteld, beslist hij volgens artikel 84.

B. Feiten zijn niet duidelijk vast te stellen
Als de wedstrijdleider niet in staat is de feiten tot zijn tevredenheid vast te stellen, neemt hij een beslissing die het voortgaan van het spelen mogelijk maakt.

ARTIKEL 86
Viertallenwedstrijden

A. Vervangend bord
De wedstrijdleider mag niet van zijn bevoegdheid gebruik maken om volgens artikel 6 één bord opnieuw te laten geven, als het eindresultaat van een wedstrijd zonder dat bord bij een deelnemer bekend zou kunnen zijn. In plaats daarvan kent hij een arbitrale score toe.

B. Resultaat behaald aan andere tafel
1. Slechts één resultaat behaald
Wanneer de wedstrijdleider in een viertallenwedstrijd een arbitrale score geeft en er aan de andere tafel door dezelfde deelnemers een resultaat behaald werd dat duidelijk gunstig is voor één partij, dan moet de wedstrijdleider een vervangende arbitrale score geven (zie artikel 12C1(c), maar voor meer dan één arbitrale score zie B2 hieronder).
2. Meer dan één resultaat behaald aan een of meer tafels
Wanneer in een viertallenwedstrijd twee of meer niet vergelijkbare resultaten behaald zijn door dezelfde deelnemers of als de wedstrijdleider op basis van deze spelregels meer dan één arbitrale score moest toekennen, dan
(a) Als geen enkele deelnemer schuld heeft, moet de wedstrijdleider de desbetreffende borden annuleren en een of meer kunstmatige arbitrale scores toekennen (zie artikel 12C2) of, als de tijd het toelaat, bepalen dat er een of meer vervangende borden gespeeld moeten worden (maar zie A hierboven);
(b) Als slechts één deelnemer schuld heeft, moet de wedstrijdleider voor elk desbetreffend bord aan de niet-overtredende partij ofwel een kunstmatige arbitrale score toekennen van

gemiddelde-plus [zie artikel 12C2(b)] ofwel een vervangende arbitrale score, afhankelijk van welke van de twee het meest gunstig is. De overtredende partij krijgt het complement van de score die aan haar tegenstanders toegekend werd.
(c) Als beide deelnemers schuld hebben, moet de wedstrijdleider de borden annuleren en een of meer kunstmatige arbitrale scores toekennen (zie artikel 12C2).
3. Het Bondsbestuur mag bepalen wat er moet gebeuren als verscheidene borden slechts aan één tafel door dezelfde of meer deelnemers gespeeld werden. Voor het toekennen van de score op elk van die borden kan ze een andere regeling treffen dan voorgeschreven in B2 hierboven. Is er echter geen relevante regeling voorzien, dan handelt de wedstrijdleider zoals hierboven beschreven.

ARTIKEL 87
Onklaar bord

A. Definitie
Een bord wordt als onklaar beschouwd als de wedstrijdleider vaststelt dat een kaart (of meer dan één kaart) in een verkeerd vak is gestoken, of als hij vaststelt dat de gever of de kwetsbaarheid niet voor alle exemplaren van hetzelfde bord gelijk zijn en dat de deelnemers die met elkaar vergeleken hadden moeten worden, het bord daardoor niet in identieke vorm hebben gespeeld.

B. Scoreberekening in paren- en individuele wedstrijden Bij het berekenen van de score van een onklaar bord stelt de wedstrijdleider zo goed mogelijk vast welke scores op het bord zijn behaald in de correcte vorm en welke in de afwijkende vorm. Hij verdeelt de behaalde scores op deze basis in groepen en berekent elke groep afzonderlijk volgens de bepalingen van het toernooi. (Als dergelijke bepalingen niet voorzien zijn, kiest de wedstrijdleider een methode en maakt hij deze kenbaar.)

C. Scoreberekening in viertallenwedstrijden Zie artikel 86B2.

ARTIKEL 88
Toekennen van punten als schadeloosstelling

Zie artikel 12C2.

ARTIKEL 89
Rechtzettingen in individuele wedstrijden

Zie artikel 12C3.

ARTIKEL 90
Procedurele straffen

A. Bevoegdheid van de wedstrijdleider
Naast het toepassen van de rechtzettingen van de spelregels mag de wedstrijdleider ook procedurele straffen geven voor iedere overtreding die het spel overmatig vertraagt of belemmert, andere deelnemers overlast bezorgt, de juiste gang van zaken verstoort of het toekennen van een arbitrale score noodzakelijk maakt.

B. Overtredingen onderworpen aan procedurele straf Voorbeelden van overtredingen die onderworpen zijn aan een procedurele straf, zijn onder meer:
1. de komst van een deelnemer na de aangekondigde aanvangstijd;
2. het overmatig langzaam spelen van een deelnemer;
3. het bespreken van het bieden, het spelen of het resultaat van een spel, zodanig dat dit aan een andere tafel kan worden gehoord;
4. het ongeoorloofd vergelijken van de scores met een andere deelnemer;
5. het aanraken of in de hand nemen van kaarten die aan een andere speler behoren (zie artikel 7);
6. het steken van een of meer kaarten in een verkeerd vak van het bord;
7. een foutieve handelwijze (bijvoorbeeld verzuimen de kaarten te tellen, het verkeerde bord spelen, enz.) die het toekennen van een arbitrale score aan een deelnemer noodzakelijk maakt;
8. het niet dadelijk voldoen aan de wedstrijdbepalingen of aan voorschriften van de wedstrijdleider.

ARTIKEL 91
Bestraffen of schorsen

A. Bevoegdheid van de wedstrijdleider
Bij het uitoefenen van zijn taak om orde en discipline te handhaven is de wedstrijdleider bevoegd disciplinaire straffen, uitgedrukt in punten, op te leggen of een speler of deelnemer voor de duur van de zitting of een gedeelte daarvan te schorsen. De beslissing van de wedstrijdleider in dit geval is definitief (zie artikel 93B3).

B. Recht van uitsluiting
De wedstrijdleider is bevoegd een speler of deelnemer om enigerlei reden uit te sluiten, waarbij hij goedkeuring behoeft van de toernooiorganisator.
HOOFDSTUK XI
Protesten

ARTIKEL 92
Het recht om te protesteren

A. Recht van de deelnemer
Een deelnemer of zijn aanvoerder kan protesteren om herziening te verkrijgen van een beslissing die aan zijn tafel door de wedstrijdleider is genomen. Elk dusdanig verzoek kan, indien het als ongemotiveerd wordt beschouwd, onderhevig zijn aan sancties zoals voorzien in de wedstrijdbepalingen.

B. Tijdslimiet voor protesten
Het recht een beslissing van de wedstrijdleider te vragen of te protesteren tegen een beslissing van de wedstrijdleider eindigt dertig minuten nadat de officiële uitslag ter inzage is gegeven, tenzij de toernooiorganisator een andere periode heeft vastgesteld.

C. Wijze van protesteren
Alle verzoeken om een herziening van een beslissing moeten worden ingediend via de wedstrijdleider.

D. Overeenstemming bij de protesterende spelers Een protest zal niet in behandeling worden genomen tenzij:
1. in een parenwedstrijd beide spelers van het paar instemmen met het protest (maar in een individuele wedstrijd heeft een speler die protest aantekent, de instemming van zijn partner niet nodig);
2. in een viertallenwedstrijd de aanvoerder van het viertal instemt met het protest.

ARTIKEL 93
Gang van zaken bij het indienen van een protest

A. Geen protestcomité
De hoofdwedstrijdleider moet alle protesten in behandeling nemen en erover beslissen indien er geen protestcomité is [of als er daarvoor niet een alternatief voorzien is volgens artikel 80B2(k)], of indien een comité zijn taak niet kan uitvoeren zonder het ordelijk verloop van de wedstrijd te verstoren.

B. Protestcomité beschikbaar
Indien een comité (of een gevolmachtigd alternatief) beschikbaar is, geldt het volgende:
1. De hoofdwedstrijdleider moet enkel dat gedeelte van het protest behandelen en beslissen over dat gedeelte van het protest, dat betrekking heeft op spelregels of wedstrijdbepalingen. Tegen zijn beslissing kan bij het comité in beroep worden gegaan.
2. De hoofdwedstrijdleider moet alle andere protesten ter beoordeling voorleggen aan het bevoegde orgaan.
3. Bij het beslissen over protesten mag het comité (of het gevolmachtigde alternatief) alle bevoegdheden uitoefenen die in deze spelregels zijn toegekend aan de wedstrijdleider, met dien verstande dat het de beslissing van de hoofdwedstrijdleider niet mag herroepen als het gaat om een kwestie betreffende spelregels of wedstrijdbepalingen, of als het gaat om beslissingen genomen bij de uitoefening van zijn disciplinaire bevoegdheden in het kader van artikel 91. (Het kan de hoofdwedstrijdleider adviseren een dergelijke beslissing te herzien.)

C. Verdere protestmogelijkheden
1. Het Bondsbestuur kan procedures vaststellen voor een verdere beroepsgang als de hierboven vermelde middelen zijn uitgeput. Een dergelijke verdere beroepsgang kan onderhevig zijn aan een sanctie voorzien in een toepasselijk reglement, als het beroep als ongemotiveerd beschouwd wordt.
2. De hoofdwedstrijdleider of het bevoegde orgaan kunnen een aangelegenheid voor een uiteindelijke beslissing naar het Bondsbestuur verwijzen. Het Bondsbestuur heeft de bevoegdheid elk geval definitief te beslissen.
3. (a) Waar het noodzakelijk geacht wordt voor het verloop van het toernooi, kan het Bondsbestuur, niettegenstaande 1 en 2 hierboven, de verantwoordelijkheid van een definitieve beslissing over een protest toewijzen aan een speciaal toernooiorgaan; zowel het Bondsbestuur als de partijen betrokken bij het protest zijn dan gebonden aan die beslissing.
(b) Het Bondsbestuur kan elk onderdeel van de beroepsprocedure zoals bepaald in deze spelregels weglaten of wijzigen, mits het de deelnemers hiervan tijdig op de hoogte brengt.

Appendix
Biddingbox reglement

De Nederlandse Bridge Bond heeft, op aanbeveling van de Wereld Bridge Federatie, onderstaande regels voor het gebruik van biddingboxes als er niet met schermen gespeeld wordt, overgenomen.

De speler die aan de beurt is om te bieden, legt zijn biedkaarten voor zich op tafel met de tekst gericht naar het midden. De biedkaarten worden van links naar rechts in een rij geplaatst waarbij de biedkaarten elkaar gedeeltelijk overlappen, maar wel alle biedingen zichtbaar blijven. Een bod wordt gedaan door de biedkaart van het bedoelde bod en alle nog in de biddingbox aanwezige onderliggende biedkaarten te pakken. Het is niet toegestaan alleen de biedkaart van het bedoelde bod op tafel te leggen indien er nog onderliggende biedkaarten in de biddingbox aanwezig zijn.

Spelers behoren de biedkaarten pas aan te raken als ze besloten hebben welke bieding ze gaan doen.

Een bieding wordt geacht gedaan te zijn als de biedkaart(en) uit de biddingbox gehaald zijn met de kennelijke bedoeling hiermee een bieding te doen (maar artikel 25A van de spelregels kan van toepassing zijn).

Alerteren moet gebeuren door middel van de alertkaart; de speler die alerteert, is ervoor verantwoordelijk dat zijn tegenstanders zijn alert opmerken.

Een speler kondigt een sprongbod aan door de stopkaart voor zich op tafel te leggen en daarna de biedkaarten van zijn bod op tafel te leggen; na enige tijd haalt hij de stopkaart weer weg. Zijn LT
mag pas bieden als de stopkaart weggehaald is.

Totdat de biedkaartjes van tafel gehaald zijn, kan een speler een herhaling van het biedverloop verkrijgen door de biedkaarten te bekijken. Zodra dat niet meer mogelijk is, kan een speler een mondelinge herhaling van de bieding verkrijgen als hij aan de beurt is om bij te spelen in de eerste slag.

Trefwoordenregister
(verwezen wordt naar artikelnummers)

Aanraken van andermans kaarten 7B, 90B
Aarzeling zie: Informatie; Gedragsregels; Pauze
Accepteren van
Niet gemaakte slag als gemaakt 79A
Onvoldoende bod 27A
Spelen andere kaart dan strafkaart 52B
Uitkomst voor de beurt 54
Voorspelen voor de beurt 53, 55
Afspraken tussen partners Afwijken van – 40C
Foutieve bieding 75C
Na onregelmatigheid wijzigen van – 40B
Psychologische bieding 40C
Speciale afspraken 40B
Systeemafspraken 40A
Afstaan (van slagen)
Annuleren door WL 71
Bezwaar door partner van tegenspeler die slagen afstond 68B
Door leider 48B, 68B
Door tegenspeler 68B
Getoonde kaart van leider als – 48B
Herzien van instemming met – 69B
Instemming met – 69A
Lopende slag 68
Staken van spelen en mogelijk doorspelen 68D
Roepen van WL 68B, 68D
Ten onrechte – 71
Van reeds gewonnen slag 71
Van slag die niet verloren had kunnen gaan bij iedere normale voorzetting 71
Afzien van rechtzetting, zie ook: Verlies van rechten
Buiten de WL om 10B
Eigen bevoegdheid van WL 81C
Alerteren
Inbegrepen in herhaling van bieding 20B
Nalaten om te – 16B, 73C
Onjuiste informatie door verzuim te – 21
Reglementering door Bondsbestuur 40B
Anderszins verkregen informatie 16D, zie ook: Informatie,
Gedragsregels
Arbitrale score
Bevoegdheid WL om – toe te kennen 12A, 86
Hoogte 12C, 86
Individuele wedstrijd 12C
Na fout van de WL 82C
Na onjuist aantal kaarten 13B
Na besef van mogelijk nadeel 72C
Na ontvangst van ongeoorloofde informatie 16B
Na onvoldoende bod 27D
Na overtreding van de gedragsregels 73E2
Na spelen verkeerd bord 15
Na verkeerde uitleg 47E
Na verzaking 64C
Na verzuim bieding of speelwijze uit te leggen 40C
Na wijziging bieding 21B
Parenwedstrijd 12
Schadeloosstelling 12
Viertallenwedstrijd 86
Beëindiging Van ronde 8B
Van zitting 8C
Begin van het spelen 41
Behoud van het recht om te bieden 34
Bekennen
Algemeen vereiste 44C
Vereist bij aanwezigheid van strafkaart(en) 50D, 59
Verzuim te – ; Verzaking 61A
Berekening op basis van IMP’s 78
Beslissingen zie ook bij de betreffende onregelmatigheden
Betwiste feiten 85
Feiten waarover overeenstemming bestaat 84
Fout in – door WL 82C
Beurt
Bieding beschouwd als op de beurt gedaan 28
Bieding voor de beurt 29, 34
Bod voor de beurt 27A, 29, 31
Doublet voor de beurt 32
Gelijktijdige biedingen 33

Pas voor de beurt 30
Redoublet voor de beurt 32
Spelen 44
Bieden, het; zie ook: Biedperiode Einde van – 22A
Gang van zaken na einde van – 22
Gedeeltelijke herhaling van – 20B
Herhaling van – 20
Volgorde 17
Bieding
Bod 18
Herhaling van – 20
Na het einde van de biedperiode 35, 39
Niet duidelijk verstaan 20
Ongestraft blijven van ontoelaatbare bieding 36A,37A,38D,39B
Ontoelaatbare – 35
Toelaatbaar doublet 19
Toelaatbaar redoublet 19
Vóór overtreding is rechtgezet 11A
Wijziging van, zie: Bieding, wijziging van
Bieding, wijziging van
Bod voor de beurt als – 31
Informatie ontstaan door – 16
Na ontdekking van onjuiste informatie verstrekt door tegenstander 21 Niet-bedoelde – 25A
Rechtzetting tijdens biedperiode 25, 27, 30, 31, 32
Verbetering van vergissing of onreglementaire bieding 25A
Voor de beurt passen als – 30
Voorgenomen – 25B
Voorspeelbeperking wegens 26
Biedingen, gelijktijdig gedaan 33
Biedperiode
Begin van – 17
Bieding na de laatste pas 35, 39
Doorgaan na driemaal passen, als één pas voor de beurt was 34 Einde van – 17D
Herhaling van biedingen tijdens of na – 20
Blinde zie ook: Blinde, het spelen van
Beperkingen van acties door – 43
Hand van – gespeeld door leider 41D, 42A, 45B
Hand van – 41D
Handelend op aanwijzing van leider 42
Ordenen van kaarten in – 41D
Rechten van – 42, 61B
Sorteren van kaarten in – 41D
Spelen van zie: Blinde, het spelen van
Straf voor overtreding door – 43B
Blinde, het spelen van
Aanduiden van kaart die niet in blinde aanwezig is 46B
Door leider 41D, 42A, 45B
Gedeeltelijke aanduiding van kaart 46B
Juiste wijze 46A
Kaart niet aangeduid door leider 45D
Onvolledige aanduiding van kaart 46B
Poging kaart van blinde te spelen die niet aanwezig is 46B
Singleton, niet geacht automatisch aangeduid te zijn 57C Ten onrechte spelen door blinde van een kaart die leider niet
heeft genoemd 45D
Voortijdig spelen door tegenspeler 57C
Bod
Als gepast had moeten worden 37
Juiste wijze 18A
Na afsluitende pas 35, 39
Onderscheiding van andere biedingen 18
Ontoelaatbaar 35
Onvoldoende – 18D, 27
Van meer dan zeven 35, 38
Voldoende – 18C
Voor de beurt 27A, 29, 31
Bord
Annuleren van – 6D, 15B
Controle van – en kaarten 7
Dupliceren 6F
Gever en kwetsbaarheid van – 2
Kaarten in – terugsteken 7C
Kaarten uit – nemen 7B
Naspelen 15B
Onjuiste kaarten in – terugsteken 90B
Onklaar – 87
Opnieuw geven 6D
Plaats van – 7A
Rouleren van – 8A
Verkeerd gespeeld – 15, 90B
Vervangend – 86
Commentaar zie: Informatie; Gedragsregels
Contract Laatste bod 22A
Vraag naar – 41C
Dichtgelegde slagen 61C, 65C, 66
Doublet
Fout bij noemen van gedoubleerd bod 19A
Juiste wijze 19A
Ontoelaatbaar – 35, 36
Reglementair – 19A
Verhoging van score 77
Voor de beurt 32
Wanneer gepast had moeten worden 37
Dummy zie: Blinde
Dupliceren van borden 6F
Einde van ronde of zitting 8
Feiten
Beslissingen over betwiste 85
Beslissingen over – waarover overeenstemming bestaat 84
Protest over feitelijke kwesties 93
Fouten zie ook bij de betreffende onregelmatigheden
Beslissing door WL 82B
Gang van zaken 90B
Het noemen van het gedoubleerde contract 19A
Het noemen van het geredoubleerde contract 19B
Herhaling biedverloop 20E
Score 79C
Uitleg over afspraken tussen partners 75
Foutief begrijpen of verstaan, niet gebaseerd op onjuiste informatie 21
Foutieve bieding zie: Afspraken tussen partners
Foutieve uitleg van afspraak 40B, 75
Gang van zaken in het algemeen
Aan tafel 6, 7
Fouten in – 82
Na het bieden 22
Na onregelmatigheid in het algemeen 9
Protest 93
Taken WL 81, 82
Gang van zaken na specifieke onregelmatigheden
Bieding voor de beurt 29
Bod voor de beurt 31
Onreglementair spelen 60
Ontoelaatbaar doublet 36
Ontoelaatbaar redoublet 36
Verzaking 60, 64
Voor de beurt uitkomen 54
Voor de beurt voorspelen 53, 55
Gebaar zie: Informatie; Gedragsregels
Gedeeltelijke herhaling van de bieding 20
Gedekte uitkomst
Terugnemen van – met toestemming van WL 41
Gedrag zie: Gedragsregels
Gedragsregels
Aanhouden van de juiste gang van zaken 74
Aarzeling 73A
Accepteren van slag die niet gewonnen is en niet gewonnen kan worden 79A Actie voor ontbieden WL 11A
Afwijken van afspraken tussen partners 40C
Afzien van straf zonder WL te roepen 10
Algemene uitgangspunten 72
Algemene verplichting voor deelnemers 72
Antwoord op vraag 73
Arbitrale score wegens overtreding van – 73E
Bekendmaken van afspraken tussen partners 40A Bekendmaken van fout in uitleg over afspraken tussen partners 75
Bekendmaken van overtreding 72B
Commentaar door speler 74B
Commentaar door toeschouwer 76
Communicatie tussen partners 73, 75
Ergeren van tegenstander 74A
Fatsoen 74B
Fout in uitleg over afspraken tussen partners 75
Foutieve bieding 75
Foutieve uitleg 75
Gebaar van speler 73
Gebaar van toeschouwer 76 Gedrag van speler 74
Gedrag van toeschouwer 76
Gedragingen van speler 73, 74
Gedragingen van toeschouwer 76
Haast 73
Herstel van fout in eigen uitleg 75
Herstel van fout in uitleg door partner 75
Hoffelijkheid 74A
Houding tegenover tegenstander 74A
In verlegenheid brengen van partner of tegenstander 74A
Inbreuken op -, voorbeelden van – 74C
Juiste gang van zaken 74C
Juiste manier van doen van biedingen en van spelen 73A, 73D
Kaarten die toeschouwer mag zien 76
Misleiding 40, 73D, 73E
Nadruk 73
Ongevraagd verstrekken van informatie 74C
Onopzettelijke wisseling in gedrag of tempo 73
Onregelmatigheid waargenomen door toeschouwer 76B, 76C
Opmerking van speler 73
Opmerking van toeschouwer 76B
Opzettelijke misleiding 73E
Opzettelijke overtreding spelregel 72B
Opzettelijke wisseling in gedrag of tempo 73D
Overtreding gedragsregels 73E
Psychologische bieding 40C, 73E
Regelmatig voorkomende afwijking van afspraken tussen partners 40A, 75
Spreken door toeschouwer 76B
Stembuiging 73
Suggestieve actie of opmerking 73
Toeschouwers, verplichtingen van 76
Uitleg van afspraken tussen partners 75
Variëren van gedrag 73
Variëren van tempo 73
Verantwoordelijkheid voor handhaving spelregels 81C, 82A
Verborgen houden van overtreding 72B
Verdergaande informatie 73
Vooraf geregelde niet toegestane (ongeoorloofde)
communicatie 73B
Vraag 73
Waarschuwing voor sprongbod 73A
Gedwongen pas zie: Pas, gedwongen
Geheugensteun bij berekening of techniek 40B
Gelijktijdige handelingen
Biedingen 33
Spelen door twee spelers 58
Spelen van meer dan één kaart door één speler 58 Voorspelen 58
Getoonde kaart
Als opeisen of afstaan door leider 68A
Gelijktijdig spelen van kaarten 58
Het kunnen zien van kaart van tegenspeler door diens partner 49
Meer dan één – tijdens het bieden 24C
Na uitkomst voor de beurt 48B, 54
Strafkaart 50
Teruggenomen kaart 47
Tijdens biedperiode 24
Tijdens geven 6
Tijdens opeisen 68B
Tijdens schudden 6
Van tegenspeler 49
Zichtbare kaart van leider 48
Geven
Aanwezigheid deelnemers 6C
Gang van zaken 6
Opnieuw geven 6, 86A
Schudden 6
Gever
Eerste om bieding te doen 17B
Aanduiding van 2
Grote strafkaart 50
Haast zie: Informatie; Gedragsregels
Herhaling van de bieding Gedeeltelijke – 20B
Tijdens biedperiode 20B
Tijdens speelperiode 20, 41B
Verbetering in – 20E
Honneurs
Als grote strafkaarten 50
Hoofdwedstrijdleider 93
Individuele wedstrijden Arbitrale score 12C
Partners 4
Informatie zie ook: Gedragsregels
Door getoonde kaart 16D, 48A, 50
Door onjuist aantal kaarten 13
Door voor de beurt voorspelen 55C
Door wijziging bieding 16C
Door wijziging van spelen 16C
Geoorloofde – 16A
Ongeoorloofde – 16B, 16D
Toevallig verkregen – 16D
Instemming met opeisen of afstaan
Herzien van – 69B
Intrekken van instemming met opeisen 69B
Inzien van slagen 66
Kaart zie ook: Kaarten; Spelen van kaart, Systeemkaart
Gespeeld 45
Getoond zie: Getoonde kaart
Gezien door verkeerde speler 13
Inzien van eigen kaart 66
Ontbrekend 14
Plaats van – 41D, 74C
Poging kaart te spelen die niet in de blinde ligt 46 Reconstructie van spel als ontbrekende – niet gevonden wordt 14
Ten onrechte gespeeld door blinde 45D
Teruggenomen zie: Terugnemen van gespeelde kaart
Toevoegen van ontbrekende – 14
Van blinde, aangeraakt of aangeduid 45F
Van blinde, per vergissing gespeeld 45D
Van blinde, voortijdig spelen door leider 57C
Van leider, zichtbaar en daadwerkelijk gespeeld 45C
Van tegenspeler, zichtbaar voor partner 45C, 49
Verzaking door een verzuim een ontbrekende – te spelen 14B
Vijfde – in een slag 45E
Voortijdig klaar houden 74B Zichtbaar zijn van – 45C, 49 Kaartaanduiding
Ongeldig 46B
Juiste wijze van – 46A
Onvolledig 46B
Kaarten zie ook: Kaart
Aanraken van – van een andere speler 7B, 90B
Controle van – van eigen hand 7B
Dichtgelegde slagen 61C, 65, 66
Het zien door toeschouwers 76
Inzien van slagen 61C, 66
Onjuist aantal – 13
Ontbrekende – 14
Ordening van – om aantal gewonnen slagen bij te houden 65
Rangorde van – 1
Sorteren van – van de blinde 41D
Speelkaarten 1
Tellen van – 7B
Terugsteken in bord 7C
Keuzemogelijkheden van speler na onregelmatigheid
Beslissingsbevoegdheid van WL 12
Uitleg (opsomming) door WL 9, 10, 11
Verbod raadplegen partner 10C
Kleine strafkaart 50
Kleuren
Rangorde 1, 18E
Sorteren van de hand van de blinde 41D
Kunstmatig(e)
Arbitrale score 12C, 15B, 86
Bieding 29, 31, 40B
Pas 30C
Reguleren biedingen met – betekenis 40
Kunstmatige bieding Als onvoldoende bod 27B, 29
Bekendmaking vereist 40A
Pas als – 30C
Uitleg van – 20, 40
Voorschriften van Bondsbestuur 40B
Wijziging van bieding 25
Kwetsbaarheid
Scoretabel 77
Aanduiding van – 2
Kwijtschelden zie: Afzien van; Verlies van rechten
Laatste ronde, einde van 8C
Laten vallen van een kaart zie: Spelen van een kaart
Leider
Openleggen hand – na uitkomst uit verkeerde hand 54A
Rechten – na onregelmatigheid 9
Spelen van hand van de blinde 41D, 42A, 45B
Wordt blinde door zijn hand open te leggen na uitkomst uit de verkeerde hand 54A
Lopende slag
Inzien van – 66A
Uiteenzetting over – 68
Luidruchtig bespreken 90B
Matchpunten, scoreberekening op basis van 78
Misleiding 40A, 73
Nadruk zie: Informatie; Gedragsregels
Naspelen 15B
Niet-bedoelde bieding 25A
Ongeoorloofde informatie zie ook: Informatie; Gedragsregels
Anderszins verkregen informatie van andere bronnen 16D
Anderszins verkregen informatie van partner 16B
Door bezwaar tegenspeler tegen afstaan slagen door partner 68B
Door onreglementair doublet 19A
Door onreglementair redoublet 19B
Door partners uitleg van afspraken 75
Toevallig verkregen 16D
Ongestraft blijven zie ook: Verlies van rechten
Behoud van recht om te bieden 34
Door overtreding van de blinde 43B
Na bieding voor de beurt 29A
Na onregelmatigheid 9,10,11
Spelen vóór rechtzetting van overtreding 60A
Van actie door speler die had moeten passen 37A
Van bieding na afsluitende pas 39B
Van bod van meer dan zeven trekken 38D
Van ontoelaatbaar doublet 36A
Van ontoelaatbaar redoublet 36A
Van onvoldoende bod 27A
Van voorspelen voor de beurt 53A
Onjuiste informatie Bieding gebaseerd op – 21B
Spelen gebaseerd op – 47E
Voorspelen gebaseerd op – 47E
Onjuiste slag
Te veel kaarten 45E, 67
Te weinig kaarten 67
Onklaar bord 87
Onmogelijkheid te voldoen aan voorspeel- of bijspeelstraf 59
Onopzettelijke aanduiding van een kaart 45C, 47C
Onregelmatigheid zie ook bij de betreffende onregelmatigheden;
Verlies van rechten
Beperkingen van de rechten van de blinde 43
Gang van zaken na – 9
Rechten van blinde 42
Rechten van leider 9
Rechten van tegenspeler 9
Onreglementair doublet
In het algemeen 19
Niet toegestaan doublet 19A, 32, 36
(Niet) toegestane vervanging voor onvoldoende bod 27B
Onreglementair redoublet
In het algemeen 19
Niet toegestaan redoublet 19B, 32, 36
(Niet) toegestane vervanging voor onvoldoende bod 27B Voor de beurt 32
Onreglementair spelen 60
Onreglementaire informatie zie: Ongeoorloofde informatie
Onreglementaire kaart 52, 61A
Ontbrekende kaart 14
Ontoelaatbaar doublet 19, 36
Ontoelaatbare bieding 35
Onvoldoende bod 18D, 27
Onvolledig noemen van kaart in blinde 46B
Opeisen Afstaan 68B
Betwist – 70
Door kaarten open te leggen 48B
Door leider 48B, 68
Door tegenspeler 68
Getoonde kaart van leider als – 48B
Herzien van instemming 71
Instemming met – 69
Lopende slag 68
Niet accepteren door WL 70D
Roepen van de WL 68
Spelen gestaakt 68D
Opmerking zie: Informatie; Gedragsregels
Opnieuw geven
Biedperiode gesloten zonder bod 17D
Eigen bevoegdheid WL om – voor te schrijven 6D
Viertallenwedstrijd 86A
Opzettelijk misleidende bieding of speelwijze 40C
Ordenen van slagen 65
Organiserende instantie
Regulating Authority 80A
Toernooiorganisator 80B
Overeenstemming over spelresultaat
Instemming met opeisen of afstaan 69
Ordenen van slagen als hulpmiddel 65C
Overeenstemming over aantal gemaakte slagen 79A
Overleg tussen partners over keuzemogelijkheden na onregelmatigheid 10C
Overtreding van verplichting om te passen Ongestraft blijven 37A
Parenwedstrijd
Arbitrale score 12
Partners 4
Partners 4
Pas
Als kunstmatige bieding 30C
Gedwongen zie: Pas, gedwongen
Onregelmatige pas die schade veroorzaakt 72C
Verplichting om te passen zie: Pas, gedwongen
Voor de beurt 30, 34
Pas, gedwongen
Arbitrale score wegens schade die het resultaat is van – 72C
Als rechtzetting na bod voor de beurt 31
Als rechtzetting na doublet voor de beurt 32
Als rechtzetting na getoonde kaart tijdens bieden 24B
Als rechtzetting na onregelmatigheid 72C
Als rechtzetting na pas voor de beurt 30
Als rechtzetting na voor de beurt 32
Invloed op het recht op herhaling van het biedverloop 20E
Pauze
Als anderszins verkregen informatie 16B
Sprongbod 73A
Voorschrift van organiserende instantie 73A
Per ongeluk laten vallen van een kaart
Door leider 48A
Door tegenspeler 49
Kleine strafkaart 50B
Tijdens het bieden 24
Tijdens het spelen 48A, 49
Per ongeluk ontvangen van informatie 16
Persoonlijke wedstrijden, zie: Individuele wedstrijden
Plaats aan tafel 5
Plaatsen van kaarten in verkeerd vak 90B
Poging bieding te wijzigen 25
Poging kaart te spelen die niet in de blinde ligt 46B
Protest
Bij hoofdwedstrijdleider 93
Bij landelijke autoriteit 93
Bij protestcomité 93
Gang van zaken 80B, 92, 93
Recht op – 92
Vereisten 92
Wijzen op het recht 83
Protestcomité 93
Psychen, Psychologisch 40
Punten als schadeloosstelling 84D
Rangorde van
Kaarten in het algemeen 1
Kleuren 1, 18E
Speelsoorten 18E
Rechten
Behoud van – na onregelmatigheid 9, 34
Protest 83, 92, 93
Verlies van – zie: Verlies van rechten
Verzuim WL te roepen na onregelmatigheid 9, 10, 11
Rechtzetting bij het bieden Na bod voor de beurt 31
Na doublet voor de beurt 32
Na geannuleerde wijziging van bieding 25B
Na ontoelaatbare bieding 35
Na overtreding van verplichting om te passen 37
Na passen voor de beurt 30
Na redoublet voor de beurt 32
Na vervangen van onvoldoende bod 27
Rechtzettingen zie ook: Rechtzettingen bij het bieden; Strafkaart
Door spelers zelf 10A
Individuele wedstrijd 12C
Na verlies van recht op rechtzetting 11
Ongedaan maken 10B
Overleg tussen partners 10C
Uitleg (opsomming) 10C
Redoublet
Als gepast had moeten worden 37
Fout bij het noemen van het geredoubleerde bod 19
Juiste wijze 19
Ontoelaatbaar – 35, 36
Reglementair – 19
Verhoging van score 77
Voor de beurt 32
Wijze 19
Regulating Authority
Bondsbestuur 93C
Definitie 80A
Roepen van WL zie ook bij de desbetreffende onregelmatigheden
Beperkingen van de rechten van de blinde om WL te roepen 43
Gedrag 74B
Verzuim WL te roepen beïnvloedt rechten na onregelmatigheid 9, 10, 11
Ronde, einde van 8B
Rouleren van borden/spelers 8A
Schorsen van speler 91
Schriftelijke uitleg 20, 40A
Schudden 6
Score
Berekening 77
Herstel 79
Scoretabel 77
Verbod op – vergelijken tijdens zitting 90B
Scoren
Arbitrale score 12, 86
Herstel van fouten 79
IMP 78
Matchpunten 78 Methoden 78
Onklaar bord 87
Scoretabel 77
Scorepunten 78
Scorepunten, berekening op basis van 78
Scoretabel 77
Slagen
Afstaan 68, 69, 70, 71
Bijhouden van aantal gemaakte en niet gemaakte – 65B
Bijspelen 44B
Dichtgelegde – 61C, 66C
Geen overeenstemming over aantal gemaakte en niet gemaakte – 79
Herstel van fout bij de scoreberekening 79
Inzien van – 66
Juist rangschikken 65B
Onjuiste – 67
Opeisen 68
Ordelijkheid 65C
Overeenstemming over aantal gemaakte en niet gemaakte – 79
Recht blinde om aantal gemaakte – bij te houden 42A
Voltooide – 65A
Voorspelen in – 44A
Vijfde kaart in een slag 45E
Speciale afspraken
Afspraken tussen partners 40, 75
Bekendmaking vereist 20, 40
Systeem 40A
Tussen partners 40B
Voorschriften van organiserende instantie 40
Speelsoorten, rangorde van 1, 18E
Spel kaarten 1
Spelen van de blinde zie: Blinde, het spelen van
Spelen van kaart
Juiste wijze 45
Laten vallen van kaart 48A, 49
Na onreglementair spelen 60
Niet op voorgeschreven wijze kunnen – 59
Onopzettelijk aanduiden van kaart 45C, 47C
Singleton in blinde wordt niet geacht automatisch te zijn gespeeld 57C
Terugnemen van zie: Terugnemen van gespeelde kaart
Uit de blinde zie: Blinde, het spelen van
Verplicht – 45C, 50
Voortijdig bijspelen door tegenspeler 57A, 60
Voortijdig voorspelen door tegenspeler 57A
Spelen zie ook: Spelen van kaart Begin van – 41
Na onreglementair spelen 60
Onregelmatigheid tijdens speelperiode 9
Vóór rechtzetting is opgelegd 11
Sprongbod 73A, appendix
Staken
Van het spelen na opeisen door tegenspeler van komende slagen 68D
Van het spelen na opeisen of afstaan door leider 68D
Stembuiging zie: Informatie; Gedragsregels
Straf
Disciplinair 91
Overtreding door blinde 43B
Procedureel 90
Voorspelen zie: Strafkaart
Strafkaart
Arbitrale score 50E
Behandeling van – 50
Definitie van – 50
Definitie grote – 50B
Definitie kleine – 50B
Gang van zaken na onreglementair spelen 60
Getoonde kaart van tegenspeler 49
Kaart teruggenomen om verzaking te herstellen 47A, 62B Leider aanvaardt spelen van andere kaart dan strafkaart 52B
Meer dan één – 50B, 51
Na accepteren door leider van spelen van andere dan strafkaart 52B
Na voorspelen voor de beurt 53, 54D
Niet van toepassing op hand blinde 48A
Niet van toepassing op leider 48A
Ongeoorloofde informatie door – 50E
Onmogelijkheid voor te spelen of te spelen zoals vereist 59
Ontbrekende kaart 14
Teruggenomen kaart als – 52
Verplichting te bekennen 59
Verzuim – voor of bij te spelen als dit vereist is 52, 61
Voorspelen voor de beurt 54D
Vijfde kaart in een slag 45E
Systeemkaart
Juiste moment om – van tegenstander in te zien 40B
Inzien door vermoedelijke leider of blinde 40B
Verbod eigen – te raadplegen 40B
Voorschrift van organiserende instantie 40B
Tabel zie: Scoretabel
Tafels
Schikking van – 3
Te laat komen 90B
Tegenspeler
Rechten na onregelmatigheid 9
Toestemming om te vragen naar niet bekennen door partner 61B
Tellen van kaarten Strafbare fout 90B
Verplichting tot – 7B
Tempo zie: Gedragsregels
Terugnemen van bod zie: Wijziging van bieding
Terugnemen van gespeelde kaart Arbitrale score 47E
Door tegenspeler 47, 54D
Herstel van onbedoelde aanduiding van kaart 45C
Herstel van onreglementair spelen 47B
Herstel van overtreding 47
Herstel van tegelijkertijd spelen 47B
Informatie voortvloeiende uit – 16C
Na bekend worden van onjuistheid van informatie 47E
Na herstel van fout in uitleg van bieding 47E
Na herstel van verzaking 62
Na overtreding door tegenstander 16C
Na terugnemen van zichtbare kaart door leider 55B
Na uitkomst voor de beurt 54D
Na verzuim grote strafkaart te spelen 52A
Na voorspelen voor de beurt door leider 55
Na wijziging van spelen door tegenstander 47D
Om onjuiste slag die te veel kaarten bevat te herstellen 45E, 67
Strafkaart 47A, 47B, 54D
Strafkaart niet gespeeld zoals voorgeschreven 52A
Voldoen aan straf 47B
Voor de beurt voorspelen veroorzaakt door tegenstander 47E
Wijziging van onbedoelde aanduiding van kaart 45D, 47C
Toeschouwer 76
Troef, spelen van
Wanneer toegestaan 44D
Uitkomst
Met de beeldzijde naar beneden 41A
Met de beeldzijde naar boven 41C
Recht om uit te komen 41A
Terugnemen van – 47E
Tijdens het bieden 24
Voor de beurt 53, 54
Voor de beurt, geaccepteerd 53A
Uitleg van betekenis van kunstmatige biedingen
Tijdens biedperiode 20B, 20F
Tijdens speelperiode 20C, 20F, 41B
Uitlegperiode 17D, 40B, 41C
Uitsluiting van speler 91
Uitwisselen van handen 43A
Verbetering van
Foutieve beslissing van WL 82C
Foutieve herhaling van biedverloop 20E
Foutieve uitleg over afspraken tussen partners 75 Onregelmatigheid 9
Vergelijken van scores 90B
Verlies van rechten
Accepteren van onvoldoende bod 27
Accepteren van voorspelen voor de beurt 53
Behoud van recht om te bieden 34
Door overtreding van de blinde 43
Na bieding voor de beurt 29
Na onregelmatigheid 9, 10, 11
Spelen vóór rechtzetting 60
Vergelijkbare bieding
Definitie 23A
Na bieding voor de beurt 30B, 31A, 32A
Na onvoldoende bod 27B
Nadeel niet-overtredende partij 23C
Vervanging van bieding zie: Bieding, wijziging van
Vervanging van spelen zie: Terugnemen van gespeelde kaart
Vervanging van speler
Toegestaan door WL 4
Tijdelijk, als oplossing voor het hebben van ongeoorloofde informatie 16
Verwittiging
Door speler aan WL van toevallig ontvangen informatie 16C
Door WL aan deelnemer van recht op protest 83
Verzaking
Arbitrale score bij schade na rechtzetting – 64C
Beperking recht blinde om te vragen naar – 43B Definitie 61A
Gang van zaken na voldongen worden van – 64
Herstel van – 62, 63B
Inzien van dichtgelegde slagen 61C
Inzien van kaarten na afloop van spelen 66D
Inzien van lopende slag 66A
Onjuiste slag 67B
Ontbrekende kaart 14B
Recht blinde om te vragen naar – 42B, 43B, 61B
Recht van leider om te vragen naar – 61B
Recht van tegenspeler om te vragen naar – 61B
Rechtzetting wegens – 64
Terugnemen van kaart na herstel door tegenstander 62B
Twaalfde slag 62D
Verantwoordelijkheid WL om schade te voorkomen 64C
Toestemming op vragen door tegenspeler aan partner 61B
Voldongen worden 63, 67B
Wanordelijkheid in ordening slagen kan rechten in gevaar brengen 65D
Verzuim een strafkaart te spelen zie Strafkaart
Verzuim te alerteren zie: Alerteren
Viertallenwedstrijd
Arbitrale score 86B
Partners 4
Vervangend bord 86A
Vijfde kaart in een slag 45E
Volgorde
Gelijktijdige biedingen 33
Gelijktijdig (voor)spelen 58
Van bieden 17
Van spelen 44
Voltooien van het spelen Einde van ronde 8B
Einde van zitting 8C
Staken van spelen na opeisen of afstaan 68D
Voorspeelbeperking 26
Voorspelen voor de beurt
Accepteren van – 53
Door leider 55
Door tegenspeler 57
Door toedoen tegenstander 47E
Gang van zaken na – 53
Terugnemen van – 47E
Tijdens het bieden 24
Uitkomst voor de beurt 48B, 54
Verplicht herstel in slag dertien 53
Voorspelen zie: Strafkaart; Uitkomst; Voorspelen voor de beurt
Voortijdig voorspelen of spelen
Door tegenspeler 57, 60
Tijdens het bieden 24
Vraag zie: Informatie; Gedragsregels
Waarschuwing voor sprongbod 73A
Wedstrijdleider (WL) zie ook: Roepen van WL
Beslissing over betwiste feiten 85
Beslissing over onbetwiste feiten 84
Bevoegdheden in het algemeen 81, 90
Bevoegdheid naar eigen goeddunken te handelen in het algemeen 12
Herstel van foutieve gang van zaken 82
Mededeling aan deelnemer inzake recht op protest 83
Taken in het algemeen 81, 90
Wijziging van bieding zie: Bieding, wijziging van
Wijziging van kaart zie: Terugnemen van gespeelde kaart
Wijziging van spelen zie: Terugnemen van gespeelde kaart
Wisseling van gedrag of tempo zie: Informatie; Gedragsregels
Zich niet schikken naar de regels 72, 90B
Zichtbaar zijn van kaart
Gelijktijdig spelen van meer dan één kaart 58
Tijdens het bieden 24
Tijdens het schudden en geven 6D
Tijdens het spelen 45
Zitting, einde van 8C

Andere artikelen
Lid worden van onze gezellige bridgeclub?

Lid worden van onze gezellige bridgeclub?

Welkom! U kunt lid worden door het aanmeldformulier in te vullen en te verzenden. Dit...

05/04/2024 - Annelies
Jaarprogramma 2023-2024

Jaarprogramma 2023-2024

JAARKALENDER 2023-2024 Aanvang dinsdag 5-sep ALV en inspeeldrive ...

12/09/2023 - Annelies
Afmelden

Afmelden

Afmelden voor de dinsdagavond maandag uiterlijk 19.00 uur bij Sonja van Luijk 06-14236795. ...

12/09/2023 - Annelies